API-economie stuwt de vraag naar integratie-expertise
In de groeiende API-economie van vandaag, is er een stijgende vraag naar techneuten met diepe integratie-expertise aan de achterkant van IT. Dat zegt Jos Smits, CEO van Virtual Sciences, onderdeel van Conclusion.
Door gebruik te maken van APIs (application programming interface) wordt het steeds eenvoudiger om business applicaties en databronnen op verschillende plekken (‘on premise’, in de private- en public cloud) te koppelen en workflows te automatiseren. Hiermee kunnen bedrijven de kracht van data-integratie ontsluiten, om betere inzichten te krijgen of de dienstverlening en eigen bedrijfsvoering te verbeteren.
Sommige APIs zijn relatief ongecompliceerd. Deze kunnen eenvoudig worden ontwikkeld door DevOps-teams of zelfs door citizen developers. En met de opkomst van low code en no code is steeds minder technische kennis nodig om software te ontwikkelen. “’Software defined’ infrastructuren zorgen ervoor dat netwerkspecialisten en infrastructuurengineers steeds minder met techniek bezig zijn, en steeds vaker met een dashboard voor hun neus zitten”, legt Smits uit.
Maar er zijn ook APIs die beduidend complexer van aard zijn, en die diepgaande technische expertise vergen. In dergelijke gevallen moeten bedrijven een beroep doen op hun eigen technische integratie-experts, of externe experts op tijdelijke basis inschakelen om een dergelijke API te ontwikkelen.
Complexiteit verschuift naar achterkant
Door de ontwikkelingen in het huidige landschap, lijkt het alsof de complexiteit uit het IT-vakgebied aan het verdwijnen is. Maar niets is minder waar, zegt Smits. Hij legt uit: “De complexiteit is er nog wel degelijk, maar is verhuisd naar een voor velen onzichtbare achterkant. Namelijk naar de integratie van databases en applicaties die in verschillende talen zijn geschreven en die gebouwd zijn op verschillende technische concepten.” Hierbij geldt bovendien: “Hoe groter de diversiteit aan applicaties, hoe complexer het is om ze te laten samenwerken in één groot ecosysteem.”
Smits verwacht dat de vraag naar zulke integratie-expertise de komende jaren explosief zal stijgen. De explosie aan data zorgt ook voor een grotere behoefte aan meer inzichten in deze data en voor de noodzaak ook de achterkant goed te organiseren.
Maar wat maakt dan een goede integratie-expert? “Om uit te blinken, moet je snel verbanden kunnen zien en deze kunnen doorgronden. Deze vaardigheid wordt steeds belangrijker met het groeiende aantal databronnen, datatoepassingen en API’s. En een helikopterview zodat de expert er voor kan zorgen dat het ecosysteem aan applicaties en microservices als één geheel kan functioneren.”
Ook zijn mensen nodig die er een gedetailleerde en grondige aanpak op nahouden. “Je moet onder de motorkap kijken en nieuwsgierig zijn naar de werking. De oorzaak van problemen ligt vaak veel dieper verstopt dan je op het eerste gezicht denkt. Zeker omdat het abstractieniveau van zowel de software als de hardware zoveel hoger ligt dan in het verleden, zul je dieper moeten graven voordat je bij de werkelijke oorzaak terecht bent gekomen”, besluit Smits.