De meeste ondernemingen passen de methodiek minder dan drie jaar toe, terwijl ruim 30% de principes drie tot vijf jaar, en bijna 30% zelfs langer dan vijf jaar toepast. Om aan te geven in welk stadium bedrijven zich bevinden in de reis richting lean, heeft KPMG drie stadia omschreven voor de mate van Lean-volwassenheid van organisaties. Van Arkel licht toe: “In de eerste fase doen bedrijven hun eerste Lean ervaringen op, door mensen te trainen en de eerste projecten uit te voeren. In de tweede fase worden de Lean principes vervolgens steeds meer onderdeel van het dagelijkse werk. Organisaties die het meest volwassen zijn in Lean (fase drie) beschikken over een cultuur waarin het voortdurend verbeteren van de productiviteit en het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening centraal staat.” Organisaties die dit derde stadium bereiken mogen zich een zogenaamde ‘lean champion’ noemen.
Volgens het onderzoek bevindt 40% van de respondenten die Lean toepassen zich in het eerste stadium, maar zitten veruit de meeste organisaties reeds in fase twee (55%), waarbij de verbetermethode in de dagelijkse activiteiten reeds wordt toegepast. Slechts 5% van de respondenten heeft een Lean cultuur weten te creëren binnen hun organisatie.
Een opvallende conclusie uit het onderzoek is dat managers neigen naar overschatting als het gaat om lean-capaciteiten. 22% van de respondenten vindt dat hun organisatie zich reeds in de derde fase bevindt, terwijl de onderzoekers concluderen dat slechts 5% van hen zover is. “Kijken we echter naar de wijze waarop zij op dit moment opereren, dan zien we dat vaak nog grote stappen gezet moeten worden”, aldus Van Arkel.
De Lean journey zit bovendien vol met verschillende obstakels, die KPMG voor ieder stadium van de reis in kaart heeft gebracht. In het eerste stadium vormen de top-3 obstakels: dat de huidige lean-tools niet geschikt zijn om complexere problemen op te lossen; er een sceptische houding is om lean breed in te voeren; en er gebrek is aan kennis over lean. In het tweede stadium worden medewerkers vaak nog te weinig betrokken bij verbetertrajecten, ligt de focus te veel op de korte termijn en sluiten de lean-initiatieven nog te weinig aan op de organisatiestrategie. Voor het laatste stadium bestaat de top-3 obstakels uit: een te intern gerichte verbeterfocus (in plaats van op de gehele procesketen); het verplaatsen van bottlenecks naar andere plaatsen in de keten; en zelfgenoegzaamheid, met als gevolg dat het streven naar continu verbetering onder druk komt te staan.