Top van EY stemt in met opsplitsing audit- en adviestak
De opsplitsing van EY in twee losse bedrijven is een stuk dichterbij gekomen. Het bestuur en topmanagement steunen het ingrijpende voorstel om de audit- en adviestakken te verzelfstandigen. De plannen zullen nu ter stemming worden voorgelegd aan de partners.
In mei van dit jaar kondigde EY aan dat het zijn adviesactiviteiten wilde verzelfstandigen in een nieuwe entiteit. Als het plan wordt goedgekeurd betekent het de grootste aardverschuiving in de accountancy- en adviessector sinds de ondergang van Arthur Andersen in 2002, waarmee de Big Five werden gereduceerd tot de Big Four.
EY, dat wereldwijd 130.000 werknemers telt, heeft nu bevestigd dat zijn bestuursteam en de leiders van de 15 grootste aangesloten kantoren (die samen goed zijn voor 80% van de $45 miljard aan jaaromzet) unaniem hebben ingestemd met het plan om zich in twee afzonderlijke organisaties op te splitsen.
“EY is trots op zijn status als toonaangevende wereldwijde zakelijke dienstverlener. De wereld verandert, en we moeten ons aanpassen om te blijven floreren en ons volledige potentieel te bereiken, terwijl we tegemoetkomen aan de behoeften van al onze stakeholders”, aldus chief executive Carmine Di Sibio.
“Na een zorgvuldige afweging van verschillende opties, zijn we er sterk van overtuigd dat we het veranderende landschap kunnen omarmen en bedrijven kunnen opbouwen die de toekomst van onze beroepen herdefiniëren, waarmee we opwindende nieuwe kansen creëren en meer langetermijnwaarde leveren voor de mensen, klanten en communities van EY.”
Door de splitsing, die intern bekendstaat als Project Everest, zou de audittak een zelfstandig bedrijf worden met een waarde van $18 miljard en een verwachte groei van ongeveer 7% per jaar. De audittak zou het EY-merk behouden.
De aparte consultingtak zal onder een nieuwe naam beginnen met een omzet van $24 miljard. Partners zullen volgens de plannen ongeveer 70% van het bedrijf in handen krijgen, terwijl 15% naar de beurs wordt gebracht en de overige 15% bestemd is voor de eigen medewerkers. Verwacht wordt dat de tak na de afscheiding met maar liefst 18% zal kunnen groeien.
Volgens de businesscase van Project Everest kan de afsplitsing de adviestak $10 miljard dollar per jaar extra opleveren, mede omdat het als onafhankelijk bedrijf ook zal mogen werken voor bedrijven die het nu vanwege niet mag bedienen omdat ze al klant zijn van de audittak – wetgeving ter voorkoming van belangenverstrengeling verbiedt dit. Enkele klanten waarvoor de audittak de boeken doet zijn Google, Amazon en Salesforce.
Wereldwijd verklaarden verschillende vooraanstaande leiders in de consultingsector – waaronder die van EY’s eigen strategietak EY-Parthenon – aan de media dat de opsplitsing een grote financiële stimulans voor het bedrijf zou betekenen. Ook het zich losmaken van een merk dat om de zoveel tijd wordt meegesleurd in een groot auditschandaal (voorbeelden: Wirecard en Carillion) wordt veel genoemd als voordeel.
Intussen zegt de audittak een groot deel van de opbrengst van de verkoop te willen gebruiken om de kwaliteit van zijn controles te verbeteren en de bezorgdheid van de toezichthouders over mogelijke belangenconflicten weg te nemen.
Wereldwijde stemming
De volgende stap in het proces – de stemming door de 13.000 partners van het kantoor – zal een ingewikkeld proces zijn. De stemming, die per land zal plaatsvinden (naar verwachting zullen in ongeveer 75 landen lokale stemmingen worden gehouden), zal later in 2022 van start gaan. Het kantoor verwacht de beslissing begin 2023 te kunnen afronden.
Tijdens het stemproces zal EY te maken krijgen met verschillen in de wijze waarop partners hun stem uitbrengen. In sommige landen is een gewone meerderheid van meer dan 50% van de stemmen nodig, terwijl in andere landen een twee derde meerderheid vereist is. Ook geven sommige locaties elke partner één stem, terwijl bij andere iemands stemrecht evenredig is aan het belang dat die partner bezit.
Ondertussen zal EY met een waardering moeten komen waar het partnerteam achter staat. Als EY zich opsplitst zouden de auditpartners in feite hun deel van de consultingactiviteiten verkopen, waarbij ter compensatie een flinke smak geld hun kant op zou vloeien. De waardering zal de omvang hiervan bepalen.
Deskundigen wijzen erop dat het vaststellen hiervan een helse taak zal zijn. In tegenstelling tot beursgenoteerde consultinggroepen als Accenture, Capgemini of Booz Allen Hamilton, is geen van de Big Four of de andere grote gecombineerde accounting- en consultingpraktijken beursgenoteerd, wat betekent dat er weinig vergelijkingsmateriaal op de markt is.
In verschillende media wordt gesproken over een verwachte gemiddelde uitkoopsom van zo’n $2 miljoen per partner. Hierbij kunnen de onderlinge verschillen echter behoorlijk oplopen – en daarmee mogelijk ook de gemoederen gedurende de komende maanden, waarin de partners het in meerderheid eens moeten zien te worden over de plannen.
Het goede nieuws voor de auditpartners is dat de deal anders in elkaar steekt dan de laatste keer dat zij hun consultingtak afstootten, in 2000 aan Capgemini. Destijds kwamen ze met de koper een volledige aandelenovereenkomst overeen, om vervolgens met lede ogen te moeten aanzien hoe de aandelen van Capgemini in twee jaar tijd met 95% kelderden toen de wereld in een economische crisis terechtkwam.
Daarover hoeven ze zich ditmaal geen zorgen te maken: de transactie zal volgens het plan dat er ligt in contanten worden afgewikkeld.
De overige Big Four?
Weinig verrassend heeft de radicale stap van EY een flinke discussie op gang heeft gebracht binnen de hoogste gelederen van rivalen Deloitte, KPMG en PwC, die net als EY onder druk staan om een splitsing van audit en consulting te onderzoeken.
PwC en KPMG lieten bij monde van topmannen Bob Moritz en Bill Thomas onlangs echter weten niet van plan te zijn om op korte termijn een dergelijke scheiding door te voeren, waarbij werd aangegeven dat de partners de multidisciplinaire aard van beide activiteiten waarderen.
In juni doken geruchten op dat Deloitte een splitsingsplan met Goldman Sachs aan het onderzoeken is, maar het bedrijf was er snel bij om de berichtgeving tegen te spreken, waarbij chief executive Punit Renjen verklaarde dat het bedrijf “toegewijd is aan zijn huidige businessmodel”.
In 2002 was Deloitte uiteindelijk de enige van de Big Four die zijn consultingdivisie niet afsplitste, een beslissing die Deloitte later een koploperspositie opleverde in het weer aantrekkende consultinglandschap.