Berenschot: Utrechtse krachtwijken ontwikkelen positief
Laatste nieuws
-
Atos en Siemens maken €100 miljoen extra vrij voor digitale innovatie
-
Transformationeel leiderschap nodig voor blijvend concurrerend vermogen
-
First Consulting: de stap naar een volwassen Business Intelligence capability
-
Een werkdag van Koen de Ridder, adviseur | onderzoeker bij B&A
-
Centric langer hoofdsponsor van Nederlandse wielerbond KNWU
-
Redmore Group volgens DPO Matthijs Onder de Linden klaar voor AVG
-
Nederland heeft zesde grootste pensioenkapitaal ter wereld
-
Vernieuwing van kritische infrastructuur nodig voor waarmaken energietransitie
-
Novius-raamwerk voor businessanalyse bundelt methoden en technieken
-
Bright & Company trekt Arnoud Landlust en Marthe van der Molen aan
Het gaat relatief goed met de Utrechtse krachtwijken. Berenschot heeft de ontwikkelingen in Overvecht, Ondiep, Hoograven, Kanaleneiland en Zuilen-Oost de afgelopen maanden onderzocht en de negatieve spiraal lijkt te zijn doorbroken. Wel plaatst het adviesbureau vraagtekens bij de inzet van dure straatcoaches in de Utrechtse krachtwijken.
Berenschot concludeert in het rapport ‘Evaluatie Krachtwijken Utrecht’ dat de krachtwijken een positieve ontwikkeling doormaken. Belevingsindicatoren als buurtoordeel en toekomstverwachting zijn gemiddeld verbeterd, ook meer dan het Utrechtse gemiddelde. Het krachtwijkenbeleid heeft er (mede) voor gezorgd dat inwoners weer meer vertrouwen hebben gekregen in de ontwikkeling van hun wijk en dat de negatieve spiraal doorbroken is.
Wel is de vraag of straatcoaches nog nodig zijn. Zij moeten overlast van jongeren bestrijden, maar er zijn volgens het adviesbureau aanwijzingen dat het effect van de straatcoaches aan het afnemen is. Berenschot sluit niet uit dat andere toezichtsmaatregelen hetzelfde effect zouden kunnen hebben.
Aanbevelingen van het rapport
Volgens Berenschot treedt er een nieuwe periode in het krachtwijkenbeleid aan, waarin selectiviteit in het aantal maatregelen centraal moet staan. De meerwaarde van het krachtwijkenbeleid is vooral gelegen in het ‘richten’ (bijvoorbeeld met specifieke wijkkennis) en ‘verbinden’ (bijvoorbeeld door maatregelen uit verschillende domeinen samen te brengen) van ‘reguliere’ maatregelen in de wijk.
De wijkmanagers moeten kunnen interveniëren op de samenhang in het totale pakket aan maatregelen in hun wijk: fysiek en sociaal, generiek en persoon- of doelgroepgericht, preventief en curatief/repressief. Criteria voor een goed pakket zijn voldoende bereik, zichtbaarheid, duurzaamheid en rendement.
Om de samenwerking tussen partijen te versnellen en verbeteren beveelt Berenschot het gebruik van ‘bindende inhoudelijke concepten’ aan, zoals bij de Vreedzame school/wijk in Overvecht en het Jongerencultuurhuis in Kanaleneiland. Tenslotte beveelt Berenschot aan om in iedere wijk een periodieke wijkdialoog te organiseren, die de basis moet vormen voor de wijkambities en wijkactieplannen.