Arup, OMA en Dok Architecten overzien renovatie Binnenhof
Het Binnenhof in Den Haag is sinds jaar en dag het epicentrum van de Nederlandse politiek. Na jaren van onafgebroken gebruik is het gebouwencomplex toe aan een renovatie. De werkzaamheden, die in 2020 zullen beginnen, zullen zes jaar in beslag nemen en mogen maximaal €475 miljoen kosten. Arup, OMA en Dok Architecten zijn aangesteld om het ontwerp en de oplevering van de renovatie te overzien.
Het Binnenhof behoort tot de oudste parlementsgebouwen van Europa die nog steeds hun oorspronkelijke functie vervullen. De geschiedenis van het Binnenhof gaat terug tot de dertiende eeuw en vandaag de dag biedt het gebouwencomplex onderdak aan onder meer de vergaderzalen voor de Eerste en Tweede Kamer, de Trêveszaal en het Torentje van de premier. Terwijl het complex nog altijd dienstdoet als onderkomen voor de landelijke politiek, beginnen de gebouwen in verval te raken. Het historische complex kampt met lekkende daken, rottend hout en verscheidene andere technische en structurele mankementen.
Terug naar oude glorie
Om de gebouwen in hun oude staat te herstellen is er een groot renovatieprogramma opgestart. Het programma – waarvan het budget geschat wordt op maximaal €475 miljoen – moet beginnen in 2020 en zal naar verwachting vijf à zes jaar in beslag nemen. Drie externe bedrijven zijn aangetrokken om het renovatieproject te ondersteunen: het internationale ingenieurs consultancybureau Arup, het Rotterdamse Office for Metropolitan Architecture (OMA) en Dok Architecten Amsterdam.
Arup is benaderd om tijdens het project op te treden als coördinerend technisch adviseur en draagt in die hoedanigheid verantwoordelijkheid voor onder meer de energievoorziening, klimaatbeheersing, ICT en toegangsbeveiliging. Joop Paul, bestuurder bij Arup, wijst op de urgentie van de uit te voeren werkzaamheden: “De renovatie van het Binnenhof is noodzakelijk om de brandveiligheid te verbeteren en belangrijke mankementen te repareren, zoals lekkende daken en rottend hout. Het team kijkt ook naar een aantal gebieden zoals technische installaties, ICT en beveiliging. Bovendien zullen verbeteringen worden gemaakt aan de ingangen, keukens en restaurants.”
Architectenbureaus
Daarnaast zijn Ellen van Loon en Liesbeth van der Pol aangesteld als coördinerende architecten. Van Loon zal namens OMA toezien op de renovatie van het deel van het Binnenhof waar de Tweede Kamer zetelt, terwijl Van der Pol voor Dok Architecten Amsterdam de aansturing van de renovatie van de gebouwdelen van de Eerste Kamer, de Raad van State, het ministerie van Algemene Zaken en het Ridderzaal-complex op zich zal nemen. Zij zullen hierbij leiding geven aan een nog aan te stellen groep van architecten, aannemers, installatiebedrijven en andere specialisten. Er zal bij het aannemen van opdrachten geen ruimte zijn voor prijsduiking, aangezien er verplicht zal worden gewerkt met een open boekhouding.
Voordat er werd gekozen voor Van Loon en Van der Pol is er uitgebreid overleg gepleegd met Pi de Bruijn, de architect die verantwoordelijk was voor het nieuwbouwgedeelte van de Tweede Kamer dat in 1992 werd opgeleverd. Zijn bureau (de Architekten Cie) zal ook betrokken zijn bij een latere fase van het ontwerp. Ook met de rechten van (de erven van) eerdere architecten en interieurontwerpers zal rekening worden gehouden. Rijksbouwmeester Floris Alkemade gaat leidinggeven aan een kwaliteitsteam dat de renovatieplannen van Van Loon en Van der Pol zal gaan toetsen op de architectonische, restauratieve, stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteit. Daarnaast houdt het team in de gaten of het plan goed aansluit op de architectuur in de omgeving van het Binnenhof.
Enigszins ongebruikelijk voor een overheidsproject is dat het uitkiezen van onder meer deze aannemers en installatiebedrijven niet door middel van een openbare aanbesteding zal gebeuren. Vanwege de hoge veiligheidseisen die gelden voor het complex mogen er geen exacte (technische) gegevens openbaar worden gemaakt omtrent de installaties, bouw en inrichting van de gebouwen. Gedurende de renovatie zullen de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, de Raad van State en het ministerie van Algemene Zaken gebruik maken van een tijdelijk onderkomen. De daarvoor aangewezen gebouwen zullen hiervoor zelf ook moeten worden verbouwd. €50 miljoen van het totale verbouwingsbudget van €475 miljoen is dan ook gereserveerd voor deze tijdelijke huisvesting.