Marktomvang van mondiale platformeconomie overtreft de $7 biljoen
De mondiale platformeconomie, die grotendeels draait om de zeven ‘superplatforms’ van Apple, Amazon, Microsoft, Google, Facebook, Alibaba en Tencent, is uitgegroeid tot een marktwaarde van ruim $7 biljoen.
Platforms (zoals Uber en AirBnB) bieden de digitale infrastructuur waarmee klanten en leveranciers hun activiteiten effectiever op grote schaal kunnen coördineren. In een onderzoek uit 2016 gingen onderzoekers Peter Evans en Annabelle Gawer de uitdaging aan van het in kaart brengen van de marktomvang van de steeds belangrijker wordende platformeconomie*. Ze kwamen uit op ongeveer $4,3 biljoen wereldwijd. Hierbij benadrukten ze wel de moeilijkheid van het kwantificeren van de marktwaarde door een gebrek aan betrouwbare data, vage definities van omvang, de grote variëteit aan platformtypes en de beschikbaarheid van vele ‘gratis’ platformdiensten.
De afgelopen twee jaar heeft de groei van platforms zoals Amazon zich met opmerkelijke snelheid voortgezet, waardoor Jeff Bezos en zijn platformgenoten tot de mondiale superrijken zijn gaan behoren. Volgens een nieuw onderzoek van KPMG wordt deze groei over het gehele landschap van de platformeconomie waargenomen. In zijn meting heeft KPMG de mondiale platformeconomie vastgesteld op een waarde van $7,18 biljoen, substantieel hoger dan de schatting van Evans en Gawer twee jaar eerder.
Voor hun analyse keken de auteurs naar de gezamenlijke waarde van de 242 grootste publieke en private platformbedrijven – die allemaal een publieke marktkapitalisatie of private waardering hebben van meer dan $100 miljoen. Het bedrijf categoriseerde de 242 bedrijven op basis van waardering: superplatform +$25.000 miljoen; unicorn+ +$1.000 miljoen; en scale-up >$100 miljoen.
KPMG stelde vast dat er wereldwijd al 187 platforms zijn met een waarde van boven de $1 miljard. Het rapport ontdekte verder een hoge concentratie van waarde rondom de superplatforms met een waarde boven de $250 miljard, zijnde Apple, Amazon, Microsoft, Google en Facebook uit de VS en Alibaba en Tencent uit China. Deze bedrijven vertegenwoordigen samen $4,92 oftewel maar liefst 69% van de totale waarde van de platformeconomie. Interessant genoeg, is twee derde van de 187 platformbedrijven die zijn gewaardeerd op meer dan $1 miljard privaat bezit.
De VS en China domineren, Europa blijft achter
Vandaag de dag wordt de platformeconomie gedomineerd door Amerikaanse en Chinese bedrijven. 46% van de >$1 miljard platforms is gevestigd in de VS, terwijl 35% is gevestigd in Azië (voornamelijk China). 18% is gevestigd in de EU, met daarnaast 10% in Latijns-Amerika. In vergelijking hiermee is de verdeling van platform-marktwaarde behoorlijk ongelijk: Amerikaanse bedrijven zijn verantwoordelijk voor maar liefst 72% hiervan, Chinese voor 25% en EU-bedrijven voor maar 2%. Dus terwijl de EU al minder grote platformbedrijven heeft, hebben de bedrijven die er wel zijn ook nog eens substantieel minder waarde dan de Amerikaanse bedrijven.
Er is een aantal redenen voor het onderpresteren van de EU. Ondanks pogingen als de Digital Single Markets-strategie blijft de Europese markt in vergelijking met uniforme markten zoals de VS en China erg gefragmenteerd in termen van taal, klantvoorkeuren en regulering. Dit maakt het in Europa moeilijker en duurder dan elders om schaal te bereiken.
De Amerikaanse en Chinese tech-scene hebben ook andere land-specifieke voordelen genoten die in Europa ontbreken. De Amerikaanse technologiesector heeft bijvoorbeeld lang geprofiteerd van gunstige ontwikkelingen binnen het Amerikaanse leger – zoals ARPANET, de internet-voorloper van het Ministerie van Defensie. Ondertussen heeft de Chinese overheid platforms zoals Alibaba krachtig ondersteund bij het ontwikkelen van vertrouwen en infrastructuur binnen de Chinese markt.
Bovendien, terwijl de EU beschikt over goede financiering voor verschillende startups, ontbreekt het aan de superfinanciering die de groei van een aantal zeer grote platforms kan faciliteren. Meer specifiek is de financieringsinfrastructuur voor de opschaalfase na aanvankelijke investeringsrondes aan vernieuwing toe, aldus het rapport. Financiering in de opschaalperiode wordt momenteel belemmerd door het risicomijdende karakter van de Europese investeringscultuur – die neigt te aarzelen bij risicovolle langetermijninzet op onconventionele technologie –, door een onderontwikkeld begrip van hoe digitale technologie de economie herstructureert, en door de lagere opbrengsten van EU-bedrijven vanwege hogere schaalkosten in een gefragmenteerd Europa.
Positieve en negatieve kanten
De opkomst van platforms heeft een reeks aan positieve en negatieve effecten teweeggebracht, aldus het rapport. Aan de positieve kant heeft de platformeconomie klanten meer keus en service geboden en arbeiders een flexibel aanvullend inkomen. Aan de negatieve kant hebben platforms gezorgd voor vergaande onttrekking van persoonlijke informatie, privacyschendingen en internetverslavingsproblemen voor klanten, voor winner-takes-all-monopolies voor de grote bedrijven en inkomensonzekerheid voor ingehuurde, per stuk betaalde, werknemers, en voor verminderde sociale cohesie door sociale media-echokamers en nepnieuws.
Als reactie op dergelijke ontwikkelingen raden de onderzoekers overheden aan om in actie komen voor het bewerkstelligen van eigendomsrechten voor data, om juridische en beleidsmatige updates door te voeren om belangen in balans te krijgen en proportionaliteit te bewerkstelligen, om platform-neutraliteitsregimes aan te moedigen om machtsmisbruik te voorkomen en om de transparantie en controleerbaarheid van platforms te verbeteren.
Vooruitkijkend benadrukken de auteurs dat de platformeconomie alleen maar verder zal gaan in haar snelle groeitraject en ze zijn niet alleen in hun voorspelling. Onderzoek van het World Economic Forum laat zien dat meer dan 80% van de leidinggevenden denkt dat platforms “onbetwist de leidende organisatievorm van moderne digitale markten” zijn en dat ze het bindmiddel zijn dat grote groepen gebruikers op een steeds meer digitale markt bij elkaar houdt. Omdat ze blijvend zijn zal het steeds belangrijker worden om de positieve effecten van platforms te versterken en de negatieve effecten te verzachten.
* Platforms die onderdeel zijn van gevestigde bedrijven (zoals Healthsuite, onderdeel van Philips) zijn niet meegenomen in het onderzoek wegens beperkte beschikbaarheid van betrouwbare financiële data.