Brexit leidt tot explosie van werklast Nederlandse douane-ambtenaren
De Brexit zal de komende jaren leiden tot een explosie van de werklast van douane- en handhavingsambtenaren rondom in- en uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk. Daarvoor waarschuwt accountants- en advieskantoor KPMG in een recentelijk verschenen rapport.
Nederland en het Verenigd Koninkrijk hebben een intensieve handelsrelatie. Volgens de meest recente cijfers exporteert Nederland per jaar zo’n €38 miljard naar de UK en andersom komt er in een jaar tijd voor ongeveer €21 miljard aan Britse spullen de Nederlandse grens over. Al deze producten moeten aan de grens worden gecontroleerd tijdens een uitgebreid douaneproces. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de Douane (onderdeel van de Belastingdienst), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Een nieuw onderzoek van KPMG toont aan dat het douaneproces voor handel met de UK drastisch zal veranderen als gevolg van de Brexit. Uit de analyse van het Big Four-kantoor komt naar voren dat het fysiek binnenbrengen en uitvoeren van goederen door het Britse vertrek uit de EU oploopt met respectievelijk 32% en 137%. “Dit betekent dat 1,5 miljoen aangiften binnenbrengen en ruim 5 miljoen aangiften uitgaan extra verwerkt moeten worden”, aldus Leon Kanters, hoofd van de Trade & Customs Group van KPMG Meijburg.
Dit komt doordat het vertrek van de UK uit de EU op douanegebied de vorm zal krijgen van een zogenaamde ‘harde Brexit’, wat wil zeggen dat het Verenigd Koninkrijk in de ogen van de Europese Unie een ‘derde partij’ zal worden die niet langer kan profiteren van de interne markt van de Unie. Als gevolg hiervan zullen de handelsverhoudingen teruggaan tot tenminste het niveau van vóór 1993, waarbij douaneformaliteiten niet kunnen worden vermeden.
Kanters vervolgt: “Ook de daadwerkelijke in- en uitvoer van goederen neemt met respectievelijk 18% en 33% fors toe. Bovendien moeten 1,2 miljoen extra zendingen onder douaneverband worden vervoerd, een toename van 30%.” Naast een enorme toename in het volume producten dat door de douane gaat, zullen de veranderende verhoudingen tussen de twee landen er ook voor zorgen dat een aantal bedrijven voor het eerst in aanraking komen met douaneformaliteiten. Kanters schat op basis van data van het afgelopen jaar dat 30% van de waarde van de handel met het Verenigd Koninkrijk afkomstig is van ondernemingen die tot nu toe voor de douane onbekend zijn. Het gaat dan om zo’n 35.000 bedrijven. “De omvang van deze groep mag niet onderschat worden”, benadrukt Kanters.
Deze bedrijven zullen worden geconfronteerd met een nieuwe manier van werken en zichzelf hiermee bekend moeten maken. Voor de douane betekent dit onder meer een flinke toename in de stroom aan vragen en overeenstemmingskwesties. Alles bij elkaar betekent dit dat de werklast flink zal stijgen. Om hier mee om te kunnen gaan zal de douane een wervingscampagne moeten starten om zo hun capaciteit aanzienlijk uit te breiden.
“Het kan dan ook niet anders dan dat de Brexit tot een forse toename van handhavingsambtenaren gaat leiden”, merkt Kanters op, die daaraan toevoegt dat de autoriteiten beter niet langer kunnen wachten met het recruitmentoffensief: “Met de beperkte horizon van 29 maart 2019 zal onmiddellijk met werving en scholing moeten worden begonnen om het proces enigszins in goede banen te kunnen leiden. Wachten op de uitkomst van de onderhandelingen en pas overgaan tot actie wanneer deze concreet is, heeft tot gevolg dat Nederland zich niet meer tijdig kan voorbereiden op de Brexit.”
Tot slot waarschuwt hij voor de mogelijke gevolgen als de vereiste slag niet wordt gemaakt, waarbij hij verwijst naar de huidige drukte op de Nederlandse wegen: “Filemeldingen op zee en in de lucht worden dan wellicht net zo gebruikelijk als nu op ons wegennet.”
Onlangs concludeerde KPMG in een ander rapport dat de Brexit leidt tot een verslechterde fiscale concurrentiepositie van het Verenigd Koninkrijk.