Projectontwikkelaar eist €90 miljoen na afblazen van bouwproject
Een projectontwikkelaar heeft aan de hand van een extern onderzoek een schadeclaim van maar liefst €90,2 miljoen neergelegd bij de gemeente Schouwen-Duiveland.
In 2017 kreeg het project Brouwerseiland groen licht. Het leek er toen op dat er dertien eilandjes zouden worden aangelegd in het Zeeuwse Grevelingenmeer. Daarop zouden in totaal ruim driehonderd recreatiewoningen worden gebouwd. Maar daar zette de gemeente Schouwen-Duiveland eind 2020 ineens een streep door.
De projectontwikkelaar van Brouwerseiland was al meer dan tien jaar bezig met het project toen de gemeenteraad alles afblies. Enkele maanden na de aankondiging – in augustus 2021 – besloot de projectontwikkelaar een schadeclaim van €32 miljoen in te dienen bij de gemeente.
Inmiddels heeft de projectontwikkelaar een nieuwe schadeclaim neergelegd bij Schouwen-Duiveland, en die is heel wat hoger: ditmaal gaat het om een bedrag van ruim €90 miljoen. De ontwikkelaar baseert zich bij deze nieuwe claim op een onderzoeksrapport van adviesbureau Overwater Grondbeleid uit het Zuid-Hollandse Strijen.
Dat rapport bevat allerlei doorrekeningen. Onder andere van de exploitatie-inkomsten die de projectontwikkelaar is misgelopen en van de ontwerp- en onderzoekskosten die zijn gemaakt. Aan de hand daarvan concluderen de adviseurs van Overwater Grondbeleid dat de ontwikkelaar recht heeft op €90,2 miljoen.
Politieke onrust
Binnen de gemeente Schouwen-Duiveland was in de zomer van 2021 al grote onrust ontstaan toen de projectontwikkelaar €32 miljoen eiste. Nu deze dat bedrag bijna heeft verdrievoudigd, is de onrust alleen nog maar groter geworden – op een gemeentebegroting van €120 miljoen is €90,2 miljoen een gigantisch bedrag.
Robbert Lievense van Leefbaar Schouwen-Duiveland zegt in de regionale krant PZC allerminst te spreken te zijn over de ontwikkelingen. “Het lijken wel Russische praktijken. Ze leggen nu druk neer bij de bevolking: als jullie niet voor ons grote project gaan, dan is dit de schadeclaim. Wat denken ze nou? Dat we een stel gekken zijn ofzo?”
Bruno van der Hoek van de plaatselijke VVD-fractie laat aan een journalist van diezelfde krant weten zich niet te herkennen in de woorden van Lievense. “We hebben als enige partij altijd geroepen: we gaan breken met een contract en dat kan niet zonder consequenties zijn.”
Wie uiteindelijk aan het langste eind gaat trekken is op het moment van schrijven niet bekend. Op 25 april aanstaande buigt de Raad van State – de hoogste rechtsprekende instantie die een uitspraak kan doen over een geschil tussen een burger en de overheid – zich over de zaak.
