AI voegt €13 biljoen toe aan wereldeconomie tegen 2030
Volgens een nieuwe studie van McKinsey & Company zal tegen 2030 maar liefst 70% van de bedrijven wereldwijd beschikken over ten minste één vorm van kunstmatige intelligentie (AI). In het onderzoek wordt gesteld dat AI het komende decennium de wereldeconomie jaarlijks met 1,2% extra kan laten groeien. Om dit economisch potentieel volledig te benutten moeten er wel aanzienlijke regionale, organisatorische en technische tekortkomingen worden aangepakt
Het McKinsey Global Institute nam vijf vormen van kunstmatige intelligentie onder de loep om een model te creëren over hoe de toekomstige economie er dankzij de AI-technologie uit zou kunnen zien. Hierbij werd gekeken naar computer vision, natural language, virtual assistants, robotic process automation en advanced machine learning, omdat bedrijven deze vijf tools waarschijnlijk – in variërende mate – zullen gebruiken. De onderzoekers verwachten dat wereldwijd zeven op de tien bedrijven tegen 2030 ten minste één van deze vormen van AI zullen gebruiken, waarmee ze profiteren van het innovatievermogen van de technologie.
In dat licht, suggereren de onderzoekers dat een vlugge adoptie van de AI-technologie bedrijven die veel competitie ervaren een grote kans kan bieden om beter te presteren dan hun rivalen. De analisten van McKinsey geven aan dat dat de AI-technologieën zouden kunnen leiden tot een prestatiekloof tussen koplopers – die AI-tools volledig absorberen in hun ondernemingen in de komende vijf tot zeven jaar – en volgers – die pas tegen 2030 de technologie adopteren – en niet-adoptanten, die helemaal geen gebruik zullen maken van AI-technologieën, of deze pas na 2030 zullen opnemen in hun ondernemingen.
Het model van McKinseys onderzoeksgroep laat zien hoe fataal de gevolgen precies kunnen zijn. Over de hele linie genomen, komt naar voren dat koplopers op het gebied van AI-adoptie per saldo rekening mogen houden met een financieel voordeel van maar liefst 122%, terwijl volgers blijven haken op slechts 10% en niet-adoptanten zelfs worden geconfronteerd met negatief totaalplaatje (-23%). Terwijl McKinsey erkent dat de impact van AI niet constant of lineair is, zal de impact van de technologie naar alle waarschijnlijkheid naar loop van tijd in rap tempo toenemen. En ondanks dat vooroplopers met een aantal initiële problemen te maken zullen krijgen, waaronder een groei van de transitiekosten (+18%) en een forse toename van de investeringsuitgaven (+77%), zullen ze hun productiewinsten met 82% verhogen. De totale outputwinst zal zelfs nog meer stijgen (+135%).
Terwijl het implementeren van AI in een onderneming niet van de ene op de andere dag een zichtbaar resultaat oplevert, stellen de onderzoekers dat het verkeerd is dit te interpreteren als een teken dat het effect van de technologie beperkt zou zijn. Het gapende gat dat na enkele jaren ontstaat tussen koplopers (+122%) en niet-adopters (-23%) onderstreept dat. De voordelen voor degenen die al vroeg in deze technologieën investeren, zullen in de loop der jaren toenemen, ten koste van bedrijven die AI slechts deels of helemaal niet adopteren. Deze laatste twee partijen willen graag op de korte termijn geld besparen op aanzienlijke kosten op het gebied van investeringen en op het gebied van het leren en inzetten van de technologieën.
Dergelijke ‘laggards’ (‘achterblijvers’), zoals de auteurs van het rapport deze groep typeren, zullen waarschijnlijk slechts 11% aan winstgroei waarnemen binnen hun gehele economische systeem, terwijl ze ongeveer 49% van hun totale outputwinst verliezen. De uitgavenniveaus voor transities bij dergelijke bedrijven, die veronderstellen dat het niet implementeren van AI zal leiden tot besparingen, zullen tegen 2030 juist met 4% stijgen.
“Kunstmatige intelligentie maakt de weg vrij voor het creëren van een nieuwe generatie arbeidskrachten, waarbij bots zich ontfermen over de tijdrovende repetitieve taken en organisaties de mogelijkheid bieden om hun werknemers opnieuw in te zetten voor meer waardecreërende taken”, stelt Alex Guillen, Market Manager bij IT-adviesbureau Insight, in reactie op de uitkomsten. “Maar als bedrijfsleiders in toenemende mate blijven inzetten op de adoptie van de complexe AI-technologie, zullen ze eveneens moeten gaan kijken naar hoe ze hun organisaties moeten aanpassen, om zo de bots te kunnen beheren, te monitoren en te ondersteunen, net zoals dat bij mensen moet. Om succesvol te zijn, moeten organisaties een cultuur hebben die passend is voor automatisering, net zoals ze een cultuur moeten hebben die passend is voor een divers personeelsbestand.”
Invloed op de wereldeconomie
Het onderzoek van McKinsey suggereert dat AI het potentieel heeft om tegen 2030 circa €13 biljoen toe te voegen aan de wereldeconomie. Dat komt neer op meer dan 16% van de huidige omvang van het wereldwijde BBP. En bovendien is dat zo’n 15% meer dan de impact die de onderzoekers verwachten tegen 2023.
Tegen 2030 zal AI waarschijnlijk het grootste voordeel hebben opgeleverd op het gebied van dienst- en productinnovatie. In vergelijking met de huidige situatie, zou AI in dit opzicht tot een verbetering van 24% kunnen leiden, omdat de technologie repetitieve taken zou kunnen uitvoeren, waardoor de menselijke arbeidskracht kan worden ingezet voor bijvoorbeeld creatievere activiteiten. Daardoor maakt de technologie het voor bedrijven ook mogelijk gehoor te geven aan een stijgende vraag zonder daarbij de personeelsomvang te hoeven vergroten. Terwijl sommige negatieve neveneffecten onvermijdelijk zijn bij de invoering van een nieuwe technologie, zou de positieve impuls die AI economisch zou kunnen generen nog steeds enorm opwegen tegen de mogelijke bijkomende problemen van de technologie.
Een van de meest zorgwekkende problemen die in het rapport worden genoemd is dat AI de kloof tussen arm en rijk verder zou kunnen verankeren. Vooraanstaande AI-landen zouden in vergelijking met hun huidige situatie door middel de technologie een extra 20% tot 25% aan netto economische voordelen kunnen behalen, terwijl ontwikkelingslanden met een vergelijkbare aanpak slechts 5% tot 15% aan economische terreinwinst kunnen realiseren. In ontwikkelingslanden is het verhoudingsgewijs stukken duurder om AI-oplossingen te implementeren. Doordat de lonen daar lager zijn, levert het vervangen van arbeid door technologie minder economische voordeel op. Als deze economieën als geïsoleerde en geïnternaliseerde markten worden beschouwd, zou dit niet zo’n probleem zijn, maar wanneer de potentiële productiviteitsrendementen worden vergeleken met de noodzaak om te concurreren in een geïnternationaliseerde markt, blijkt de problematiek schrijnender.