Personeelstekort in ggz leidt tot kwaliteitsverlies en risico's
Ook de komende jaren blijft het personeelstekort het grootste probleem voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Het groeiende tekort leidt tot oplopende wachttijden, veiligheidsrisico’s en mogelijke sluitingen van ggz-locaties. Bovendien loopt de werkdruk op, resulterend in meer ziekteverzuim en daarmee hogere personeelskosten, waardoor de winstgevendheid van ggz-instellingen onder druk komt te staan.
Dit zijn enkele van de voornaamste conclusies die KPMG trekt op grond van een analyse van de sector. De onderzoekers waarschuwen dat de diverse problemen die met het oplopende personeelstekort gepaard gaan er samen voor kunnen zorgen dat de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg in het geding komen.
“De blijvende druk op de budgetten en de schaarste aan personeel houden het Nederlandse ggz-landschap duidelijk in hun greep”, stelt Karin Lemmens van KPMG Health. “Het lijkt erop dat vooral de grotere (integrale) ggz-instellingen zorg moeten leveren onder grote financiële druk. Ze zitten gevangen in het huidige systeem van omzetplafonds en prijsplafonds, waarbij een afspraak gemaakt wordt over de maximale gemiddelde prijs per patiënt.”
“Afgesproken is dat er ruimte is voor een gemiddelde volumegroei van 1%, maar berekeningen gaan uit van een jaarlijkse groei van 3,4% van de zorgvraag”, legt Marlies Prins van KPMG Corporate Finance uit. “Dat betekent dus dat de ggz-instellingen het risico lopen om 2,4% van de zorgvraag niet vergoed te krijgen. Dit leidt óf tot een kostenstijging van zo’n €250 miljoen óf betekent dat ggz-instellingen niet kunnen voldoen aan de zorgvraag.”
Meer omzet, minder winst
Terwijl de financiële druk oploopt, blijken de kosten van de ggz nog altijd minder hard te stijgen dan de totale zorguitgaven. “Dat komt vooral door de afspraken die zijn gemaakt in het hoofdlijnenakkoord, een beperking van de Wlz-uitgaven en de decentralisatie van de Wmo”, aldus Lemmens.
Bovendien liet de sector vorig jaar voor het tweede jaar op rij een omzetherstel zien. Ondanks de 3,2% omzetstijging die vorig jaar werd behaald, verslechterde het operationele EBITDA-resultaat echter. Dit is volgens KPMG volledig te wijten aan de sterke stijging van de personeelskosten, die uitkwam boven de 5%.
Transformatiekracht in gevaar
Prins merkt op dat de huidige krapper marges ook een negatieve weerslag kunnen hebben op de toekomst: “Dit is niet alleen vandaag de dag zorgelijk, maar vormt ook een risico voor de toekomstbestendigheid en transformatiekracht van de geestelijke gezondheidszorg. Het beperkte operationele resultaat betekent dat minder geld beschikbaar is voor het doen van investeringen of het aantrekken van financiering. Zorgaanbieders hebben dus moeite om de noodzakelijke technologische vernieuwing te bekostigen en te komen tot een herontwerp van het primaire proces.”
Dit terwijl nieuwe inzichten op de organisatie van de zorg en het benutten van nieuwe mogelijkheden vanuit technologie volgens Lemmens juist essentieel zijn voor een toekomstbestendige ggz: “De winst moet gezocht worden in andere en slimmere manieren van werken en het zoveel mogelijk digitaliseren van zorgprocessen. We zien inmiddels dat stappen vooruit worden gezet, bijvoorbeeld bij zorgverlening in de wijk en de inzet van technologische innovaties, zoals e-health en behandelingen met behulp van gamification.”
Dit is echter niet voldoende, zo benadrukt Lemmens tot slot: “Een volledige transformatie naar de ggz van de toekomst is noodzakelijk. Er is een ander perspectief nodig, zowel in de benadering van de patiënt waarbij de focus ligt op gezondheid in plaats van ziekte als in de wijze waarop de zorg georganiseerd is. Technologie speelt hierbij een cruciale rol. Het tempo van de veranderingen moet echter wel omhoog. De oplossingen voor de toekomst moeten gezocht worden in andere en slimmere manieren van werken om de beschikbare capaciteit optimaal te benutten. En de digitale route vraagt om sterk leiderschap om met een koersvaste investeringsagenda de noodzakelijke transformatie vorm te geven.”