Goed bestuur van onderneming vereist een open sfeer
Om commissaris te kunnen worden moet je in een andere functie succesvol zijn. Dat succesvol zijn is nog geen garantie dat je ook als commissaris succesvol zal zijn. Na het aftreden van een succesvol senator in verband met het falen als commissaris lijkt de discussie alleen maar te gaan over de tijd die een commissaris beschikbaar maakt voor het commissariaat. Dat is relevant omdat het aanvaarden van het commissariaat, terwijl daar onvoldoende tijd voor is, duidt op een onderschatting van de zwaarte van de functie.
Ook kan het duiden op zelfoverschatting. Je hoeft niet veel levenservaring te hebben om te begrijpen dat de combinatie van onderschatting van een probleem en overschatting van jezelf desastreus kan zijn.
Het effectief zijn als commissaris is alleen mogelijk als je door bestuurders en medecommissarissen verteld wordt wat je moet weten. Er gebeurt veel in de top van een organisatie dat niet is terug te vinden in de dikke pakken papier die een commissaris moet doorploegen voordat een vergadering begint. Commissarissen worden geacht in onafhankelijkheid toezicht te houden op het bestuur, maar zijn van dat bestuur afhankelijk om te weten wat mogelijk mis dreigt te gaan, welke dilemma’s aan de orde zijn en wat de dynamiek is in de top van de organisatie. Regelmatig gaan commissarissen onderuit omdat zij niet tijdig en volledig zijn geïnformeerd.
Bestuurders lossen problemen liever zelf op en zijn vaak niet geneigd om hun twijfels en zorgen te tonen aan de raad. Ten onrechte voelt dat voor hen als het buitenhangen van de vuile was. Soms wil de topman nog wel wat delen met de president-commissaris. Dat is vertrouwd en pakt in de ogen van de topman goed uit zolang de president-commissaris het aan hem toevertrouwde niet deelt met de andere commissarissen. En dan wordt voor de president-commissaris de rampspoed geboren. Het commissariaat kan alleen goed functioneren als de raad van commissarissen een team is dat onderling goed samenwerkt en dat ook goed samenwerkt met de bestuurders. Eén commissaris die niet goed om kan gaan met bestuurders die zich kwetsbaar opstellen en hun problemen op tafel leggen, kan het feestje voor alle commissarissen al verpesten.
De discussie in de media zou volgens mij nu moeten gaan over de noodzakelijke open verhoudingen tussen bestuur en commissarissen en binnen de Raad van Commissarissen. Die open sfeer is goed mogelijk, zo is de ervaring van velen. Maar die is niet vanzelfsprekend. Problemen als zelfoverschatting, onderschatting van de functie en een gebrek aan openheid op het hoogste niveau kan de wetgever niet oplossen.
Bewustwording en verantwoordelijkheidsgevoel dwing je niet af met een wettelijk maximum. Een pleidooi voor een aanscherping van het al bestaande wettelijk maximum lijkt mij iets te veel op een onderschatting van de problematiek en de wetgever die zo’n wettelijk maximum regelt, overschat wellicht de eigen effectiviteit.
Een artikel van Jaap van Manen, consultant bij Strategic Management Centre.