BMC neemt toegang tot Wet langdurige zorg onder de loep
De ruim 100.000 patiënten die momenteel toegang krijgen tot Wlz-zorg zijn over de hele linie tevreden met de manier waarop de regeling wordt uitgevoerd. Aan de andere kant zijn ook het Centrum Indicatiestelling Zorg en zorgkantoren over het algemeen positief gesteld ten aanzien van de in 2015 ingevoerde wetgeving. Verbeterpunten zijn er echter altijd, zowel bij individuele instanties als in de keten, blijkt uit een rapport van BMC in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Nederland telt circa 350.000 mensen die gebruik maken van de wet langdurige zorg. Sinds 1 januari 2015, toen een aantal ingrijpende wetswijzigingen van kracht werden op het terrein van de langdurige zorg, worden mensen die een beroep doen op langdurige zorg op hoofdlijnen bediend vanuit vier verschillende wettelijke domeinen: de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de Jeugdwet*.
Sinds de lancering van de grote transformatie in de zorgsector, streeft de overheid er naar om te leren van de afgelopen periode om zo de langdurige zorg te kunnen verbeteren. Die verbeteringen houden verband met alle aspecten van de dienstverlening, van de kwaliteit tot de efficiëntie en toegankelijkheid. Dit traject wordt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat verantwoordelijk is voor de zorg in ons land, de Hervorming Langdurige Zorg (HLZ) genoemd.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is ingeschakeld om het tweejarig onderzoeksprogramma uit te voeren, dat bestaat uit diverse beoordelingen over de periode van 2015 tot en met 2017 om op basis daarvan te komen met aanbevelingen voor toekomstig beleid.
Wet langdurige zorg: ervaringen en lessen
Als onderdeel van een breder programma vroeg het Sociaal Cultureel Planbureau BMC Advies – de consultancy en onderzoekspraktijk van publieke sector dienstverlener BMC – om het functioneren van de Wlz te analyseren. Het onderzoek richt zich op de vraag hoe de toegang tot zorg is geregeld voor mensen in de Wlz. Om toegang tot de zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) te krijgen moet een zorgvrager voldoen aan wettelijk bepaalde toelatingscriteria en een vastgestelde procedure doorlopen. Zo moeten mensen een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.
Consultants van het bureau brachten in kaart hoe aanvragers en professionals de toegangsprocedure ervaren. Hiervoor zijn de ervaringen van 652 aanvragers onder de loep genomen (zorgvragers of hun naasten). Bovendien is feedback verzameld van ruim 280 medewerkers van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en 90 medewerkers van zorgkantoren. Ook is een documentenstudie uitgevoerd en zijn meerdere interviews afgenomen met vertegenwoordigers uit de keten.
De analyse laat zien dat iets meer dan 100.000 patiënten in 2015 (het jaar waarvoor de meest recente data beschikbaar is) aanvragen voor Wlz-zorg hebben ingediend. De meeste aanvragen werden ingediend door personen ouder dan 75 jaar en de grootste piek in het aantal Wlz-aanvragen was te zien in de leeftijdscategorie van 84 tot en met 88 jaar. Ook is er een uitschieter in het aantal aanvragen voor cliënten die circa 18 jaar zijn. Dit is het moment dat jonge zorgvragers de overgang maken van het domein van de Jeugdwet naar de Wmo, de Zvw en/of de Wlz.
Van de aanvragers ontving 91% een positief Wlz-besluit en kreeg daarmee toegang tot de Wlz. Het aantal negatieve Wlz-besluiten was 8%. Over de resterende 1% van de aanvragen heeft het CIZ geen besluit genomen, omdat deze niet in behandeling zijn genomen. Redenen hiervoor zijn bijvoorbeeld dat de cliënt was overleden voordat de aanvraag in behandeling werd genomen of dat de aanvraag niet voor het CIZ bestemd was.
Aan de hand van de uitgevoerde meer kwalitatieve analyse hebben de adviseurs van BMC de zeven belangrijkste bevindingen opgesteld.
Zorgvragers en familie vaak positief over het aanvraagproces bij het CIZ
Partners, familie en vrienden zijn vaak degenen die de aanvraag voor Wlz-zorg indienen voor de zorgvrager. Ook ondersteunen zij vaak (bij 80% van de zorgvragers in dit onderzoek) bij het aanvragen van een indicatie bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Over de hele linie zijn zorgvragers en hun naasten positief over het proces van de aanvraag. Volgens hen is het proces klantgericht, zorgvuldig, snel en helder.
Een verbeterpunt zit volgens hen in het ontbreken van informatie over de aanvraagafhandeling en ook zijn ze minder te spreken over hoe CIZ-werknemers proactief meedenken over de zorg die de zorgvrager behoeft. Meer dan een derde van de aanvragers in het onderzoek vond het aanvragen van Wlz-zorg (heel) lastig.
