80% oude werknemers verwacht ouderenbeleid van werkgever
Vier op de vijf werknemers verwacht ondersteuning van de werkgever in de laatste tien jaar voor hun pensioen. Het mogelijk maken van aanpassingen in de werktijden en het bespreekbaar maken van een flexibele pensioenleeftijd staat bovenaan de verwachtingenlijst van een dergelijk ‘ouderenbeleid’, blijkt uit onderzoek van adviesbureau Mercer onder zo’n 1.000 werknemers tussen de 18 en 65 jaar.
De afgelopen jaren is het pensioendomein voortdurend in ontwikkeling en is pensioen verworden tot een veelbesproken onderwerp binnen organisaties. De pensioengerechtigde leeftijd wordt geleidelijk opgeschroefd naar 67 jaar in 2021, binnen de markt komt er steeds meer discussie over de houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel en werknemers klagen in toenemende mate over de alsmaar oplopende pensioenpremies.
Nieuw onderzoek van Mercer, een van de grootste actuariële- en pensioenadviseurs ter wereld en gespecialiseerd in HR zaken, toont aan dat een groot gedeelte van werknemers (80%) verwacht dat hun werkgever gedurende de laatste tien jaar van hun loopbaan meer met hen meedenkt en ondersteuning biedt op een vijftal gebieden:
Allereerst in de aanpassing van werktijden. Uit het onderzoek, gehouden onder zo’n 1.000 werknemers tussen de 18 en 65 jaar, blijkt dat 80% van werknemers er geen bezwaar tegen heeft om minder te werken in de jaren voorafgaande aan hun pensioen. Wel geeft 65% van hen aan dat dat afhangt van hoeveel loon ze dan eventueel moeten inleveren. Verder blijkt dat 23% van de medewerkers denkt te stoppen op de wettelijke pensioen leeftijd en dat een derde van de werknemers door middel van deeltijd zijn pensioen geleidelijk wil afbouwen. Tenslotte wil 30% van de werknemers stoppen met werken zodra zij voldoende pensioeninkomen hebben opgebouwd.
Vooral het bespreekbaar maken van een flexibele pensioenleeftijd wordt bij bedrijven met 1500+ medewerkers veel aangehaald (40% van de respondenten) en ook begeleiding vanuit de HR afdeling scoort relatief hoog bij werknemers. Tenslotte verwachten de professionals van bedrijven dat zij richting de pensioendatum functie-eisen bijstellen en bijscholing aanbieden.
Uit het onderzoekt blijkt dat 14% van de werknemers het onwaarschijnlijk acht dat zij in de laatste tien jaar voor hun pensioen te maken krijgen met demotie – een verschuiving in of veranderingen van het takenpakket en verantwoordelijkheden. "Werknemers gaan eraan voorbij dat demotie een reële optie is in hun carrière”, zegt Remco Leur, Business Segment Leader Retirement Mid-Market bij Mercer. Hiermee onderschatten ze het fenomeen, aldus Leur, omdat organisaties demotie steeds vaker zien als een manier om de talentenpool en de toekomstige behoeften van de organisatie beter te laten matchen, om zo concurrerend te kunnen blijven.
Dit ontbrekende besef bij werknemers wordt gesterkt door onderzoek eind vorig jaar (uitgevoerd door Berenschot), dat concludeerde dat 43% van de organisaties demotie op de managementagenda heeft staan. In het onderzoek gaf 18% van de professionals toen aan dat zijn of haar organisatie onderzoek doet naar het toepassen van demotie, terwijl een kwart van de organisaties daar reeds gebruik van maakte. “Demotie lijkt onderdeel te zijn geworden van HR-beleid van Nederlandse organisaties”, luidde de conclusie van de onderzoekers. Bij ongeveer de helft van de organisaties (48%) was demotie of onderzoek naar de toepassing daarvan niet aan de orde.In lijn met bovenstaande onderzoeksbevindingen zijn er de afgelopen jaren in de markt tal van voorbeelden geweest van bedrijven die demotierondes hebben doorgevoerd (of wilden doorvoeren), waaronder onder andere ICT dienstverleners Capgemini, Atos en CGI.
Demotie biedt kansen
Hoewel demotie in de regel een negatieve lading met zich meebrengt, kan dit voor oudere werknemers ook kansen opleveren, zegt Leur. “Het kan namelijk veel voordelen brengen: in ruil voor een wat lager salaris krijgen ze dan meer flexibele werktijden, minder stress en een betere werk-privé balans. Vooral in de laatste periode voor het pensioen kan het prettig zijn om stapje terug te doen. Werknemers moeten dan ook beter op deze veranderingen voorbereid worden door hun werkgever.”
Ondanks dat werknemers demotie niet snel zien gebeuren, verwachten zij wel veranderingen in hun lichamelijke conditie (46%) en de functie-eisen (58%) in de tien jaar voor hun pensioen. Hierdoor maakt ruim 35% van de respondenten zich zorgen over gezondheidsproblemen na hun pensioen. Ook jongeren maken zich nu al zorgen maken over hun gezondheid na het pensioen. Werknemers verwachten dan ook dat zorg na de pensioendatum veel van het besteedbare inkomen gaat eisen. “Een verklaring voor deze zorgen kan liggen bij het nieuws dat zorg schaarser en duurder wordt. Werknemers verwachten dat zij in de toekomst zelf verantwoordelijk zijn voor de zorginkoop”, aldus Leur.