Assen laat extern adviesbureau haalbaarheid van Formule 1 onderzoeken

Na Zandvoort laat nu ook Assen onderzoek doen naar de mogelijkheid om de Formule 1 terug te laten keren naar Nederland. Het is geen toeval dat na een afwezigheid van meer dan 32 jaar twee circuits nu tegelijk dingen naar de gunst van de organisator van de koningsklasse van de autosport. Dit heeft natuurlijk alles te maken met het succes en de enorme populariteit van Max Verstappen.

Over iets meer dan een maand, op 25 maart, gaat in Melbourne het circus van de Formule 1 weer van start. Zoals we inmiddels wel gewend zijn, maakt Nederland al jarenlang geen onderdeel meer uit van de landen waar een race wordt georganiseerd. Terwijl er lange tijd weinig aanleiding was om te denken dat hier snel verandering in zou kunnen komen, is dat vandaag de dag wel anders. Dankzij de prestaties van supertalent Max Verstappen is de sport in Nederland populairder dan in tijden en klinkt de roep om een Nederlandse grand prix almaar luider. 

Gelukkig voor de vele fans zijn zij niet de enigen die terugverlangen naar de tijd waarin er nog op het allerhoogste niveau werd geracet in ons land. Nadat eerder Zandvoort, waar tussen 1952 en 1985 al Formule 1-races werden gehouden, al liet uitzoeken wat de mogelijkheden zijn om het spektakel terug te halen, is nu ook een extern bureau ingeschakeld om uit te zoeken of het haalbaar is om het spektakel te organiseren op het TT-circuit van Assen. De opdracht is afkomstig van het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe en het college van B&W van de Drentse hoofdstad.

In het onderzoek, dat het karakter heeft van een ‘verkenning’, wordt gekeken naar de economische en maatschappelijke betekenis van Formule 1-races op het circuit. Hierbij worden in ieder geval de economische effecten, regelgeving en aansluiting bij het gemeentelijk en provinciaal beleid onder de loep genomen. Naast Assen hebben verschillende andere Noord-Nederlandse overheden zich achter het plan geschaard: “De exposure en aantrekkingskracht van de Formule 1 is een prachtige kans om internationaal de aandacht te vestigen op het landsdeel. De economische impact is niet te onderschatten, horeca en hotels in heel Noord-Nederland zullen de positieve effecten merken”, aldus de provincies Groningen en Friesland en de gemeentes Emmen, Leeuwarden en Groningen in een steunverklaring. 

Goedkeuring FIA

Het enthousiasme volgt op de positieve beoordeling die Charlie Whiting, de racedirecteur van autosportfederatie FIA, recentelijk gaf aan het TT-circuit. “We zijn er nog lang niet, maar het is mooi om te horen dat Whiting zo positief is over het circuit, de moderne faciliteiten en de staat van het onderhoud”, liet Arjan Bos, de voorzitter van het circuit, weten aan De Telegraaf. Hij voegde daaraan toe te verwachten dat de aanpassingen die aan het circuit gedaan moeten worden, waarbij het met name gaat om het verbreden van de Stubben-bocht en het verlengen van het lange rechte stuk, niet meer twee miljoen euro zullen kosten: “De aanpassingen zijn eigenlijk zo gepiept.”

Nu Whiting zijn zegen heeft gegeven, zal er ook nog een delegatie van Formula One Management (FOM) het Assense circuit bezoeken om de faciliteiten te beoordelen. Als deze afvaardiging zich ook positief uitspreekt en het bureau dat is ingehuurd voor het verkennende onderzoek tot de conclusie komt dat het organiseren van de Formule 1-race goed haalbaar is, kan men op zoek gaan naar een grote promotor om de race mee te organiseren. Bos geeft in De Telegraaf aan redelijk hoopvol te zijn dat dit allemaal op de korte termijn – in 2019 of 2020 – werkelijkheid kan worden: “We hebben altijd gezegd dat we hopen om de Grand Prix binnen drie jaar terug naar Nederland te halen. Op dit moment schat ik de kans in op 50/50.” 

Aangezien er al binnen- en buitenlandse interesse is van bedrijven, lijkt het vinden van een promotor hierbij niet zo’n probleem. Ook staat Nederland dankzij de enorme populariteit van Verstappen naar verluidt hoog op het verlanglijstje van Formule 1-eigenaar Liberty Media. De grootste uitdaging lijkt te liggen in het krijgen van een plek op de racekalender. Over de concurrentie van Zandvoort laat Bos weinig los: “Ik weet niet precies wat er gebeurt in Zandvoort.” Wel is bekend dat de benodigde aanpassingen daar met vele malen duurder zullen uitvallen dan in Assen. 

Kathedraal van de motorsport

Bovendien heeft het TT-circuit al ervaring met het ontvangen van grote hoeveelheden bezoekers, aangezien het elk jaar zo’n 110.000 motorsportfans verwelkomt voor een van de populairste etappes van het wereldkampioenschap voor de koningsklasse van het motorracen, de MotoGP. Al sinds 1925 vindt er elk jaar deze TT van Assen plaats. Het circuit wordt ook wel de ‘kathedraal van de motorsport’ genoemd: het is wereldwijd het enige circuit dat altijd onderdeel heeft uitgemaakt van het kampioenschap.

De baan is ook altijd erg populair onder de coureurs, zoals negenvoudig wereldkampioen en smaakmaker Valentino Rossi, die er afgelopen zomer voor de tiende keer wist te winnen. In verband met deze speciale status die het circuit geniet binnen het motorracen is Bos ook blij dat het niet ingrijpend hoeft te worden veranderd voor de Formule 1: “Het specifieke karakter van het circuit blijft gewaarborgd. De lay-out voor het motorcircuit blijft bovendien onaangetast.” Eerder gaf hij al aan dat de MotoGP de hoogste prioriteit blijft hebben voor de racebaan. 

Indien het lukt om daarnaast ook een Formule 1-race te gaan organiseren, zal er jaarlijks nog wel €20 miljoen moeten worden neergeteld voor een licentie. Naar verwachting zullen de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek in maart worden gepresenteerd.

Gerelateerd: Salarissen en bonussen van Formule 1 teams en coureurs.