Ommoord verkent gezamenlijke aanpak tegen ondervoeding
In de Rotterdamse wijk Ommoord hebben zorg- en welzijnsprofessionals met elkaar een verkenning uitgevoerd naar een gezamenlijke aanpak van ondervoeding bij kwetsbare ouderen. Dit thema krijgt in de eerste lijn nog onvoldoende aandacht, terwijl ondervoeding grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en maar liefst 35% van de kwetsbare ouderen met thuiszorg ondervoed is. Het traject in Ommoord heeft belangrijke lessen over samenwerking opgeleverd.
De begeleiding van de verkenning was in handen van Anne-Fleur Klandermans, adviseur bij ZorgImpuls. Zij werkt nauw samen met de gemeente Rotterdam en het Kenniscentrum Zorginnovatie. Een gesprek met Klandermans over de analyse, het proces en de belangrijkste resultaten.
Wat is de aanleiding voor de verkenning?
Hoewel er op beleidsniveau best veel aandacht is voor ondervoeding, is het in de dagelijkse praktijk een onderbelicht thema. Ondervoeding wordt vaak niet gesignaleerd. In plaats daarvan is er sprake van symptoombestrijding. De huisarts stuurt een oudere die regelmatig valt door naar de fysiotherapeut en die gaat aan de slag met balansoefeningen.
De onderliggende oorzaak van het vallen, namelijk ondervoeding, komt niet boven tafel. Met andere woorden: de rollen en verantwoordelijkheden in het proces van signaleren, opvolgen en monitoren zijn onduidelijk. Om dat beter in kaart te brengen zijn we met alle zorg- en welzijnsprofessionals in Ommoord om de tafel gaan zitten.
Stonden deze professionals open voor samenwerking op dit thema?
Ja, in principe zeker. De presentatie door het Kenniscentrum Zorginnovatie was voor de ruim 20 aanwezigen een eyeopener. Eén van de huisartsen schetste een situatie waarin hij de ondervoeding totaal over het hoofd had gezien. Maar tegelijkertijd vond men het onderwerp moeilijk grijpbaar. Daarom hebben we besloten stap voor stap te werk te gaan en te beginnen met het in kaart brengen van ieders rol en verantwoordelijkheid.
Jullie zijn gestart met een waardestroomanalyse. Wat heeft dat opgeleverd?
We hebben gekozen voor dit middel uit de Lean-methode omdat het zich richt op het creëren van waarde en het elimineren van verspilling. De waardestroomanalyse heeft het gevoel van urgentie versterkt. Het is een goede manier om de problematiek concreter te maken. Aan de hand van een bestaande casus hebben we gekeken wie iets had kunnen doen en wat. Wat voegt waarde toe? Wat niet en is dus overbodig? Waar liggen knelpunten en de aandachtspunten?
We deden dat in een klein groepje met een huisarts, een POH, een diëtiste, een wijkverpleegkundige en een welzijnswerker. In diezelfde groep hebben we geïnventariseerd welke wijknetwerken betrokken zijn en hoe je die in kan zetten. Er is dus veel geleerd en gedaan.
Waarom hebben jullie dan toch een pas op de plaats gemaakt?
De stap naar de praktijk is altijd een lastige. De zorg- en welzijnsprofessionals in Ommoord bleven hun twijfels houden over het onderwerp. Ze vinden het thema te smal en te vaag. Ze zien ook te weinig concrete resultaten van een gezamenlijke aanpak. Het vraagt van een professional een investering om een gezamenlijke aanpak vorm te geven en op dit moment heeft men niet het gevoel dat er voldoende tegenover staat.
Hoe kijk jij hier tegenaan?
Natuurlijk heb ik alle begrip voor de overvolle agenda van professionals, maar ik vind het wel heel jammer. Ondervoeding is een onderschat onderwerp met grote gezondheidsrisico’s. Voorkomen is gewoon beter dan genezen en een gezamenlijke domeinoverstijgende aanpak is de enige manier. Juist door samen te gaan werken op zo’n onzichtbaar onderwerp, kun je heel veel winst boeken. Ik blijf het thema dan ook zeker agenderen in deze regio. Landelijk gezien is er veel aandacht voor ondervoeding. De Stuurgroep Ondervoeding bijvoorbeeld doet veel onderzoek en voor de gemeente Rotterdam heeft het een hoge prioriteit.
Wat kunnen we leren van dit proces?
Heel veel! We hebben gewerkt volgens het Triple Aim-principe. Dat gaat over het duurzaam organiseren van zorg, ofwel méér gezondheid voor minder geld. Dit heeft veel inzicht opgeleverd. Maar om de stap naar de praktijk te maken moet je aansluiten bij het urgentiegevoel en de mogelijkheden van de betrokken zorg- en welzijnsprofessionals. Je kunt niet zomaar even een onderwerp agenderen. Professionals hebben tijd nodig. Het urgentiebesef moet groeien. Zij moeten erin geloven en er verantwoordelijkheid in willen nemen.
Ik denk dat het momentum ook een rol speelt. Kun je aansluiten bij een maatschappelijke discussie of de actualiteit? Corona bijvoorbeeld heeft het probleem van ondervoeding groter gemaakt. Mensen zijn ongezonder gaan eten omdat ze niet meer naar de supermarkt durven of doordat de hulp die ze eerst hadden ineens is stopgezet. Misschien dat daaruit een haakje ontstaat.
Hoe kun je werken aan urgentiebesef?
De rode draad is: maak het concreet. Een waardestroomanalyse is een goed middel. Door een bestaande casus te uit te werken, kunnen zorgverleners het onderwerp beter koppelen aan hun eigen praktijkervaringen. Een goede manier is ook om casuïstiek te bespreken, bijvoorbeeld in interactieve werksessies. Elkaar aanspreken is er ook eentje: wat kun jij zelf doen om het onderwerp verder te brengen? Ook is het belangrijk om het onderwerp aan de orde te blijven stellen in de wijknetwerken of op andere plaatsen waar professionals elkaar ontmoeten en kennis uitwisselen.
Wat is ondervoeding?
Mensen die te weinig vitaminen en eiwitten binnenkrijgen raken ondervoed. Het lichaam wordt dan minder sterk. Ondervoeding leidt onder andere tot spierafbraak en vooral ouderen gaan dan vaker vallen. Ook herstellen ondervoede mensen minder goed bij ziekte. Ze komen operaties minder goed door en hebben meer kans op een terugval.