Portefeuille van private equity industrie groeit naar $2.500 miljard
De hoeveelheid geld die wordt beheerd door Private Equity bedrijven heeft na een periode van flinke groei een recordbedrag bereikt van $2,5 biljoen. Tegelijkertijd hebben de investeerders geprofiteerd van sterke rendementen op hun investeringen. De branche telt steeds meer actieve PE bedrijven, terwijl investeerders zelf ook steeds actiever worden in het investeringsproces. De veranderende dynamiek binnen de branche zorgt voor mogelijkheden en uitdagingen voor zowel investeerders als PE bedrijven.
De wereldwijde Private Equity (PE) branche heeft het de afgelopen tien jaar goed gedaan. Hoewel de financiële crisis tijdelijk zorgde voor een afname in het aantal overnames, hebben het recente economische herstel en de verkoop van voor de crisis aangeschafte deelnemingen geleid tot een piek in het aantal gesloten deals. Wereldwijd tonen zeer vermogende stakeholders, zoals overheidsfondsen en pensioenfondsen, steeds meer interesse in de PE branche in hun zoektocht naar sterke winstmarges. Mede hierdoor heeft de PE branche de afgelopen jaren beter gepresteerd dan andere grote beleggingscategorieën.
De duurzaamheid van het huidige succes binnen de branche is echter allerminst gegarandeerd. Om meer inzicht te verkrijgen in de staat van de PE branche en de belangrijkste factoren die hier invloed op hebben, heeft de Boston Consulting Group (BCG) onderzoek gedaan naar de fundamenten van de branche. De resultaten van het onderzoek staan in het rapport ‘Capitalising on the new Golden Age in Private Equity’.
De sterke recente resultaten hebben gezorgd voor een toename in interesse van beleggers die erop uit zijn een graantje mee te pikken van het succes binnen de PE branche. Het aantal PE kantoren neemt gestaag toe sinds de millenniumwisseling. Het afgelopen jaar waren er wereldwijd zo’n 4.700 PE kantoren actief, bijna het drievoudige van het aantal kantoren in 2000 (1.600). De stijging van het aantal actieve bedrijven in de markt gaat ieder jaar sneller – ongeveer 7% (319 kantoren) van de PE-firma’s in 2016 is dat jaar opgericht. De aanwas van nieuwe PE-bedrijven blijft nog wel achter bij de aantallen die in 2008 werden gezien.
De branche heeft de wereldwijde waarde van de beleggingen onder beheer sinds vlak voor de crisis – toen de beleggingen zo’n $1,4 biljoen waard waren – zien toenemen met ongeveer $1 biljoen. Naast een schijnbaar eeuwig groeiende hoeveelheid beleggingen onder beheer, heeft de branche ook volop ‘dry powder’ (een achter de hand gehouden reserve in de vorm van geld of andere liquide middelen), in totaal zo’n $900 miljard.
De grote hoeveelheid dry powder, een gevolg van de toegenomen interesse van grootkapitaalhouders en lage rentes, zorgt ervoor dat sommige van de grote fondsen overtekend zijn, waardoor er voor kleinere beleggers en fondsen mogelijkheden ontstaan om hieraan deel te nemen.
Toegenomen concurrentie
Concurrentie binnen de branche is toegenomen doordat steeds meer Limited Partners (LP’s: investeerders die zelf niet deelnemen aan het actieve bestuur van het PE fonds) proberen direct betrokken te raken in de branche. Hierbij werken ze steeds nauwer samen met General Partners (GP’s: investeerders die zelf deelnemen aan het actieve bestuur van het PE fonds) en daarnaast hebben ze hun eigen interne teams opgeleid in het goed beheren van PE en het vinden van co-investeringsmogelijkheden. Met name dit laatste is door LP’s ontdekt als goede manier om het rendement op investeringen te verbeteren, onder meer vanwege de besparing die dit oplevert ten aanzien van de vergoedingen die de LP moet betalen.
Vooral LP’s met veel kapitaal profiteren van het huidige klimaat: zij hebben toegang tot de best presterende fondsen en zijn in staat de kosten van vergoedingen te beperken. Ondertussen hebben kleinere LP’s meer moeite met het onderhandelen over een vergoeding en ondervinden kleinere fondsen dat ze moeten concurreren om de interesse van investeerders door onder meer de vergoedingen die LP’s betalen te verlagen.
De onderzoekers merken op dat beleggen in grote fondsen nog meer voordelen heeft voor LP’s, doordat deze fondsen een relatief brede spreiding van beleggingscategorieën hebben, waarmee er ook een brede spreiding is van het risico voor de investeerders en hun wispelturige stakeholders. De vijf grootste fondsen kennen bijvoorbeeld een relatief grote spreiding van investeringscategorieën: de beleggingen van de Blackstone Group zijn bijna gelijk verdeeld tussen PE, real assets, credit en hedge funds, terwijl TPG capital en Apollo Global Management van de grote fondsen de minste spreiding kennen, met respectievelijk 71% PE en 72% credit.
Naast de grote financiële macht die de vijf grootste PE fondsen hebben, behoren ze ook tot ’s werelds grootste werkgevers. In de VS hebben de fondsen bij hun portefeuillebedrijven meer dan 960.000 mensen in dienst – aanzienlijk meer dan grote organisaties als de US Postal Service, Kroger en McDonald’s, maar nog altijd veel minder dan de 2,3 miljoen mensen die bij Walmart werken. In Europa zijn de vijf grootste fondsen opgeteld bij elkaar wel de grootste werkgever, een stuk groter dan Volkswagen en Compass Group. In de Asia-Pacific regio neemt de top vijf samen de vijfde plaats in, achter Stage Grid maar voor Sinoptec Group.
De steeds grotere wereldwijde aanwezigheid van de branche is niet onopgemerkt gebleven bij overheden en heeft geleid tot extra aandacht op het gebied van regelgeving. De branche vindt zichzelf ook in de voorhoede van bredere transformaties op het gebied van duurzaamheid, deels voortgedreven door de eisen van LP’s en deels vanwege betere rendementen op investeringen.
Volgens BCG staat de branche aan de vooravond van brede veranderingen om de sociale en ecologische ‘business imperatives’ te verbeteren zodat ze niet uitsluitend winst maximaliseren ten koste van sociale en ecologische gevolgen. “De huidige toestand is in zoveel opzichten gunstig, maar er liggen ook uitdagingen in het verschiet”, zegt Tawfik Hammoud, Senior Partner bij BCG en de hoofdauteur van het rapport: “We denken dat topbestuurders dit zullen aanpakken als een kans, of misschien zelfs een gebod, om hun denkwijzen aan te scherpen, hun discipline te verbeteren en meer lef te tonen in meerdere dimensies van hun onderneming.”