Meer info gewenst over Wlz
Uit het onderzoek blijkt verder dat sommige aanvragers moeite hebben met het vinden van informatie over de Wlz, en dat deze informatie soms onduidelijk of niet compleet is. Een op de vijf geeft dit aan. Vooral duidelijke informatie over wat de criteria zijn om in aanmerking te komen tot Wlz-zorg, hoe hoog de eigen bijdrage wordt en over de manier waarop de aanvraag gedaan kan worden ontbreekt volgens de aanvragers.
Weinig gebruik van onafhankelijke cliëntondersteuning
De Wlz voorziet in ‘onafhankelijke cliëntondersteuning’ om aanvragers met een Wlz-indicatie te ondersteunen om passende zorg te vinden en te organiseren. De Wmo 2015 biedt cliëntondersteuning alvorens een Wlz-indicatie is ontvangen. Bijna twee derde van de aanvragers in het onderzoek is daar echter niet mee bekend. Van de aanvragers die de ondersteuningsregeling wel kennen, heeft 60% cliëntondersteuning gebruikt. 20% van de aanvragers geeft aan geen gebruik te hebben gemaakt van een onafhankelijke cliëntenondersteuner, omdat zij hiermee niet bekend waren, maar dit wel graag hadden gewild.
CIZ werknemers positief over indicatiestelling
Volgens de CIZ-werknemers in het onderzoek verloopt de indicatiestelling over de hele linie positief. Het beleid biedt voldoende aanknoping om een indicatie te kunnen doen. Toch zijn er volgens de CIZ medewerkers een aantal groepen zorgvragers waarbij dat lastig blijft.
Feedback van zorgkantoren – veranderingen ten opzichte van de AWBZ
De respondenten vanuit de zorgkantoren kregen een aantal aspecten gepresenteerd met de vraag in welke mate deze veranderd zijn sinds de komst van de Wlz. Om te beginnen is volgens deze respondenten de complexiteit van het zorgtoewijzingsproces toegenomen, in verhouding tot twee jaar geleden. De respondenten noemen het vele ‘rekenwerk’ in het geval van een aanvraag voor een VPT**. Bovendien wijzen ze op de toename van het aantal regelingen, formulieren, subsidies en uitzonderingsgroepen. Aan de andere kant stelt bijna de helft van de respondenten vanuit de zorgkantoren dat er meer maatwerk mogelijk is geworden en dat de keuzevrijheid van de cliënt is toegenomen.
Wel vindt bijna driekwart van de respondenten (71%) dat er sinds twee jaar geleden meer druk op de mantelzorg is komen te liggen. Mensen blijven volgens hen nu langer thuis wonen en wonen daar met zwaardere problematiek. Ook de CIZ-werknemers erkennen de hogere druk, zo’n 44%, tegenover 17%, die stelt dat de druk juist is afgenomen.
Veel mensen weten wat ze willen, zorg veelal naar keuze geleverd
Het grootste deel van de aanvragers weet vóór de aanvraag bij het CIZ al of zij de zorg thuis of in een instelling willen ontvangen en zelfs ook welke instelling hun voorkeur heeft. Een kleine groep blijft over, die samen met het zorgkantoor moet besluiten welke leveringsvorm en instelling het meest geschikt is. Bijna alle aanvragers in dit onderzoek krijgen de zorg daar waar zij die willen krijgen (thuis of in een instelling). Ook kan het merendeel worden opgenomen in de instelling van hun keuze. Zo niet, dan komt dit vooral door wachtlijsten. Onder de aanvragers die thuis willen wonen, is een kleine groep voor wie dit niet mogelijk is door de eigen gezondheidssituatie en de omstandigheden thuis.
In praktijk weinig extra keuzevrijheid
De Wlz moet ook zorgen voor meer keuzevrijheid voor de zorgvragers, onder andere door meerdere leveringsvormen thuis aan te bieden. Volgens de medewerkers van de zorgkantoren zijn de mogelijkheden om zorg vanuit de Wlz thuis te krijgen in de praktijk sinds 1 januari 2015 niet noemenswaardig toegenomen. Zij geven bijvoorbeeld als reden op dat de zorg thuis niet doelmatig kan worden gegeven.
* Met de verandering wil de overheid er voor zorgen dat mensen met een lichtere zorgbehoefte zo lang mogelijk thuis blijven wonen en zo nodig daar worden geholpen, vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid vallen niet langer onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), maar onder de Wet langdurige zorg (Wlz).
** VPT staat voor Volledig Pakket Thuis, een van de mogelijkheden om via de Wlz thuis zorg te ontvangen.