Nederlander maakt nauwelijks gebruik van nieuwe privacyrechten
De bekendheid van de Algemene verordening gegevensbescherming is sinds de invoering van de wet invoering sterk toegenomen. Toch weet meer dan de helft van de Nederlander niet precies over welke nieuwe privacyrechten ze inmiddels beschikken. Daar blijken ze in de praktijk maar weinig problemen mee te hebben. De ruime meerderheid van onze landgenoten voelt namelijk niet de behoefte om organisaties en bedrijven te benaderen om persoonsgegevens te laten verwijderen.
Op 25 mei 2018 werd de Wet bescherming persoonsgegevens officieel opgevolgd door een Europees gecoördineerde variant: de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Daardoor beschikken Nederlandse burgers al enkele maanden over nieuwe rechten, zoals het recht om persoonsgegevens over te dragen en het recht om organisaties te vragen persoonsgegevens te wissen. Uit recent onderzoek van KPMG – naar het effect van de AVG op het gedrag van Nederlanders – blijkt echter dat nog maar betrekkelijk weinig gebruik wordt gemaakt van de nieuwe mogelijkheden die de wetgeving biedt.
Onbekend is onbemind
“Als wij kijken naar de resultaten van het onderzoek dat wij vlak voor de invoering van de wet hebben uitgevoerd, dan zien wij een duidelijke stijging. In maart van dit jaar was ruim 80% van de Nederlanders niet bekend met de invoering van de AVG, terwijl momenteel 98% aangeeft van de wetgeving te hebben gehoord”, aldus Koos Wolters, partner bij KPMG. Toch geeft meer dan de helft van de Nederlanders die zegt te weten wat de AVG inhoudt het verkeerde antwoord op een kennisvraag over de wet, zegt Wolters: “58% wist bij een opsomming die ze voor zich kregen namelijk niet welke nieuwe privacyrechten aan burgers zijn toegekend in de AVG.” Wat dat betreft hebben vrijwel alle Nederlanders de wel bel horen luiden, maar weet meer dan de helft niet waar de klepel hangt.
Toch is hier niet uitsluitend sprake van een grootschalige kennisachterstand. Toen de onderzoekers de respondenten op hun nieuwe rechten wezen, gaf minder dan de helft aan de behoefte te voelen om organisaties en bedrijven te benaderen om persoonsgegevens te laten verwijderen, vertelt Kim van Assendelft, Consultant Privacy bij KPMG en verbonden aan het onderzoek: “Nederlanders zeggen, zo lijkt, privacy wel belangrijk te vinden, maar hebben in het algemeen niet de kennis, noch de interesse in dit onderwerp, en voelen niet de noodzaak zich er echt in te verdiepen.”
Landgenoten die wel gebruik maken van hun nieuwe privacyrechten, richten zich met name op de overheid en op zorgaanbieders om hun persoonsgegevens in te kunnen zien. Als het gaat om het laten verwijderen van persoonlijke data, voeren bedrijven als Facebook en Twitter de ranglijst aan, vertelt Wolters: “Ruim 30% van de Nederlanders geeft aan gebruik te willen maken van het recht op vergetelheid bij de sociale media. In dat kader is het opvallend dat slechts 5% zijn Facebookaccount heeft verwijderd nadat bekend werd dat persoonlijke gegevens op grote schaal op straat waren komen te liggen. Aan de ene kant maken veel mensen zich dus duidelijk zorgen over het feit dat gegevens misbruikt worden, maar aan de andere kant maken ze nauwelijks gebruik van de mogelijkheden die er zijn om hun privacy te beter waarborgen.”
Kansen benutten
Het beter waarborgen van privacy vereist actie, maar deze blijft al geruime tijd uit. De beperkte belangstelling voor het waarborgen van privacy uitte zich namelijk ook al in de wijze waarop veel Nederlanders vlak voor de invoering van de AVG omgingen met de stortvloed aan privacyverklaringen, zegt Wolters: “Zo’n 40% heeft de e-mails met verklaringen nauwelijks serieus bekeken. Ruim 20% gaf aan dat ze alleen de privacyverklaringen hebben gelezen van organisaties waarvan ze het belangrijk vonden dat deze zorgvuldige met hun persoonlijke gegevens zouden omgaan, zoals verzekeringsmaatschappijen, zorgaanbieders en de overheid.”
Volgens Wolters is de situatie sindsdien niet drastisch veranderd. Hij wijst enkele voorbeelden aan: “Gebruikersnamen en wachtwoorden om sites te bezoeken worden door minder dan 40% van de Nederlanders met regelmaat gewijzigd. Verder heeft minder dan 20% de incognito modus in de webbrowser geactiveerd om te voorkomen dat gebruikers van dezelfde computer het internetgedrag kunnen volgen. En daarnaast leest slechts 18% bij een bezoek aan een website het privacyreglement, terwijl niet meer dan 11% de meldingen over cookies doorneemt tijdens het surfen.”
Onze landgenoten kijken dus maar matig om naar de sporen en gegevens die ze achterlaten op het wereldwijde web. Volgens Wolters kunnen Nederlanders betrekkelijk eenvoudig grote stappen maken om privacy beter te waarborgen. Hij geeft aan waar ruimte voor verbetering zit: “Minder dan de helft van onze landgenoten verwijdert browsercookies en minder dan 40% beheert de zichtbaarheid van persoonlijke informatie op de sociale media. Dat zou helpen. Net zoals de mogelijkheid tot encryptie, één van de meest effectieve manieren om te voorkomen dat persoonlijke informatie door buitenstaanders kan worden gelezen. Deze wordt momenteel door niet meer dan 15% gebruikt.”
Lees ook: Kwart bedrijven tegen jaarwisseling nog altijd niet klaar voor GDPR | AVG.