BMC: Ronde van Drenthe kan verder doorontwikkelen
In de wielerwereld is de Ronde van Drenthe, die dit jaar voor de 52de keer plaatsvond, een begrip. Maar er valt op economisch en maatschappelijk vlak nog veel meer te halen uit het wielerevent, stelt onderzoeks- en adviesbureau BMC. In een gesprek met RTV Drenthe lichtten BMC adviseur Erik Gerritsen en Ard van der Tuuk, Gedeputeerde bij de Provincie Drenthe, de onderzoeksbevindingen en aanbevelingen toe.
Ronde van Drenthe
De Ronde van Drenthe is een wielrencompetitie die sinds 1960 wordt gehouden in de provincie Drenthe. Naast amateurs doen er ook (semi-) profs mee aan de jaarlijkse fietswedstrijd die uit verschillende wedstrijden bestaat. Het hoofdevenement, de Albert Achterhes !Pet Profronde van Drenthe, werd dit jaar verreden op 15 maart en werd gewonnen door de Belg Kenny de Haes.
Een wielerevenement van dit formaat vraagt veel organisatorische inspanningen en kost veel tijd en geld. Een van de prangende vragen bij een dergelijk evenement is altijd: hoe kan er meer budget gerealiseerd worden? De organisatie van de Ronde van Drenthe vroeg BMC en de Hanzehogeschool Groningen om de potentie van het sportspektakel uitgebreid in kaart te brengen. Uit het onderzoek blijkt dat er ruimte is om nog meer voordeel uit het evenement te halen op economisch en maatschappelijk vlak.
Adviesrapport BMC
Het uitgebrachte advies toont dat er ontwikkelmogelijkheden zijn voor onder meer het sportieve niveau, het programma, de economische- en maatschappelijke impact, het imago en de profilering van het evenement. Zo zou de organisatie volgens Erik Gerritsen, Senior Adviseur Sport bij organisatieadviesbureau BMC, meer focus moeten aanbrengen en het aantal wedstrijddagen verlagen. Op dit moment bevat het wielerevenement namelijk drie wedstrijden voor vrouwen en twee voor de mannen. Gerritsen pleit voor “één grote wedstrijd voor de mannen en één voor de vrouwen en daarbij één sterke tourversie.” Zodoende wordt voor het grote publiek duidelijk, wat wanneer plaatsvindt. “Om deze wedstrijden heen zou een totaalprogramma aan side-events moeten worden georganiseerd (sport en niet-sport) voor de toeschouwers, bewoners en voor jong en oud,” aldus de BMC adviseur.
Ook Ard van der Tuuk, Gedeputeerde bij de provincie Drenthe, pleit voor een dergelijke tourversie. “Als je een tourevenement ernaast zet, zal je veel meer mensen uit Nederland in Drenthe kunnen laten fietsen, liefst met de gezinnen erbij, die ook economisch iets kunnen achterlaten. Hoe we dat verder kunnen organiseren zullen we in het komend jaar met de organisatie verder bespreken.” Van der Tuuk hoopt dat gezamenlijk, aan de hand van de onderzoeksbevindingen, de Ronde van Drenthe in de toekomst nog beter gemaakt kan worden.