B&C: Familiebedrijven zonder familie vaak verkocht
Wanneer er geen familieleden meer zitting hebben in de dagelijkse leiding of toezicht kunnen houden op het bestuur, overwegen de meeste familiebedrijven om het bedrijf te verkopen. Steeds meer familiebedrijven staan qua toezicht open voor inmenging door buitenstaanders. Dat blijkt uit een rondgang van adviesbureau Boer & Croon onder 34 bestuurders van familiebedrijven met een minimale omzet van €10 miljoen.
Bestuurders van familiebedrijven stellen het bedrijfsbelang boven het familiebelang. Bijna 60 procent van de bestuurders geeft aan het stokje over te dragen aan de buitenwereld als dat het beste is voor de onderneming. Voor hen zijn er dan geen zwaarwegende redenen om alle aandelen in de familie te houden. ‘Voor veel bestuurders is het moeilijk daadwerkelijk afstand te nemen van hun bedrijf. Mocht de situatie zich toch voordoen, dan kiezen de meesten ervoor de onderneming te verkopen omdat hun toegevoegde waarde niet langer meer aanwezig is,’ zegt Maarten Vijverberg, partner en medeverantwoordelijk voor de afdeling Corporate Finance bij het adviesbureau.
Inmenging door buitenstaanders
Zo’n 44 procent van de familiebedrijven laat de dagelijkse leiding – die bij 38 procent hoofdzakelijk uit familieleden bestaat – controleren door een (deels) onafhankelijke Raad van Commissarissen (RvC). Vijverberg: ‘Een goede vorm van toezicht op het bedrijf helpt risico’s beter in te schatten en tijdig gepaste maatregelen te nemen. In plaats van het toezicht uitsluitend over te laten aan eigen familie, is het daarom heel begrijpelijk dat steeds meer familiebedrijven openstaan voor inmenging door buitenstaanders.’ Deze ontwikkeling heeft wel tot gevolg dat de ondernemingsvrijheid van de dagelijkse leiding onder druk komt te staan. Zo zijn er bij 35 procent van de ondervraagde familiebedrijven ontwikkelingen geweest die invloed hebben gehad op de hoeveelheid vrijheid van de dagelijkse leiding. Bij de helft daarvan ging het om verschuivingen binnen het MT, de RvC of de aandeelhouders.
Professionaliteit
Volgens bijna 80 procent is vrijheid het belangrijkste ingrediënt voor een succesvol toezichtmodel. Vijverberg: ‘Familiebedrijven hebben behoefte aan een scherp klankbord en hechten er dan ook belang aan dat het toezichtmodel bestaat uit een onafhankelijk en breed samengesteld orgaan. Desondanks wil men het zelf zo veel mogelijk voor het zeggen hebben.’ Codes en regels in het kader van corporate governance vormen in sommige gevallen goede richtlijnen voor de professionalisering van een organisatie. Hoewel veel familiebedrijven die dit soort codes toepassen hier voordeel van ondervinden (83 procent), past nog altijd 62 procent deze codes niet toe.