Nederland telt circa 25 kredietunies voor mkb-ondernemers
Sinds de lancering van de eerste kredietunie in ons land in 2013 zijn er nog 32 andere kredietunies opgericht, waarvan er momenteel nog 25 actief zijn. In de zes jaar dat kredietunies bestaan is er meer dan €12 miljoen aan krediet verstrekt aan mkb-ondernemers. Daarmee speelt de financieringsvorm een beperkte rol in het alternatieve financieringslandschap. Dat blijkt uit onderzoek van KplusV in opdracht van de Tweede Kamer.
Sinds de crisis die startte in 2008, is de regelgeving voor banken strenger geworden en kwamen veel bedrijven, vooral uit het mkb-segment, niet meer in aanmerking voor financiering. Als reactie op de teruglopende kredietverschaffing en met het oog op het helpen van middelgrote en kleine bedrijven bij het vinden van de kapitaalmarkt, zijn enkele jaren daarop in ons land zogeheten kredietunies ontstaan.
Een kredietunie is een samenwerkingsvorm van en voor ondernemers, waarin men elkaar onderling krediet verschaft. In 2013 zijn de eerste kredietunies in Nederland opgericht. Het ontstaan van de kredietunies maakt deel uit van een bredere trend van toenemende alternatieve financieringsvormen. Hierbij spelen nieuwe technologische mogelijkheden een grote rol.
Naar aanleiding van een motie in de Tweede Kamer vroeg het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan organisatieadviesbureau KplusV om de markt voor kredietunies in kaart te brengen. Hieruit is een rapport voortgekomen – ‘Vijf jaar Nederlandse kredietunies’ – dat door staatssecretaris Mona Keijzer onlangs aan de Tweede Kamer werd gepresenteerd. In het rapport hebben de onderzoekers onder andere de opbrengsten van vijf jaar kredietunies op een rij gezet. In het zelfde onderzoek is ook gekeken naar het toekomstperspectief van kredietunies.
Het landschap in beeld
Tussen 2013 en 2018 zijn er in Nederland 33 kredietunies opgericht, zo valt te lezen in het rapport. Hiervan zijn er dit jaar nog maar 25 van actief, die openstaan voor kredietaanvragen. Acht kredietunies hebben hun activiteiten stopgezet. De 25 bestaande kredietunies hebben circa 900 leden, wat neerkomt op gemiddeld 36 leden per kredietunie. De huidige kredietunies zijn overwegend actief in de provincies Groningen, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Gelderland, maar ook in de bakkerijbranche en in de binnenvaartsector. De grootste kredietunie is COP Veluwe met 120 leden. Kredietunie Brabant en Binnenvaart Kredietunie Nederland zijn daarnaast met 80 leden ook grote kredietunies. Verder bestaan er ook tien kredietunies in ons land met minder dan 15 leden.
In totaal zijn de afgelopen jaren bij de kredietunies meer dan 800 aanvragen voor leningen gedaan. Uit de door de onderzoekers afgenomen interviews blijkt dat veel kredietunies informeel meer aanvragen binnenkrijgen, die ze vaak telefonisch al afwijzen. Van alle aanvragen zijn er in de onderzoeksperiode in totaal 163 leningen verstrekt. Met het oog op de doelgroep richten de kredietunies zich vooral op kleinere organisaties uit het mkb-segment, die een een relatief kleine kredietbehoefte hebben (tot circa € 250.000). De behoefte bestaat zowel uit werkkapitaal als uit een investering voor bedrijfsmiddelen.
Beperkte rol kredietunies financieringsmarkt
in totaal hebben de 25 kredietunies de afgelopen vijf jaar ‘slechts’ €12,5 miljoen aan kredieten verleend, waarbij vijf kredietunies meer dan €1,0 miljoen hebben verstrekt. Gemiddeld verstrekken kredietunies daarmee €2,5 miljoen per jaar. Op basis van deze cijfers lijken kredietunies in het financieringsdomein dan ook een beperkte rol te spelen. Voor individuele ondernemers die door de kredietunies zijn gefinancierd, hebben deze weliswaar een belangrijke rol gespeeld, maar op macroniveau spelen de kredietunies op dit moment geen rol van belang, zo valt op te maken uit het onderzoek.
