Helft familiebedrijven ziet omzet halveren door coronacrisis
Nederlandse familiebedrijven worden zwaar geraakt door de coronacrisis. Bijna de helft van de familiebedrijven verwacht voor deze maand een halvering van de omzet, maar de verschillen tussen bedrijven en sectoren lopen fors uiteen.
Volgens de laatste gegevens van het CBS telt ons land 270.000 familiebedrijven. Nieuw onderzoek van RSM en Nyenrode, die geregeld hun krachten bundelen om trends binnen de familiebedrijvensector te onderzoeken, laat zien dat ook de meeste van deze familiebedrijven de impact van COVID-19 niet bespaard blijft.
Terugloop omzet en winst
78% van de ondervraagde familiebedrijven geeft aan dat zij verwachten in april 2020 omzetverlies te zullen draaien ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Bij 6% van de familiebedrijven is de omzet totaal weggevallen en bij 44% van de familiebedrijven is de verwachte omzet voor april 2020 minimaal gehalveerd, vergeleken met die van april 2019. Voor 16% van de familiebedrijven blijft de omzet gelijk.
Ook de impact op de winstgevendheid voorspelt niet veel goeds. Ruim 22% van de familiebedrijven verwacht dat de winstgevendheid van 2019 zal omslaan in een verlies over geheel 2020 of dat zij in het beste scenario break even zullen draaien dit jaar. Bijna de helft (47%) van de familiebedrijven verwacht dat minstens de helft van de jaarwinst van 2019 in 2020 verloren zal gaan door de coronacrisis.
Onderzoekers Roberto Flören en Marta Berent-Braun van Nyenrode Business Universiteit en Laura Bles-Temme en Wilfred Castricum van RSM zijn echter van mening dat de daling in winstgevendheid in werkelijkheid nog veel hoger zal liggen, omdat “we bij het onderzoek de hoogte van de geprognotiseerde verliezen niet hebben bevraagd en deze derhalve niet wordt meegerekend”.
De enorme financiële impact gaat ook niet in de koude kleren zitten van directeur-grootaandeelhouders. Zo geeft 28% van de directeuren aan dat zij er ’s nachts wakker van liggen.
Gevraagd naar hoe zij de financiële kloof zo goed mogelijk proberen te overbruggen, geven de meeste directeur-grootaandeelhouders aan dat ze zullen moeten interen op hun eigen vermogen. Gemiddeld denken de familiebedrijven deze coronacrisis 10,3 maanden vol te houden, maar 12% van de familiebedrijven denkt dat zij het maximaal drie maanden volhouden.
Banken bieden uitkomst
Voor de laatste groep van familiebedrijven die in acute problemen kan geraken, kunnen banken ter ondersteuning uitkomst bieden. Opvallend is dat deze groep, in tegenstelling tot tijdens de financiële crisis, nu juist vertrouwen heeft in zijn bank: bijna de helft van de directeuren (42%) stelt dat zij tevreden zijn over de opstelling van de banken in deze crisis ten opzichte van hun familiebedrijf. Slechts een zesde van de directeuren is het oneens met deze stelling.
Ook opvallend is dat, ongeacht de nooit eerder vertoonde impact van de huidige crisis, de directeuren van de Nederlandse familiebedrijven positief naar de toekomst kijken. Zo is 68% van de directeuren optimistisch over de toekomst van het bedrijf na de coronacrisis. Dit komt vooral omdat ze deze crisis zien als een mogelijkheid om kansen te pakken en innovatie te versnellen.
