EY helpt AkzoNobel met verduurzamen verfproducten
AkzoNobel gaat de komende maanden met accountants- en advieskantoor EY en chemieconcern Solvay een nieuw systeem ontwikkelen dat het gebruik van hernieuwbare grondstoffen in verf en coatings traceert en kwantificeert. Met het systeem wil het chemieconcern beter inzicht krijgen in de voortgang van de verduurzaming van de productie van coatingproducten.
Duurzaam
Voor AkzoNobel staat duurzaamheid hoog op de agenda. Een van de pijlers van de nieuwe strategie is het verduurzamen van de productie van coatingproducten. Zo streeft het chemieconcern er bijvoorbeeld naar om tegen 2016 20% van haar totale behoefte aan epichloorhydrine te halen uit biologisch gefabriceerd materiaal, dat een aanzienlijk lagere CO2-uitstoot heeft dan epichloorhydrine geproduceerd op basis van fossiele brandstoffen. Daartoe heeft het bedrijf afgelopen jaar een overeenkomst gesloten met chemicaliënproducent Solvay. Als onderdeel van de samenwerking zal AkzoNobel in haar coatingproducten geleidelijk aan steeds meer biologisch gefabriceerd epichloorhydrine (Epicerol) van Solvay gebruiken.
Beoordelingssysteem
Om het effect van deze innovatieve vorm van samenwerking te evalueren hebben AkzoNobel en Solvay de hulp van EY ingeschakeld. Het accountants- en advieskantoor krijgt de opdracht om een ketenbeheermethodiek te ontwikkelen die de volumes van grondstoffen (petrochemisch versus biologisch gefabriceerde materialen) in coatingproducten kan herleiden. Op basis hiervan kan AkzoNobel de prestaties in de keten verder optimaliseren en partners in de keten van informatie voorzien.
“We maken graag gebruik van de deskundigheid van EY voor het meten van de voortgang in de implementatie van deze innovatieve samenwerking binnen de waardeketen”, aldus Jean-Luc Préat van Solvay. Peter Nieuwenhuizen, Director of Innovation & Partnerships van AkzoNobel, voegt toe: “Dit is een belangrijke vervolgstap in het meten van onze voortgang in het gebruik van biologisch gefabriceerd epichloorhydrine van Solvay en het delen van deze informatie met onze partners.”