EY-Parthenon: Ruim helft software-executives overweegt M&A voor groei
Meer dan de helft (54%) van alle Europese leiders van softwarebedrijven koos de afgelopen drie jaar voor een fusie of overname om verder te kunnen groeien. Ook de komende jaren blijft M&A een belangrijke aanjager voor groei, zo blijkt uit een rapport van EY-Parthenon in samenwerking met Potloc.
De software-industrie is zeer concurrerend. Met regelmaat schieten nieuwe startups uit de grond, die met hun innovaties zorgen voor disruptie in de markt.
Binnen dit competitieve landschap geldt M&A al lange tijd als een van de voornaamste manieren om te groeien. Overnames bieden softwarebedrijven toegang tot uiteenlopende voordelen – denk aan schaalvergroting, een uitgebreid softwareportfolio, geografische uitbreiding, meer toegang tot talent, kostensynergieën en meer.
Een nieuw rapport van strategieadvieskantoor EY-Parthenon en Potloc toont aan dat na een dip in de afgelopen jaren – mede als gevolg van de bredere economische terugval tijdens de coronapandemie – de M&A-activiteit binnen de softwarebranche inmiddels weer enigszins is opgeveerd.
De onderzoekers ondervroegen 300 CTO’s in heel Europa. Uit de rondgang komt naar voren dat M&A door de meeste leiders nog steeds gezien wordt als de beste manier om hun marktaandeel te vergroten, nieuw talent en capaciteiten binnen te halen en te profiteren van nieuwe technologieën zonder deze zelf intern te moeten ontwikkelen.
Synergieën
Voor 46% van de respondenten vormt productsynergie de belangrijkste reden om te kiezen voor een fusie of overname. “Deze kan bestaan uit het ontwikkelen van nieuwe en gedifferentieerde klantwaardeproposities, het integreren van functies en het bouwen van integraties of uniforme platforms om cross-selling mogelijk te maken”, legt Sander van Weele uit, partner bij EY Parthenon.
Ook kostensynergieën spelen vaak mee. Wanneer bedrijven erin slagen hun operaties te optimaliseren – door technologie en menselijk kapitaal samen te voegen na een M&A-deal – kunnen ze profiteren van zulke kostenvoordelen. Bovendien leidt dit onder de streep tot efficiënter softwareonderhoud, meer schaalbaarheid en flexibiliteit.
Dit soort synergieën zijn doorgaans echter lastig te realiseren, stelt Erik Oltmans, partner bij EY Parthenon. “En door de nadruk te leggen op frontend productsynergieën, wordt minder aandacht besteed aan de integratie en verbetering van de backend van de producten die zijn overgenomen.”
“Slechts 41% van de respondenten geeft aan dat ze technologieën ook daadwerkelijk integreren en een nog kleiner percentage (21%) harmoniseert de volledige technologie-infrastructuur”, geeft hij aan. “Dat terwijl dit juist vaak kostensynergieën oplevert door schaalvoordelen in de operaties.”
Een ander voordeel dat software-executives noemen bij hun keuze voor M&A, is de bredere toegang tot talent en nieuwe markten. Ook dit kan gezien de hevige concurrentie bepalend zijn voor het succes of falen van een softwarebedrijf.
Integratie
Vrijwel alle CTO’s (98%) schakelen externe adviseurs in om het post-fusie integratieproces in goede banen te leiden. Dit vanwege de complexiteit van het proces, dat zowel gevoelig als tijdrovend kan zijn. Bij zeer grote deals vindt bovendien vaak nauw overleg plaats met toezichthouders, zoals mededingingsautoriteiten of brancheorganisaties, waardoor externe expertise nog waardevoller wordt.
Niet alle M&A-deals zijn hetzelfde: sommige omvatten een volledige integratie van het ene bedrijf in het andere, terwijl bij andere deals de verschillende entiteiten wel onafhankelijk (kunnen) blijven opereren. En waar sommige integraties binnen zes maanden zijn afgerond, kunnen andere soms meerdere jaren duren.
70% van de software-executives geeft aan dat ze productsynergieën realiseren middels het integreren van product-frontends en het harmoniseren van de gebruikerservaring over verschillende producten. Hierdoor kunnen cross-sellmogelijkheden worden benut.
59% denkt dat de integratie van product- en R&D-governance helpt om development-inspanningen te richten op de belangrijkste functies die omzetgroei genereren.
Wat betreft het realiseren van kostensynergieën, ziet 80% van de CTO’s het integreren van de R&D-functie als de grootste prioriteit. “Dit omvat meestal het harmoniseren van beleidslijnen en processen, het delen van best practices tussen teams en het centraliseren van functies zoals architectuur, kwaliteitsborging en beveiliging”, licht Oltmans toe.
Hostinguitdagingen
In het softwarelandschap kunnen M&A-deals al snel leiden tot hosting-fragmentatie, waarbij verschillende bedrijven binnen dezelfde groep uiteenlopende cloudstrategieën en hostingconfiguraties gebruiken. Dat kan vervolgens zorgen voor uitdagingen op het gebied van compliance, schaalbaarheid, beveiliging en databescherming.
Van Weele geeft aan dat de hosting- en cloudstrategie van softwarebedrijven niet zozeer wordt beïnvloed door hun omvang.
“De keuze is veelal gebaseerd op de langetermijnstrategie en wettelijke vereisten, in plaats van op hoe deze keuze de groei van het bedrijf beïnvloedt”, legt hij uit. “Met andere woorden, naarmate softwarebedrijven groeien, hoeven ze hun hostingmodel meestal niet te wijzigen, omdat dit niet de belangrijkste factor vormt voor hun groei.”
Veel softwarebedrijven kiezen voor cloudopslag vanwege de flexibiliteit die het hen biedt, bijvoorbeeld in het snel kunnen op- en afschalen. Cloudoplossingen zijn de afgelopen jaren flink populairder geworden binnen het techdomein, aangezien het steeds moeilijker wordt om zelf de enorme hoeveelheden data op te slaan ten behoeve van bijvoorbeeld innovatieve AI-tools.
Buiten de softwaresector
Buiten de softwaresector is er dit jaar opvallend veel optimisme over de M&A-activiteit op de bredere Europese markt. Dit in tegenstelling tot vorig jaar, toen de M&A-activiteit relatief traag was.
Door aanhoudende wereldwijde economische problemen, zoals inflatie en geopolitieke instabiliteit, zijn investeerders wel voorzichtiger geworden met het inluiden van nieuwe deals.
Bovendien is er steeds vaker aandacht voor de technologie-due diligence. Dit betekent dat strategische kopers en financiële sponsors extra aandacht besteden aan het grondig controleren van technologie-investeringen, om te zorgen dat deze degelijk en verantwoord zijn.