Roland Berger: Max. 1 op 3 uittreders Rijk vervangen
Saneren ambtenarenapparaat topprioriteit nieuwe minister-president
Bezuinigingen staan centraal bij de kabinetsformatie. Alle partijen willen de komende periode fors besparen door onder meer de overheid meer te laten krimpen dan de reeds berekende reductie door het CPB. Deze verkiezingsdoelstellingen zijn alleen haalbaar als maximaal één op de drie uittreders bij het Rijk worden vervangen, zo blijkt uit een analyse van Roland Berger Strategy Consultants. Om dit te realiseren moet de nieuwe minister-president sanering tot zijn topprioriteit maken, zo pleit het strategisch adviesbureau.
In Nederland werkt ongeveer 30% van de beroepsbevolking in dienst van de overheid, waarbij 9% in het openbaar bestuur. In 2007 legde het vorige kabinet in het Regeerakkoord zijn ambitie vast om fors te bezuinigen op de overheidsorganisatie. De Nederlandse politiek en haar bestuur is de afgelopen jaren echter niet in staat gebleken om deze doelstellingen te verwezenlijken. De gerealiseerde besparingen tussen 2006 en 2009 van 1,4% op Rijksniveau en 4% op decentraal niveau, zijn klein vergeleken met de ambities voor 2011 tot 2015 die oplopen tot 23% voor het Rijk en 27% voor provincies en gemeenten.
Ambtenaren ongeschonden door crisis
De reductie van ambtenaren bij provincies en gemeenten verloopt voorspoediger dan de reductie bij het Rijk. Echter, zowel op Rijk als decentraal niveau is de inkrimping tot stilstand gekomen in de laatste twee jaar. “De crisis vereiste extra werk van de overheid, waardoor de dalende trend in 2009 gestopt is. Het is opmerkelijk om te zien dat in het bedrijfsleven al flink gesneden is, terwijl met name de ambtenaren bij de Rijksoverheid de crisis nog nauwelijks gevoeld hebben. De klap zal voor hun nog komen,” waarschuwt Arnoud van der Slot, partner bij adviesbureau Roland Berger.
Nederland ambitieus
De Nederlandse doelstelling is ambitieuzer dan die van haar buurlanden. Alleen Groot-Brittannië lijkt nog strikter met de vacaturestop. Voorbeelden uit de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk laten een daling zien van 17% met een maximaal tempo van 2% per jaar. De Nederlandse target gaat uit van 5 tot 6% reductie per jaar. “Om deze doelstelling te behalen, kan maximaal één op drie van de uittreders op Rijksniveau worden vervangen. Voor provincies en gemeenten zelfs slechts één op vijf,” zegt Van der Slot.
Ministerie van reductie
De ervaringen uit het buitenland tonen wat nodig is om dit succesvol door te voeren. De toekomstige premier moet de reductie tot zijn topprioriteit maken, zoals bijvoorbeeld Sarkozy dat in Frankrijk ook heeft gedaan. “De leiding moet op hoog niveau liggen. De nieuwe minister-president moet er rechtstreeks op toezien en direct nadat de nieuwe regering bekend is een statement maken. Besparingen moeten direct gerealiseerd worden. Een planning zoals bij de vorige regeerperiode waarbij de besparing in de laatste twee jaar valt gaat niet lukken. Het is noodzakelijk om het belang en de urgentie te tonen. Een helder beleid moet afdwalingen en excuses voorkomen,” besluit Van der Slot.