BMC: Jeugdzorg boekt beter resultaat met minder FTE

Het aantal arbeidsplaatsen in de jeugdzorgbranche is in het afgelopen jaar met 3.3% afgenomen. Begin 2012 waren Jeugd & Opvoedhulp instellingen goed voor bijna 13.700 FTE’s, een jaar later telde de branche zo’n 450 minder arbeidsplaatsen. Doordat het aantal trajecten redelijk stabiel is gebleven is de efficiëntie van jeugdzorg instellingen toegenomen en de winstgevendheid verbeterd. Dat blijkt uit een analyse van de jaarcijfers van jeugdzorg instellingen door adviesbureau BMC.

Uit de analyse van het organisatieadviesbureau blijkt dat het aantal hulptrajecten dat Jeugd & Opvoedhulp (J&O) instellingen in 2012 uitvoerden vrijwel gelijk bleef aan het aantal trajecten in 2011. In 2012 werd hiervoor echter 449 FTE minder personeel ingezet; een daling van 3,3%. In de provinciale jeugdzorg was er een daling van formatieplaatsen van 2,2%. In de justitiële jeugdinrichtingen wordt zelfs 25% minder personeel ingezet. Een overzicht:

Volgens Mathijs Winter, adviseur bij BMC, tonen de cijfers aan dat het beleid om de jeugdzorgbranche in te krimpen succes heeft gehad. De toename in het aantal arbeidsplaatsen in het maatschappelijk werk en vrouwenopvang kan worden verklaard door de focus die gemeenten leggen op versterking van de 'voorkant' in het sociaal domein, aldus Winter.

Financiële prestaties

Als gevolg van het feit dat min of meer dezelfde zorgvraag is vervuld met minder mensen is de efficiëntie van J&O instellingen toegenomen. Dit heeft zich ook vertaald naar de financiële prestaties. Zo is het gezamenlijk resultaat van de jeugdzorgbranche meer dan verviervoudigd - van €8,1 miljoen in 2011 naar €36,3 miljoen in 2012. Tegelijkertijd nam het aantal instellingen met een negatief bedrijfsresultaat ook af: in 2011 waren er nog 13 instellingen met een negatief bedrijfsresultaat, in 2012 was dat aantal gedaald tot 6 instellingen. Zij boekten gezamenlijk een tekort van €3,4 miljoen.