UEFA Women’s Euro levert Nederlandse economie €44 miljoen op

14 juli 2017 Consultancy.nl 5 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Aankomende zondag trapt UEFA Women’s Euro, oftewel het EK voetbal voor vrouwen, af in ons land. Terwijl het nog afwachten is of de ‘Oranje Leeuwinnen’ het goed zullen gaan doen, zal het toernooi volgens onderzoek van de KNVB en PwC een bijdrage van €44 miljoen leveren aan de Nederlandse economie. Bovendien wordt volgens de onderzoekers met het toernooi ook niet-financiële waarde gecreëerd. 

Zondag om 18.00 begint het Europees Kampioenschap voetbal voor vrouwen, als het Nederlands elftal in een uitverkochte Galgenwaard (FC Utrecht) de strijd aangaat met Noorwegen. Het toernooi, dat live wordt uitgezonden door de NOS, duurt tot en met 6 augustus en is met zestien deelnemende landen het grootste EK voetbal voor vrouwen tot nu toe. Big Four-adviesbureau PwC – dat tevens sponsor is van de KNVB en het EK – heeft in opdracht van en samenwerking met de KNVB een Economische Impactanalyse gemaakt. Hierin is berekend dat het toernooi de Nederlandse economie €43,9 miljoen zal opleveren. 

Economische waarde

Jan Willem Velthuijsen, hoofdeconoom bij PwC, geeft toelichting over de opbouw van dit bedrag: “Het EK voetbal voor vrouwen zal Nederland zo’n 28,6 miljoen euro aan directe omzet opleveren. Zo’n €8.2 miljoen daarvan is afkomstig van sponsor UEFA. De rest wordt binnengebracht door bijvoorbeeld de teams, bezoekers en media die hier eten, slapen, souvenirs kopen en van het (openbaar) vervoer gebruikmaken.” De rest van de berekende opbrengsten (€15,3 miljoen) bestaan volgens PwC uit indirecte omzet, onder meer afkomstig van de extra producten en diensten die aan hotels zullen worden geleverd.

UEFA Women’s Euro levert Nederlandse economie €43,9 miljoen op

Vooral de zeven speelsteden (Breda, Deventer, Doetinchem, Enschede, Rotterdam, Tilburg en Utrecht) zullen volgens PwC profiteren van de extra inkomsten. Velthuijsen stelt dat er in de geselecteerde steden gedurende de zomermaanden een beperkt risico is op verdringing van ‘normaal’ toerisme zodat er weinig kans is op capaciteitsbeperkingen of verhoogde prijzen voor de bevolking. Bovendien betekent dit volgens Velthuijsen dat de omzet die door de bezoekers van het EK wordt gegenereerd ook echt extra omzet is die zonder het evenement niet zou zijn behaald.

In het onderzoek werd ook gekeken naar de kosten die worden gemaakt door de overheid en de KNVB. In totaal geven zij zo’n €5,6 miljoen om het EK mogelijk te maken, waarvan ongeveer €1 miljoen bestemd is voor het bewaken van de openbare orde en de rest in de organisatie van het toernooi gaat zitten. “Relatief een gering bedrag”, aldus Velthuijsen. Hij vervolgt: “De omvang van het EK is gering, dus er is geen sprake van grote investeringen in infrastructuur of stadions. Ook de beveiliging vergt geen substantiële kosten. Grote onregelmatigheden liggen niet voor de hand. Bij vrouwenvoetbal hebben we niet te maken met hooliganisme.”

Goed voor de reputatie

PwC stelt dat een groot evenement als het EK op de lange termijn ook positieve gevolgen kan hebben voor de reputatie van Nederland. Naast dat dit mogelijk leidt tot meer toerisme en buitenlandse investeringen, kan het volgens de onderzoekers ook bijdragen aan de aantrekkingskracht van ons land op internationale academische en professionele talenten. Om dit punt kracht bij te zetten, verwijst Velthuijsen in gesprek met het FD naar het WK voetbal dat Duitsland in 2006 organiseerde: “Zoiets kan heel goed uitpakken. Het thema ‘Rot, Weiss und Geil’, tijdens het WK voetbal 2006 heeft Duitsland geweldig goed gedaan, ineens waren de Duitsers een modern volk.”

Ook wordt er volgens de onderzoekers met het houden van een groot sportevenement als het EK voetbal waarde gecreëerd, die niet in geld is uit te drukken. Zo zijn mensen die een wedstrijd hebben bezocht daarna vaak meer gemotiveerd om zelf te gaan sporten. Hierbij wordt verwezen naar een onderzoek naar het Women’s Hockey Champions Trophy event en de Women’s Rugby World Cup, waaruit naar voren kwam dat 67% van de ondervraagden zich meer geïnspireerd voelde om vaker te gaan sporten.

Op 16 juli trappen de Oranje Leeuwinnen het UEFA Women’s EURO 2017 af tegen Noorwegen

Bert van Oostveen, die een jaar geleden opstapte als bestuursvoorzitter en directeur betaald voetbal bij de KNVB, is verantwoordelijk voor de organisatie van het evenement. Aan het FD laat hij weten met het toernooi een breed publiek te willen aanspreken: “Grote evenementen zijn steeds meer gebeurtenissen voor de ‘happy few’, met extreem veel aandacht voor veiligheid. Dit EK wordt laagdrempelig en speelser. We richten ons op studenten, ouders met kinderen en toeristen uit omliggende landen die een dagje Efteling verruilen voor een middagje voetbal.” Hij geeft daarnaast aan tevreden te zijn met 200.000 tot 250.000 toeschouwers en denkt dat dit ook haalbaar is, waar hij wel aan toevoegt dat “veel – zo niet alles – staat of valt met de prestaties van de Oranjeleeuwinnen.”

Tenslotte legt Oostveen uit waarom de KNVB ervoor koos PwC een Economische Impactanalyse te laten doen naar het EK voetbal voor vrouwen: “Het politieke klimaat is niet per definitie goed gezind als het gaat om grote evenementen. Hier gaat de discussie veelal over de vraag wat het de samenleving kost en of de bobo’s wel of niet gebruik mogen maken van de vluchtstrook. Dus het is nuttig om zo veel mogelijk in objectieve termen te beschrijven wat de inkomsten en uitgaven zijn en de verwachte maatschappelijke effecten.”