Amsterdam uitstekend voorbereid op de mobiliteit van de toekomst
Amsterdam is volgens nieuw onderzoek uitstekend voorbereid op de mobiliteit van de toekomst. Onze hoofdstad hoeft alleen Helsinki voor zich te dulden, maar blijft steden als Berlijn, Londen, Singapore en Tokio voor.
Het onderzoek van Oliver Wyman is dit jaar voor de vijfde keer uitgebracht. Amsterdam wist in al die jaren een top 10-positie te bemachtigen. Vooral de sterke prestaties op het gebied van duurzame mobiliteit – Amsterdam wordt gezien als ’s werelds enige hoofdstad met meer fietsen dan bewoners – dragen bij aan de hoge algehele score.
Met een tweede plek weet Amsterdam dit jaar zelfs haar hoogste positie ooit te behalen in de benchmark, vooral dankzij continue investeringen in het fietsnetwerk en het stimuleren van elektrisch rijden. De grootste verbeterkans ligt in het verbeteren van het openbaar vervoer.
“Amsterdam is de fietshoofdstad van de wereld, dankzij een indrukwekkende fietsinfrastructuur bestaande uit uitstekende fietsroutes en stallingfaciliteiten”, schrijven de onderzoekers van Oliver Wyman in hun rapport.
Investeringen die zich volgens het onderzoek uitbetaalden beslaan het openen van een onderwatergarage onder het Centraal Station die plaats biedt aan 11.000 fietsen, het werken aan nieuwe fietsroutes en een campagne die erop gericht is om autorijders en trambestuurders bewust te maken van fietsers in het verkeer.
De gemeente Amsterdam heeft de ambitie uitgesproken dat tegen 2030 35% van alle ritten in de stad op de fiets wordt afgelegd.
Voor de mobiliteit-ranking nam Oliver Wyman 65 steden wereldwijd onder de loep. Deze werden beoordeeld op de mate waarin ze zijn voorbereid op de “mobiliteit van de toekomst”. Het gaat hierbij om de verwachtingen van zowel zakelijke als particuliere mobiliteit. Steden ontvingen scores rond tal van thema’s, verdeeld over drie dimensies: mobility readiness, sustainable mobility en public transit.
Nog een reden waarom Amsterdam zo hoog scoort – en dan vooral in de dimensie sustainable mobility – is vanwege haar leidende positie in elektrisch rijden.
“Onze hoofdstad streeft ernaar om tegen 2030 alle transport op basis van fossiele brandstoffen te elimineren en loopt wereldwijd voorop als het gaat om de dichtheid van oplaadstations”, aldus de onderzoekers van Oliver Wyman. “Tegen het einde van het decennium streeft Amsterdam ernaar meer dan 80.000 oplaadpunten te hebben – een aanzienlijke toename ten opzichte van de 9.600 oplaadpunten die de stad in 2020 had.”
Wat beter kan…
Waar Amsterdam nog niet echt indruk mee maakt, is haar ov-systeem. De efficiëntie van het systeem wordt weliswaar als hoog bestempeld en ook wordt er volop geïnnoveerd, maar afgezet tegen de koplopers in het ov (op plek één staat Hongkong) is er nog veel winst te behalen op terreinen zoals infrastructuur en sociale impact.
“Amsterdam presteert ondermaats op het gebied van het gebruik van openbaar vervoer als gevolg van problemen met de lage stationsdichtheid”, aldus Oliver Wyman. Dit zorgt bovendien voor een systeem dat minder toegankelijk is voor bijvoorbeeld ouderen of mensen met een (mobiliteits)beperking.
Bovendien is het openbaar vervoersysteem van Amsterdam slechts 19 uur per dag toegankelijk. In tal van andere steden, zoals Kopenhagen, staat het ov 24 uur per dag open voor reizigers. Ook wijzen de onderzoekers op de relatief hoge kosten van het Amsterdamse ov. In vele steden is het een stuk goedkoper om een bus of tram te pakken.
De top vier van het Oliver Wyman-onderzoek bestaat naast Helsinki en Amsterdam uit Stockholm en San Francisco. Megasteden als Londen en New York staan buiten de top 10.
