Archeologisch bureau RAAP graaft schat aan archeologische vondsten op
Archeologisch adviesbureau RAAP heeft een krap jaar veldwerk verricht in het Gelderse Spijk. Ondertussen is dat onderzoek afgerond. Met een fraai resultaat: maar liefst 20.000 archeologische vondsten.
Welke topografische feitjes kent u nog van de middelbare school? Dat de Rijn ons land binnenstroomt bij Lobith in Gelderland? Goed onthouden, maar toch niet helemaal juist. De Rijn dringt Nederland namelijk binnen bij het dorp Spijk – dat vroeger weliswaar onderdeel was van Lobith, maar dat nu samen met Lobith behoort tot de gemeente Zevenaar.
In de lente van 2021 startte RAAP – met ruim honderd medewerkers het grootste archeologisch adviesbureau van Nederland – in Spijk met het archeologisch onderzoek. Dat moest van de Rijksoverheid plaatsvinden voordat te Spijk in de Beijenwaard een overnachtingshaven zou worden aangelegd, speciaal bedoeld voor binnenvaartschepen.
Allereerst begonnen de experts van RAAP met een zogenaamd proefsleuvenonderzoek. Daarbij worden steekproefsgewijs enkele rechthoekige sleuven opengelegd van tien bij vijftig meter, waar vanuit de onderzoekers vaststellen of er daadwerkelijk de nodige overblijfselen uit de oudheid liggen verscholen.
Deze fase van het onderzoek kwam medio juli vorig jaar tot een einde, vertelt Eric Norde van RAAP. “We vonden toen al veel interessante restanten, onder meer van een steenfabriek. Maar de vondsten leverden ook nieuwe vragen op. Nu hebben we antwoorden waarmee we het grotere verhaal kunnen vertellen; ons beeld wordt steeds completer.”
Resultaat: 20.000 vondsten
In de herfst van 2021 begonnen de specialisten van het archeologisch adviesbureau aan de volgende fase van de studie. Daarbij werd – aan de hand van het proefsleuvenonderzoek – een veel groter deel van het aanstaande bouwterrein afgegraven. Inmiddels is deze fase van het onderzoek ook afgerond. En niet zonder succes.
RAAP legde de restanten bloot van een legerplaats uit de Tachtigjarige Oorlog, waar drieduizend soldaten van Prins Frederik Hendrik waren gelegerd. De legerplaats maakte deel uit van een grote omcirkelingslinie die in 1635 werd aangelegd om de Spaanse troepen te verdrijven uit de vestiging Schenkenschans, wat in 1636 ook lukte.
De overblijfselen van het kamp raakten door de eeuwen heen overspoeld door rivierklei. In totaal haalde RAAP maar liefst 20.000 vondsten uit de bodem. Denk aan skeletten van overleden soldaten, de opengewerkte beenderen van een leeuw, borden, kommen en bewerkte zilveren messen.
“Dat zijn echte museumstukken”, vertelt Norde. “Door alle vondsten zijn ook de onderkomens van de soldaten steeds duidelijker. Zo weten we nu met grote zekerheid dat een paar duizend soldaten zich in Spijk ophielden, terwijl ze wachtten tot ze de Schenkenschans net over de Duitse grens konden innemen. Ze bereidden zich hier dus voor op de strijd.”
Daarnaast is het historische beeld van de steenfabriek door de opgravingen ook verbeterd, laat Norde weten. “We hoopten zaken te vinden waarmee we de levens van de arbeiders kunnen reconstrueren. Dat is gelukt. Zo vonden we de restanten van arbeidershuisjes, waterputten en beerputten waarin het afval werd gestort.”
En wat gaat er precies gebeuren met de objecten die zijn opgegraven? Norde vertelt dat RAAP samen met adviesbureau Royal Haskoning DHV de komende tijd een digitaal museum over de vondsten gaat ontwikkelen. “Dat zal voor de zomer van 2022 klaar zijn. Dan maken we ook kenbaar hoe we het museum toegankelijk gaan maken.”