BMC adviseurs over methode Maatschappelijk Rendement in beeld
Het is een uitdaging om goed in beeld te brengen wat het maatschappelijk rendement van een project of maatschappelijk initiatief is. Deze uitdaging kennen organisaties in het welzijnsveld maar al te goed, maar ook (zorg)aanbieders die meer specialistische hulp bieden, hebben soms moeite om de resultaten van hun inspanningen zichtbaar te maken.
Ondertussen ontstaat in het zorg- en welzijnsveld een toenemende aandacht voor contracteren en sturen op het resultaat. Aanbieders van zorg en welzijnsactiviteiten wordt gevraagd: wat levert een project nu daadwerkelijk op? Is het ook mogelijk om dat te vertalen naar het rendement in euro’s? En hoe verhoudt zich dat tot de opbrengsten in kwalitatieve zin: de impact op het welzijn van deelnemers aan een project? Andrew Britt, Kees-Jan van de Werfhorst en Herman Uffen van BMC geven tekst en uitleg.
Verhalen verenigen met cijfers
BMC heeft in het afgelopen jaar door middel van drie projecten een methode ontwikkeld waarmee organisaties de ‘verhalen’ verenigen met de ‘cijfers’: ‘Maatschappelijk Rendement in Beeld’. Andrew Britt, Senior onderzoeker/adviseur bij BMC: “Met deze methode maken we inzichtelijk wat een project in kwalitatieve zin oplevert voor deelnemers en hun omgeving, en wat het financiële rendement bedraagt in het terugbrengen of voorkomen van maatschappelijke kosten. Een bijkomend voordeel van de werkwijze is dat professionals uit de betrokken organisaties zich heel bewust worden van het maatschappelijk rendement (in financiële zin) van hun inspanningen.”
Kees-Jan Van de Werfhorst, Senior adviseur/onderzoeker, voegt toe: “Organisaties krijgen via de methode ‘Maatschappelijk rendement in beeld’ een middel beschikbaar om op een andere manier het gesprek te voeren met financiers (bijvoorbeeld gemeenten en verzekeraars) en daarbij duidelijk te maken wat de toegevoegde waarde (ook in financiële zin) is van hun aanpak.”
Casussen in verschillende domeinen
BMC Senior adviseur Herman Uffen: “Hoe wij dit in beeld brengen? In essentie is het vrij eenvoudig, namelijk door het te vragen aan cliënten en professionals. Wij nemen hiervoor diverse casussen (deelnemers en hun naasten) en voeren diepte-interviews uit met deze personen. We vragen bespreken eerst de situatie voor deelname aan het project. Daarbij worden verschillende levensdomeinen doorgenomen. Vervolgens bespreken we de ervaringen gedurende het traject: Wat heeft deelname betekend? Wat is er veranderd? Zo ontstaat een beeld van de impact in kwalitatieve zin. Verder besteden we aandacht aan zorg of ondersteuning die maatschappelijke kosten met zich meebrengen, zoals middelen- en medicijnengebruik, of (medische) behandelingen. Ook verkennen we (latente) risicovolle situaties, gezondheidsproblemen, inkomensondersteuning, schulden, et cetera.”
“Met de methode ‘Maatschappelijk Rendement in Beeld’ maken we inzichtelijk wat een project in kwalitatieve zin oplevert voor deelnemers en hun omgeving, en wat het financiële rendement bedraagt in het terugbrengen of voorkomen van maatschappelijke kosten.”
Spiegelen in sessies
Britt: “Wij spiegelen deze opbrengsten tijdens sessies met de betrokken professionals. Deze sessies bieden een zeer waardevol aanvullend perspectief op de casussen. De opbrengst die voortvloeit uit de gesprekken vormt de input voor de analyse, waarbij we de volgende elementen in kaart brengen:
- Input – Dit is de startsituatie van de deelnemer, gedefinieerd en gekwantificeerd door middel van het bedrag van de maatschappelijke kosten op het desbetreffende moment. Deze kosten bestaan uit elementen zoals het gebruik van bepaalde voorzieningen (ggz, verslavingszorg, inzet Jeugdhulp, inzet Welzijnsinstellingen, et cetera), eventuele schulden, (kans op) een uitkering of het mislopen van een startkwalificatie en de aanwezigheid van risicovolle situaties (bijvoorbeeld weglopen, uithuisplaatsing, middelengebruik, gameverslaving, op straat zwerven).
- Activiteiten – Bedoeld worden de activiteiten en interventies die gedurende het traject zijn uitgevoerd door de organisatie en/of maatschappelijke partners.
- Output – Dit is de huidige situatie van de deelnemer, in kaart gebracht aan de hand van het gebruik van voorzieningen, het voorkomen van risicovolle situaties en het verbeteren van het eigen toekomstperspectief (bijvoorbeeld door het behalen van een startkwalificatie of verkrijgen van een baan).”
