McKinsey: concurrentievoordeel door gezondheid
Organisationele gezondheid is een cruciale factor voor concurrentievoordeel. Gezonde ondernemingen presteren niet alleen excellent op de lange termijn, maar zullen ook beter in staat zijn om te veranderen. Dit stellen consultants van McKinsey & Company in het blad McKinsey Quarterly.
Organisationele gezondheid wordt door het adviesbureau gedefinieerd als het vermogen van een organisatie om zich te vernieuwen, om uit te voeren en afstemming te realiseren teneinde gedurende een langere periode een uitzonderlijke prestatie neer te zetten. En dat alles sneller dan de concurrentie. De onderzoekers hebben negen elementen geïdentificeerd die bijdragen aan organisationele gezondheid. Dit zijn accountability (rekenschap), competenties, coördinatie en controle, cultuur en klimaat, richting, externe gerichtheid, innovatie en leren, leiderschap en motivatie.
Zowel performance als gezondheid kunnen vanuit vijf frames benaderd worden: aspiraties (waar willen we heen?); assessment (in hoeverre zijn we in staat om daar hen te gaan?); architect (wat moeten we doen om daar te geraken); handelen (hoe managen we de reis erheen?) en voortgang (hoe kunnen we voorwaarts blijven bewegen?). De sleutel tot een excellente langetermijnprestatie is volgens het strategy consulting kantoor het simultaan verbeteren van de performance en van de gezondheid.