Vijf succesfactoren voor het opzetten van een digitaal platform
Digitale platforms schieten als paddenstoelen uit de grond. Terwijl de vele honderden initiatieven het succes van internationale koplopers als Uber, Airbnb, Netflix of Nederlandse varianten als Werkspot en Bol.com proberen te kopiëren, is de route naar succes geen gemakkelijke. Om te slagen, moeten platforms een kritische massa bereiken, een top gebruikerservaring aanbieden om klanten te binden, en effectief en efficiënt de behoeften tussen vragers en aanbieders faciliteren.
Gedurende haar loopbaan in digital marketing, is Luciënne Mathot veel bedrijven tegengekomen die een eigen digitaal platform aan het lanceren zijn, of dit reeds hebben gedaan. Volgens de ervaren adviseur, momenteel werkzaam bij EY VODW, zijn er vijf randvoorwaarden die essentieel zijn voor het laten slagen van een dergelijke platform.
Klant centraal
Allereerst is het centraal stellen van de klant een cruciale factor. Hoewel het gemakkelijk klinkt, moet vooraf goed onderzocht worden wat de behoeften van klanten zijn, en waarom zij zich nu op een bepaalde manier gedragen. Mathot legt uit dat veel organisaties soms vanuit de verkeerde aannames een digitaal platform lanceren en inrichten. Als voorbeeld noemt ze een partij die een digitaal platform startte, met als uitgangspunt het bieden van een ‘alles-op-een-plek’. Klanten waren daar echter niet naar op zoek, met als gevolg dat het succes uitbleef doordat bezoekers het platform onvoldoende bezochten. Mathot adviseert dan ook: “Onderzoek vooraf hoe klanten zich oriënteren en gedragen op het onderwerp en sluit daarop aan.”
Klantgedrag
Een tweede aspect waar ontwikkelaars van digitale platformen op moeten letten, is dat ze het gedrag van klanten bij het gebruik van een eenmaal gelanceerd platform goed in kaart dienen te krijgen. Een platform wordt door klanten namelijk niet altijd op de manier gebruikt waarvoor deze bij het bedenken ervan was ingericht. Het verzamelen en analyseren van data van klantgedrag is volgens Mathot dan ook essentieel: “Laat deze klantdata leidend zijn en herzie zo nodig je doel en visie.” Klantdata kan in dat kader richting geven aan de kortetermijnontwikkeling van een platform, terwijl gebruikersdata bij kan dragen aan de langetermijnontwikkeling ervan, zo wordt gesteld in een ander onderzoek.
Agile aanpak
Ten derde doen ontwikkelaars van een digitaal platform er goed aan een agile aanpak te hanteren. Volgens Mathot is een agile manier van werken uitermate geschikt voor het besturen van een digitaal platform. Ze raadt organisaties dan ook aan om hun ontwikkelteams hierop in te richten en hun besluitvorming erop af te stemmen. Al jarenlang wordt de kracht van een agile aanpak in tal van onderzoeken bevestigd. Zo kan door een agile manier van werken de klantenservice verbeterd worden, de bedrijfsvoering efficiënter worden ingericht en innovaties succesvoller gerealiseerd worden.
Besturing
Verder is de besturing van het platform van groot belang, vertelt Mathot. Ze legt uit hoe het opstarten van een digitaal platform, vooral in traditionele werkomgevingen, binnen de gehele organisatie om aanpassingen vraagt. Ze benadrukt hierbij dat het succes van een digitaal platform in het bijzonder afhankelijk is van de IT-infrastructuur. Ook kunnen diverse ondersteunende marketingtechnologieën uitkomst bieden, legt Mathot uit. Zo kan een customer data platform de complete customer journey in kaart brengen en maakt een tool als Optimizely tests en aanpassingen op persoonsniveau mogelijk. Ten slotte kan het zinvol zijn om externe hulp in te schakelen om de juiste marketing technology stack te selecteren, aldus Mathot.
De juiste expertise
Als vijfde element, wijst ze op het inschakelen van de juiste expertise. De kennis en kunde voor het optimaal ontwikkelen, besturen of onderhouden van een digitaal platform zijn namelijk niet altijd voorhanden binnen de eigen organisatie. Mathot: “Het besturen van een digitaal platform, het ontwikkelen en de marketing kunnen afwijken van wat de organisatie gewend is.” De EY VODW-adviseur raadt bedrijven tot slot aan om bij het ontwikkelen van producten ook de krachten te bundelen met een UX-specialist of om bijvoorbeeld te experimenteren op het gebied van design thinking.