Analyse van maatschappelijke effecten
Door de input en output tegen elkaar af te zetten, blijkt in hoeverre er een verandering is opgetreden. Van de Werfhorst: “In werksessies met professionals kijken we in hoeverre de veranderingen tussen input en output zijn toe te schrijven aan de ontplooide activiteiten en analyseren wij in hoeverre het individu bepaalde type ondersteuning niet meer of minder gebruikt, of risico’s zijn voorkomen in het kader van preventie en/of hij of zij in staat is om zijn of haar eigen inkomen te verdienen.”
Britt: “Samen zijn dit de maatschappelijke effecten. Door de input af te zetten tegen de maatschappelijke effecten en daar de gedane investering ten aanzien van de ingezette activiteiten af te trekken, berekenen we het maatschappelijk rendement op casusniveau.” Onderstaande figuur geeft schematisch deze systematiek weer:
De adviseurs geven twee praktijkvoorbeelden:
Voorbeeld 1: ‘Stoelen met Kansen’ (Leviaan, Parlan, Triversum, Parnassia Groep)
Het project Stoelen met Kansen is een traject gericht op jongeren (16 t/m 23) met (ernstig) psychische problematiek, zoals depressie, trauma’s of angststoornissen. Met individuele coach- en trainingstrajecten werken de jongeren aan hun persoonlijke ontwikkeling op het gebied van (psychische) gezondheid, wonen, werk en sociale relaties.
Een accountmanager van maatschappelijke stichting Leviaan geeft aan: “Het sterke van het onderzoek is dat de preventieve werking (van ons programma) er goed uit naar voren komt.” Het uitgangspunt is dat de jongeren zelf bepalen wat zij op dit moment nodig hebben in hun stap naar zelfstandigheid en deelname aan de maatschappij. De coaching vindt plaats binnen de eigen woon-, werk- en leefomgeving van de jongeren, passend bij de situatie en behoefte op dat moment. Jongeren kunnen daardoor het geleerde direct in de praktijk toepassen. In financiële termen blijkt uit de geëvalueerde casussen een gemiddeld maatschappelijk rendement van circa € 37.000,— per deelnemer.
Elementen van kwalitatief rendement
- Van de startsituatie: depressies, sociaal isolement, trauma’s, angststoornissen, afkeer voor hulpverlening, ontkennen van de beperking;
- Ontwikkeling naar: afgenomen depressie, opbouw van sociale contacten, veilige thuissituatie, bereidheid hulp te accepteren, stabielere financiën, geen/minder kans op zelfdoding.
“Deze methode maakt je bewust van wat uniek is aan je eigen werkwijze.’ (...) ‘Het is een ‘eye opener’ geweest”, aldus de accountmanager van Leviaan.
Voorbeeld 2: ‘het Vrijwilligershuis’ (van Alifa)
De Stichting Alifa biedt verschillende vormen van ondersteuning aan inwoners van Enschede, waaronder het wijkwelzijn. Alifa gaat daarbij uit van preventie en integraliteit. Een van de projecten binnen het wijkwelzijn is het Vrijwilligershuis. Alifa heeft het onderzoek met de methode ‘Maatschappelijk Rendement in Beeld’ laten uitvoeren omdat zij graag zowel intern als met de gemeente het gesprek wil aangaan over het maatschappelijk rendement van het werk. “Voor ons is het ‘gewoon’ een mooi resultaat, als een deelnemer na vele jaren zijn scootmobiel niet meer nodig heeft. Dankzij deze meetlat worden ook onze eigen ogen geopend. Zo effectief is dus ons werk”, aldus een opbouwwerker bij het Vrijwilligershuis.
Alifa: “We hebben hier een geweldige methode in handen om na te denken over de effectiviteit en efficiency van ons werk. Ons werk koste de gemeente geld, maar levert de gemeenschap een enorm rendement, zowel in welzijn en geluk als in financiële besparingen voor bijvoorbeeld zorg.” Gemiddeld bedraagt het maatschappelijk rendement circa € 28.000,— per deelnemer aan het vrijwilligershuis.
Elementen van kwalitatief rendement
- Van de startsituatie: eenzaamheid en isolement, gezondheidsproblemen, uitkeringssituatie, schulden, opvoedproblemen, dreigende uithuisplaatsingen, taalproblemen;
- Ontwikkeling naar: (deels) betaald werk, sociaal netwerk opgebouwd, financiën op orde, competentere opvoeders, meer geïntegreerd in de samenleving, betere fysieke en mentale gezondheid.
Andrew Britt, senior onderzoeker/adviseur, Kees-Jan van de Werfhorst, senior onderzoeker/adviseur en Herman Uffen, senior adviseur, zijn alle drie werkzaam bij adviesbureau BMC.