Investeerders zien toekomst in prefab-bouwen
De investmentsector ziet in prefab-bouwen een veelbelovende groeimarkt. Volgens M&A-adviseur Aeternus staan investeerders in de rij om bedrijven in het segment op te kopen, en zijn ze inmiddels bereid meer te betalen dan voor traditionele bouwbedrijven.
Prefab-constructie, een methode waarbij bouwwerken en -onderdelen vooraf worden geproduceerd in fabrieken, wordt steeds vaker toegepast in de bouwsector. Deze aanpak biedt tal van voordelen, waaronder kortere bouwtijden, hogere bouwkwaliteit en lagere operationele kosten.
In deze tijd van enorme woningnood, inflatie en personeelstekorten in de bouw, wordt prefab-bouwen door velen dan ook gezien als een antwoord op verschillende grote uitdagingen. En met de toenemende vraag naar snelle, kostenefficiënte en duurzame bouwoplossingen, zien ook investeerders aantrekkelijke mogelijkheden om te investeren in prefab-specialisten.
Op basis van een eigen sectoranalyse, voorspelt Aeternus dat de markt voor fabrieksmatig gemaakte gebouwen en bouwonderdelen met ruim een derde zal groeien tot €4,2 miljard in Nederland tegen 2027, en met 30% tot €66,2 miljard in Europa tegen 2028.
Investeerders zijn nu bereid zijn meer te betalen voor bedrijven in de prefab-bouw dan voor traditionele bouwbedrijven. Over de afgelopen vijf jaar werd gemiddeld 7,3 keer de operationele winst betaald voor prefab- en modulaire bouwers, in vergelijking met 5,6 keer voor gewone bouwbedrijven.
Innovatie
Ook ziet Aeternus het prefab-segment verder evolueren, met geavanceerde technologieën. Denk aan de productie door robots van complete units, zoals voorgevels, badkamers of meterkasten. Deze geautomatiseerde productieprocessen in fabrieken verhogen de bouwsnelheid en -kwaliteit verder én verminderen de kosten.
De eerste investeringen zijn weliswaar fors, maar investeerders zien desalniettemin de potentie van deze innovatieve benadering van bouwen. Verschillende grote investeerders deden de afgelopen jaren hun intrede in de prefab- en modulaire bouwmarkt.
In 2022 nam NIBC Investment Partners bijvoorbeeld een 40%-belang in houtskeletbouwer Vadeko, verkreeg Parcom Capital Management een belang in prefab-bouwbedrijf Dijkstra Draisma en nam Mutares een meerderheidsbelang in Byldis, dat prefab-delen voor hoogbouw produceert.
Vergunningen vertragen
Er zijn echter, zo constateert Aeternus, ook uitdagingen verbonden aan ‘het nieuwe bouwen’. Eén daarvan betreft het verkrijgen van de vereiste vergunningen voor fabrieksmatig vervaardigde woningen. Waar het prefab-bouwen uitblinkt in snelheid, blijkt dit vaak een traag proces.
Vorig jaar bleek dit al een heel reëel probleem: flink wat kant-en-klare huizen moesten worden opgeslagen omdat het niet lukte afspraken te maken met gemeenten en woningcorporaties. Het leidde tot flink wat frustratie, begrijpelijk in het licht van het streven van het demissionaire kabinet om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te realiseren.
Diversificatie
Ondanks dergelijke obstakels ziet Aeternus de toekomst van prefab-bouwen zonnig in, zowel voor de bouw van huizen als bedrijfspanden. “Terwijl de woningbouw naar verwachting het leidende segment zal blijven qua marktaandeel, is de commerciële sector bezig aan een snelle inhaalslag”, aldus het fusie- en overnamebureau.
“Dit komt door een groeiende behoefte aan tijdelijke en permanente werkruimten. Ondernemers en investeerders in zowel de utiliteits- als woningbouw kunnen dus profiteren van de sectorgroei, waarbij ook diversificatie naar andere eindmarkten mogelijk is.”