KPMG neemt organisatie van privacywaakhond onder de loep
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moet groeien, maar naar hoeveel mensen? KPMG doet momenteel onderzoek naar de ideale omvang van de privacywaakhond en het groeipad daarnaartoe.
Sinds 1989 ziet de AP toe op de correcte verwerking van persoonsgegevens. De laatste jaren heeft het zelfstandig bestuursorgaan het een stuk drukker gekregen. Dat heeft alles te maken met de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in 2018, de Nederlandse versie van de Europese GDPR.
De nieuwe privacywet kwam tot stand als reactie op razendsnelle digitalisering van de laatste decennia. De massale vergaring en verwerking van persoonlijke data binnen de gedigitaliseerde wereld gaat gepaard met grote nieuwe privacyrisico’s. De GDPR/AVG moet helpen dergelijke dreigingen het hoofd te bieden.
De AP ziet toe op de naleving van de AVG en heeft daar zijn handen vol aan. Zo vol dat de organisatie kampt met een flinke onderbezetting. De 180 medewerkers zijn veel van hun tijd kwijt aan het afhandelen van een onverwacht grote stroom aan klachten van burgers. Hierdoor blijft te weinig tijd over voor de andere werkzaamheden en zijn flinke achterstanden ontstaan, onder meer in het goedkeuren van het privacybeleid van multinationals.
Dat de AP moet groeien is dan ook wel helder. Maar hoeveel mensen er precies bij moeten en hoe de groei moet worden vormgegeven nog niet. Daarom wordt dit nu onderzocht door KPMG.
Eerder werden al verschillende scenario’s onder de loep genomen. Destijds ging men in het drukste scenario uit van 270 medewerkers. Daarbij zou de begroting stijgen van de huidige €18 miljoen naar €27 miljoen. Inmiddels kan echter worden vastgesteld dat zelfs dit drukste scenario al is ingehaald door de realiteit: de stroom aan binnenkomende klachten is nóg groter.
In afwachting van de onderzoeksresultaten is al wel vast besloten dat de AP volgend jaar zal verhuizen naar een groter kantoor. De organisatie zal haar intrek nemen in het recent grondig verbouwde Bentinck Huis in hartje Den Haag, dat ooit nog het onderkomen was van stadhouder Willem IV.
Het nieuwe kantoor biedt ruimte voor een verdubbeling van het huidige aantal medewerkers. Naar verwachting zal de verhuizing eind dit jaar beginnen. Nog niet bekend is of het massale thuiswerken dat dit voorjaar door coronacrisis noodgedwongen is begonnen nog zal zorgen dat er minder werkplekken nodig zijn dan oorspronkelijk geraamd.
