ADL ontwikkelt ROI model voor duurzame projecten
Strategisch adviesbureau Arthur D. Little, chemiebedrijf Solvay en TNO hebben samen het ‘Sustainable Portfolio Management’ (SPM) model ontwikkeld waarmee ondernemers cijfermatig inzicht krijgen in duurzaamheidskansen en -risico’s in het productportfolio.
MVO is in de afgelopen jaren geëvolueerd van een trend naar de normaalste zaak van de wereld – het wordt min of meer verwacht van ondernemers dat ze duurzaamheidsdoelstellingen in hun operaties integreren. Ondanks de grotere focus op verduurzaming, worstelen ondernemers nog altijd met het meten van de Return on Investment (ROI) van groene initiatieven.
Dit leidt tot twee belangrijke knelpunten: Allereerst, aan het begin van de keten is het moeilijk om de juiste duurzaamheidsprojecten te kiezen. Als er geen of weinig zekerheid is ten aanzien van business case drivers en verwachte resultaten, hoe kunnen ondernemers dan nauwkeurig de juiste selectie in duurzaamheidsprojecten voor hun portfolio maken? Ten tweede, zodra de projecten worden geïmplementeerd worstelen organisaties met het nauwkeurig meten van de eindresultaten. Als concrete resultaten ten opzichte van de investering niet duidelijk zijn, hoe kunnen bedrijven dan weten of ze de juiste beslissing hebben gemaakt?
Om ondernemers te helpen de groeikansen te benutten die de duurzaamheidstrend biedt, hebben Arthur D. Little, Solvay en TNO een model ontwikkeld waarin de gevolgen van verduurzaming voor de business in kaart wordt gebracht. “Met het SPM model kunnen ondernemers de duurzaamheid van hun product portfolio objectief meten en managen” zegt Martijn Eikelenboom, partner bij Arthur D. Little. “Het model helpt bedrijven niet alleen met het meetbaar maken van de impact van de productieketen op de omgeving, maar verschaft ook inzicht in de groeikansen die een product of applicatie kan bieden. Op deze wijze stelt de methode bedrijven in staat om een goed afgewogen portfoliostrategie te ontwikkelen”.
Sustainable Portfolio Management
Het ‘Sustainable Portfolio Management’ model werkt als volgt. Producten in hun respectievelijke applicaties worden beoordeeld op de impact van de productieketen op mens en milieu (‘operations vulnerability’), alsook de groeikansen en risico’s die het product biedt (‘market alignment’). Het model maakt gebruik van 65 criteria, die zowel mogelijke positieve effecten (bijvoorbeeld het aantoonbaar verminderen van de uitstoot van broeikasgassen of het verbeteren van de gezondheid van de mensheid), als negatieve effecten (toxiciteit van een product, of beschikbaarheid van een duurzamer alternatief) meten.
Hele waardeketen
Om de bijdrage van producten of productieprocessen voor iedere dimensie te bepalen moet gekeken worden naar de effecten voor de hele keten. “Voor het beoordelen van producten en processen betrekken we de hele levenscyclus, de energie die het produceren kost, het gebruik van giftige of schaarse grondstoffen, vervuiling die het veroorzaakt, de duur van het gebruik en tenslotte het afdankgedrag” zegt Toon van Harmelen, milieukundige bij TNO. “Met SPM is dat heel precies te kwantificeren”. Hij geeft een voorbeeld. “Neem het vervangen van stalen kabels door op kunststofvezel gebaseerde hijskabels. De productie van synthetische vezels kost meer energie, maar in de gebruiksfase wordt dat ruimschoots gecompenseerd. We kijken daarom naar de hele keten”.
Nadat alle groene projecten zijn beoordeeld, creëert het model een algemeen portfolio dat strategische besluitvorming ondersteunt. Zo kan het zijn dat sommige projecten een relatief grote bijdrage leveren aan duurzame targets maar een lage ROI hebben, dan is het raadzaam dat een ondernemer kritisch naar de business case kijkt. Ook geeft het model inzicht in het zogenaamde ‘laag hangende fruit’ – initiatieven die erg groen zijn en veel bijdragen aan de business en meteen moeten worden opgevolgd.
Dynamisch
De sterkte van het model is volgens Van Harmelen zijn dynamische aard. Zo kan het model rekening houden met toekomstige scenario’s. “Ondernemers zien voor welke producten de vraag afneemt bijvoorbeeld omdat de productie belastend is voor het milieu of door stringentere reguleringen minder aantrekkelijk worden. Je weet dan dat je die op termijn beter kunt uitfaseren en overschakelen op andere, kansrijke producten”. Het model laat ook toe dat geleerde lessen uit eerdere projecten geïntegreerd kunnen worden. Als bijvoorbeeld de vergroening van een bepaald productieproces een jaar geleden moeilijkheden gaf, met een lager dan verwachte ROI als gevolg, dan kan deze factor in het model worden verwerkt voor toekomstige besluitvorming.
“Het SPM model is zeer relevant voor bijna alle bedrijven” concludeert Martijn Eikelenboom, “omdat de duurzaamheidsprestaties van producten in toenemende mate zowel de kosten als de waarde voor de klant zullen beïnvloeden”.