CEO’s moeten vaker veld ruimen als gevolg van niet-integer handelen
CEO’s worden wereldwijd steeds vaker ontslagen vanwege onethisch handelen. Het percentage dat afgelopen jaren om deze reden gedwongen zijn koffers moest pakken is met maar liefst 36% gestegen, blijkt uit onderzoek van Strategy&.
In de ‘CEO Success Study’ die Strategy& – de strategy consulting praktijk van PwC – jaarlijks publiceert, worden de CEO-opvolgingen bij de 2.500 grootste beursgenoteerde ondernemingen ter wereld bekeken. Uit de meest recente editie van het onderzoek blijkt dat bestuursraden zich blijven verbeteren wanneer het aankomt op het aanstellen van geschikte CEO’s, het besturen van de onderneming en het plannen van een soepel opvolgingsproces. De laatste tien jaar is het aantal gedwongen ontslagen flink gedaald. Van 2007 tot 2011 waren onder de 2.500 grootste bedrijven gedwongen ontslagen nog goed voor 31,1% van alle vertrekken, terwijl in de periode 2012-2016 20,3% van de vertrokken CEO’s gedwongen werd om af te treden.
Het aantal bestuurders dat vanwege een ethische misstap moest vertrekken is de laatste vijf jaar echter wel sterk gestegen, zowel wereldwijd als in de drie grote regio’s waar de 2.500 grootste beursgenoteerde ondernemingen gevestigd zijn – de regio VS/Canada, West-Europa en de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China). Van onethisch handelen is volgens de onderzoekers sprake wanneer de CEO of andere medewerkers schuld dragen voor een schandaal of misstand, zoals bijvoorbeeld bij fraude, omkoping, handel met voorkennis, milieurampen, ‘opgeleukte’ CV’s en seksuele intimidatie.
De grootste stijging is te zien bij bedrijven in de BRIC-regio, waar het aandeel van ontslagen vanwege ethische misstappen meer dan verdubbelde van 3,6% naar 8,8%. Maar ook in West-Europa (van 4,2% naar 5,9%) en met name in de VS/Canada-regio (van 1,6% naar 3,3%) was er sprake van een significante stijging. Wereldwijd steeg het aandeel ontslagen vanwege onethisch gedrag van 3,9% naar 5,3%.
De voornaamste oorzaak voor de toename in ethisch-gemotiveerde ontslagen zijn de stakeholders en het bredere publiek, die zich beiden steeds kritischer tonen. De kredietcrisis van 2008 en de nasleep daarvan hebben volgens de onderzoekers niet alleen geleid tot een enorme deuk in het vertrouwen van het publiek in de bankensector, maar ook in het algemene vertrouwen in bestuurders. De resultaten zijn ook deels het gevolg van de aangescherpte wet- en regelgeving die volgde op de crisis. Bovendien zijn veel ondernemingen in de VS en daarbuiten overgegaan op een zero-tolerance beleid ten aanzien van onethisch gedrag.
Marco Kesteloo, partner van Strategy& in Nederland, licht toe: “De maatschappij wordt steeds kritischer en de verantwoordingsplicht van bestuurders neemt toe. De toename van het percentage CEO’s dat gedwongen ontslagen wordt als gevolg van niet-ethisch handelen, zou in de loop van de tijd een positief effect kunnen hebben op de publieke opinie. Het laat namelijk zien dat misstanden inderdaad ontdekt en bestraft worden.”
Ook andere bestuurders lopen de laatste jaren steeds meer risico gepakt te worden vanwege onethische handelingen. Een goed voorbeeld is Uber, waar de afgelopen maanden meer dan 20 medewerkers het veld moesten ruimen vanwege seksuele intimidatie. De toegenomen pakkans is ook mede het gevolg van de tegenwoordig razendsnelle 24/7 berichtgeving, die ervoor zorgt dat (negatieve) informatie in een mum van tijd wordt verspreid. Ook de digitale communicatie binnen organisaties, die automatisch worden opgeslagen in het systeem, draagt hieraan bij doordat het vaak onweerlegbaar bewijs vormt voor misstanden.
Terwijl het onderzoek van Strategy& suggereert dat er voor CEO’s in toenemende mate consequenties verbonden zijn aan wangedrag, laat een eerder onderzoek van de Universiteit van Stanford zien dat er nog veel inconsistentie bestaat wanneer het aankomt op de wijze waarop bedrijven CEO’s bestraffen voor onethisch gedrag. In 58% van de gevallen van onethisch handelen werd de CEO uiteindelijk de laan uitgestuurd vanwege zijn of haar gedrag. Alleen wanneer er sprake was van financiële misstappen bleek in alle gevallen ontslag te volgen. Bij alle andere vormen van onethisch gedrag blijkt dat er situaties zijn waarin de beschuldigde persoon desondanks mocht aanblijven. Zelfs ten aanzien van werknemers die zichzelf beter voordoen door te liegen op hun CV blijken de meningen te verschillen binnen de verschillende raden van bestuur.
Kijkend naar de toekomst, benadrukt Kesteloo dat bedrijven zich moeten blijven concentreren op het onderwerp, met de CEO’s voorop. “CEO’s moeten het goede voorbeeld geven op persoonlijk vlak en organisatieniveau en zij moeten ervoor zorgen dat er een echte cultuur van integriteit ontstaat en blijft bestaan.”