BMC: Fysiotherapie bespaart 160m bij chronische ziektes
Het structureel inzetten van fysiotherapie bij chronische aandoeningen leidt tot een grote efficiencywinst. Door fysiotherapie vaker in te zetten tijdens de behandeling van o.a. Reumatoïde Artritis, Artrose, Osteoporose, Claudicatio Intermittens of COPD kan de samenleving tenminste €160 miljoen besparen. Dit blijkt uit een kosten-batenanalyse van BMC in opdracht van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF).
Productiviteitswinst
De verkenning van BMC brengt kosten en baten van fysiotherapie bij de behandeling van chronische aandoeningen n kaart. De verkenning laat zien dat fysiotherapie bij patiënten met deze aandoeningen werkt. Zij voelen zich beter, zijn mobieler, beter zelfredzaam en nemen actief deel aan de maatschappij. Uit berekeningen van de consultants komt naar voren dat wanneer fysiotherapie wordt opgenomen in het basispakket dit leidt tot een extra productiviteitswinst van €160 miljoen. Deze behandelingen worden nu niet of beperkt vergoed vanuit de basisverzekering.
Verbetering kwaliteit van leven
Daarnaast concludeert BMC dat het ook ten goede komt van de leefkwaliteit. Zo zijn er minder consulten bij de huisarts nodig, minder medicijnen en minder opnames in ziekenhuis of revalidatiecentra. Bovendien neemt de arbeidsongeschiktheid af en is er sprake van hogere arbeidsproductiviteit.
Eke Zijlstra, bestuursvoorzitter KNGF: “De uitkomst bewijst dat fysiotherapie toegevoegde waarde levert: voor zowel de patiënt als de overheid. Ik zou de politiek dan ook willen oproepen de opbrengst te verzilveren. Door fysiotherapie goed toegankelijk te houden en op de meest voor de hand liggende wijze te verzekeren”. Bovendien ziet Zijlstra nog een mogelijkheid om de uitkomsten te benutten. “Als het past in de behandeling van een patiënt, zou het zo moeten zijn dat hij eerst gebruik maakt van fysiotherapie. Pas als er aanvullende behandeling noodzakelijk is, kan de patiënt naar de tweede lijn verwezen worden. Daarom pleit ik voor het weghalen van de scheiding tussen financiering van de eerste en de tweede lijn. Een zorginkoper koopt dan een keten van zorg rondom een bepaalde aandoening in waarin deze behandelvolgorde leidend is”, aldus de bestuursvoorzitter.