Beste pensioensysteem in Denemarken en Nederland
Voor het vierde jaar op rij heeft Denemarken het beste pensioensysteem ter wereld, blijkt uit jaarlijks benchmarkonderzoek van Mercer en het Australian Centre for Financial Studies. Nederland is gestegen naar de tweede plek, vooral doordat huishoudens meer gespaard hebben in het afgelopen jaar. Andere landen die tot de wereldwijde pensioenelite behoren zijn Australië, Zweden en Zwitserland.
Sinds 2009 doet Mercer, samen met het Australian Centre for Financial Studies (ACFS), onderzoek naar de kwaliteit en duurzaamheid van pensioensystemen wereldwijd. Het onderzoek, getiteld ‘Melbourne Mercer Global Pension Index’ (MMGPI), beoordeelt 25 pensioensystemen – die volgens de auteurs gezamenlijk 60% van de wereldpopulatie dekken. Drie categorieën, gebaseerd op ruim 40 indicatoren, staan centraal: adequacy (adequaatheid), sustainability (duurzaamheid) en integrity (integriteit). Om de positie van de landen te bepalen worden de prestaties beoordeeld aan de hand van een vijf-staps volwassenheidsmodel, en het samenvoegen van deze beoordelingen leiden tot een uiteindelijke overall score van tussen de 0 en 100.
Voor het vierde jaar op rij scoort het pensioensysteem van Denemarken het hoogste, dit jaar met een algehele score van 81,7. Nederland volgt op de tweede plek, nadat het met een score van 80,5 deze plek heeft terugveroverd op Australië (2015: 79,6)*. Nederland is daarmee na Denemarken het enige land dat de A-graad heeft bereikt, een beoordeling die in de woorden van Mercer staat voor ‘een eersteklas en solide pensioenstelsel met een hoog integriteitsniveau’. De belangrijkste redenen waarom Denemarken de eerste plek bekleedt in het internationale pensioenlandschap zijn het goed gefinancierde pensioenstelsel met een hoge dekkingsgraad, het hoge niveau van bezittingen en bijdragen, het aanbieden van adequate voordelen en een privaat pensioensysteem met ver ontwikkelde regelgeving. De top 5 wordt gecompleteerd door Zweden en Zwitserland, gevolg door Finland – die wereldwijd de hoogste score heeft op het gebied van integriteit – en Canada.
Nederland
Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit twee onderdelen, een stabiel publiek geregeld pensioen, en quasi-verplichte inkomsten-gerelateerde pensioenpremies die zijn vastgelegd in sector-overkoepelende CAO’s. De index-rating van ons land is vooral gestegen – van 79,2 in 2014 naar 80,5 nu – doordat huishoudens meer gespaard hebben in het afgelopen jaar. Ondanks de stijging naar een tweede plek is er volgens de onderzoekers nog ruimte voor verbetering, vooral op het gebied van de duurzaamheid van het stelsel – dat als enige van de drie kerndimensies onder de 80 punten scoort.
Tim Burggraaf, pensioendeskundige bij Mercer: “Uiteraard is het positief dat Nederland beter scoort dan vorig jaar. Volgend jaar zouden we zomaar eerste kunnen worden; dan gaat de index namelijk rekening houden met het fenomeen dat de pensioendatum gekoppeld is aan de sterftetrend. Nederland is een van de weinige landen waar dat al het geval is.” Een van de belangrijke verbeterpunten is volgens de onderzoekers het invoeren van een minimumleeftijd voor het verkrijgen van toegang tot de opgespaarde gelden, zodat deze echt voor pensioen gebruikt worden.
Burggraaf vult aan: “We vergroten onze kans op een eerste plaats ook als de overheid sparen nog meer stimuleert, als aanvulling op de AOW en het pensioen via de werkgever. Tot slot is het belangrijk dat opgebouwd kapitaal beter beschermd wordt tegen fraude of faillissement van werkgevers.” Hoewel de participatiegraad in Nederland sinds 2011 met 4% is gestegen, blijft dit volgens Burggraaf een aandachtspunt: “Voor Nederland gaat het bij participatie om het bij elkaar brengen van pensioen en duurzame inzetbaarheid, hét thema voor de komende tien jaar.”
Trends
Naast het beoordelen van de pensioenstelsels van de onderzochte landen hebben Mercer en ACFS ook gekeken naar wereldwijde trends die zichtbaar worden uit de data van de afgelopen 7 jaar. Sinds de start in 2009, toen er elf landen waren opgenomen in het onderzoek, is de gemiddelde lengte van de pensioenperiode opgelopen van 16,6 naar 18,4 jaar. De zestien landen die sinds 2011 in de index zijn opgenomen, zagen hun arbeidsparticipatie in de leeftijdscategorie 55-64 jaar stijgen van 57,9% in 2011 naar 62,2% in 2015 – net iets meer dan 1% per jaar. Volgens Burggraaf zijn ondanks de verschillen in vergrijzing en regelgeving tussen de landen een aantal factoren van algemeen belang voor de toekomstbestendigheid van pensioenstelsels wereldwijd: “Uit de analyse van zeven jaar Global Pension Index blijkt hoe belangrijk het is om de pensioensleeftijd aan te passen, eventuele pensioenuitkeringen aan te vullen, maar ook om de verwachtingen van pensioengerechtigden te managen. Zonder deze aanpassingen kan de stijgende levensverwachting niet het hoofd worden geboden en staan pensioenstelsels onder grote druk.” Hij besluit: “Nederland loopt in deze discussie behoorlijk voorop en daar mogen we best trots op zijn!”
* Het Nederlandse pensioenstelsel stond vorig jaar op de 3e plek, terwijl het in de jaren daarvoor steevast hoger scoorde dan zijn Australische tegenhanger. Het Nederlandse pensioenstelsel behaalde in 2013 een tweede plek in de index, en ook in 2012 eiste Nederland de tweede plek op. In 2011 was Nederland volgens het onderzoek zelfs het land met het beste pensioenstelsel wereldwijd, tot de toevoeging van Denemarken aan het onderzoek. Het Deense pensioenstelsel kwam in 2012 binnen op de eerste plek, waardoor Nederland zijn koppositie moest afstaan.