In tegenstelling tot deze financieringsvorm, doen andere alternatieve financieringsmiddelen het beter. Een goed voorbeeld is het al jaren populaire crowdfunding. Sinds 2013 heeft deze financieringsvorm jaar op jaar een enorme groei in populariteit gekend. Alleen al in de de eerste helft van 2019 is in Nederland €203 miljoen met crowdfunding opgehaald, zo’n €50 miljoen meer dan in de eerste helft van 2018 – toen werd in totaal €329 miljoen opgehaald. Ter vergelijking: vijf jaar geleden werd nog €63 miljoen met crowdfunding opgehaald. Ook private kredietverstrekker Qredits verleent alleen al op jaarbasis zo’n €50 miljoen aan kredieten aan middelgrote en kleine ondernemers. En via zogenoemde ‘business angels’ ontvangen bedrijven zo’n €120 miljoen aan investeringen, zo is in het rapport lezen.
“Wij verwachten dat wanneer kredietunies op de huidige voet doorgaan zij over vijf jaar ongeveer €30-40 miljoen in totaal verstrekt hebben.”
KplusV
Kijkend naar het bloeiende landschap, rijst de vraag waarom kredietunies dan eigenlijk zo’n ‘beperkte rol’ spelen. Volgens staatssecretaris Keijzer, die zich baseert op de bevindingen uit het rapport, liggen hieraan verschillende factoren ten gronde. Belangrijke redenen zijn onder meer de minder goede bekendheid en het lagere bereik van kredietunies binnen ondernemersnetwerken, met daarin organisaties uit het mkb-segment met veelal kleinere kredietbehoeften. Door onvoldoende bekendheid, komen er volgens de kredietunies zelf simpelweg te weinig kwalitatief goede aanvragen bij hen binnen. Van de 800 aanvragen die de laatste jaren zijn ingediend, werden er uiteindelijk 163 goedgekeurd. De kredietunies spreken zelf van “te weinig vertrouwen in de ondernemer”.
Nog een andere invalshoek en reden voor het beperkte animo voor kredietunies is dat financiering via deze weg een relatief dure methode kan zijn, zo stellen de onderzoekers. Want in veel gevallen is het ook een financieringsvorm zonder zekerheden. Volgens de onderzoekers kiezen veel ondernemers daarom eerder voor andere, goedkopere opties, terwijl ze daarbij kredietunies soms dan ook als een ‘laatste optie’ in hun financieringsmix beschouwen. De gemiddelde rente voor krediet via een kredietunie bedraagt zo’n 7% à 8% per jaar.
Versplinterde vertegenwoordiging
Maar ook een andere reden wordt gegeven. Zo zijn er tegelijkertijd twee brancheorganisaties actief, die beide de belangen behartigen van de kredietunies en die volgens de onderzoekers de ontwikkeling en groei van deze alternatieve financieringswijze afremmen. Het gaat om de brancheorganisaties Vereniging Kredietunie Nederland (VKN) en Vereniging Samenwerkende Kredietunies (VSK).
Volgens de onderzoekers is er behoefte vanuit de unies aan één enkele brancheorganisatie, die ondersteuning kan bieden en een faciliterende functie vervult. Een fusie tussen beide partijen als oplossing is in het verleden vaker geprobeerd, maar lijkt de komende jaren minder waarschijnlijk. Beide partijen zijn namelijk in 2012 ontstaan vanuit een gezamenlijk initiatief, maar gingen door een verschil in visie onafhankelijk van elkaar verder, waarna meerdere fusiepogingen strandden.
Gezien de ontwikkelingen van kredietunies tot nu toe en gelet op de lange doorlooptijd voor het opzetten van een levensvatbare kredietunie, is het niet de verwachting dat kredietunies binnen afzienbare tijd een vlucht zullen nemen, zo schrijven de onderzoekers in hun rapport: “Wij verwachten dat wanneer kredietunies op de huidige voet doorgaan zij over vijf jaar ongeveer €30-40 miljoen in totaal verstrekt hebben.”