YAG: Deeleconomie dwingt overheid tot keuzes maken

23 september 2014 Consultancy.nl 6 min. leestijd

De internetgebruiker heeft de afgelopen jaren kennis kunnen maken met initiatieven zoals AirBnb, Snappcar, Oudermatch, Uber en Google Helpouts. Websites waar gebruikers goederen en diensten met elkaar kunnen delen. Denk daarbij aan appartementen, auto’s, eten, gebruiksvoorwerpen en zelfs muzieklessen. De deeleconomie ontwikkelt zich razendsnel. Ook in Nederland. Het begrip heeft inmiddels een plek veroverd in het vocabulaire van inspirators, journalisten en politici. De mogelijkheden zijn, volgens sommigen, onbegrensd. De ‘believers’ zien de initiatieven als voortekenen van een nieuwe samenleving. Maar in hoeverre is daar eigenlijk sprake van? Staan we aan de vooravond van een grootse transitie of kunnen we beter spreken van een hype?

De initiatieven die geschaard worden onder het begrip ‘deeleconomie’ gaan uit van het delen van goederen en diensten in tegenstelling tot het bezitten daarvan. Dat is op zichzelf niet een nieuw idee. We zijn al veel langer bekend met allerlei verhuurbedrijven. Nieuw is het peer-to-peer concept. Gelijken; ‘peers’, worden aan elkaar gekoppeld en wisselen goederen of diensten uit. ‘Jij hebt een auto en ik wil graag een auto lenen. Kunnen we een deal maken?’. Kortom; een ontwikkeling van business-to-consumer naar consumer-to-consumer. 

Airbnb

De opkomst van deelplatformen heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Voor veel deelplatformen was de eerste grote uitdaging het wegnemen van een gevoel van onveiligheid. Want hoe kan een huiseigenaar, actief op Airbnb, weten of de vreemdeling die hij zijn voordeursleutel geeft wel te vertrouwen is? En andersom; hoe kunnen huurders weten of de vreemdeling met dat schattige appartement in Lissabon geen kwaad in de zin heeft? De aanbieders slaagden er op een simpele manier in vertrouwen tussen verschillende gebruikers te creëren. Namelijk door de platformen minder anoniem te maken. Een netwerk aan referenties, reviews, facebook- en linkedinaccounts bood uitkomst. Zodra de ene gebruiker zich misdraagt ten opzichte van de andere gebruiker leidt dat meteen tot een slechte recensie. Gebruikers kunnen daardoor gemakkelijk inzien hoe betrouwbaar iemand eigenlijk is.

Veel platformen zijn zich inmiddels gaan gedragen als commerciële partij. Hoewel de verdienmodellen nogal van elkaar kunnen verschillen wordt vooral winst gemaakt door een commissie op transacties. In sommige gevallen met groot succes. Zo wordt geschat dat de waarde van Airbnb op het moment tien miljard dollar is. Ook voor veel andere deelbedrijven zijn de vooruitzichten rooskleurig. Dergelijke organisaties kunnen daarom steeds vaker rekenen op de interesse van grote investeerders. Dat het ‘delen’ uitermate succesvol gecommercialiseerd wordt zal niet door iedereen toegejuicht worden. Het lijkt haaks te staan op het idealistische idee van een crowd-sourced, open samenleving, gebaseerd op het delen van goederen of diensten

Amsterdam

Maar wie de bedrijven iets beter bekijkt zal zich al snel bewust worden van een bepaalde mate van ironie. In de kern lijken veel platformen zich namelijk helemaal niet te richten op ‘delen’. Echt gedeeld wordt er namelijk niets. Er wordt simpelweg verhuurd of verkocht. Dat voor veel gebruikers het maken van winst voorop staat blijkt wel uit de veel besproken explosieve groei van illegale hotels in o.a. Amsterdam. Met Airbnb hebben illegale uitbaters een manier gevonden om klanten te werven voor hun clandestiene activiteiten. Dat is wel even iets anders dan het ‘delen’ van je appartement omdat je toch een aantal weken op reis bent.

Daar komt de politieke en juridische component om de hoek kijken. Want, hoe om te gaan met dergelijke uitwassen? De gemeente Amsterdam heeft aangekondigd de jacht op illegale hotels te intensiveren. Buurtbewoners zijn daar in veel gevallen blij mee. Zij ondervinden overlast van de illegale hotels. Met het sluiten van een stuk of wat clandestiene operaties is het probleem, zoals dat ervaren wordt door veel hoteleigenaren, echter nog niet opgelost. Zij kampen in veel gevallen met dalende omzet. Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat alleen al in Amsterdam meer dan 5000 woningen op Airbnb ingeschreven staan. Volgens hoteleigenaren is er sprake van oneerlijke concurrentie. Waar zij moeten voldoen aan allerlei hygiëne- en veiligheidsvoorschriften kunnen Airbnb verhuurders doen en laten wat ze willen. Zij hoeven zich niet druk te maken over vergunningen. Of dat uiteindelijk ook leidt tot onveilige situaties staat ter discussie. Voorstanders geloven in het zelfregulerende karakter van dergelijke platformen. Tegenstanders wijzen op de schrijnende omstandigheden zoals aangetroffen in enkele illegale hotels.

Thuisafgehaald.nl

Dezelfde discussie wordt gevoerd over veel andere platformen. Een goed voorbeeld is de website thuisafgehaald.nl. Gebruikers van dat platform kunnen maaltijden doorverkopen aan buurtgenoten. Een idee dat begon als initiatief om ervoor te zorgen dat minder eten weggegooid zou worden. Inmiddels zijn voorbeelden bekend van mensen die er een ware cateringservice op na houden. Gefaciliteerd door thuisafgehaald.nl. Ook in dit geval spelen interessante juridische problemen op. Moet de voedsel- en warenautoriteit bijvoorbeeld op bezoek bij de thuiskoks? En dan zijn er nog de belastingen. In hoeverre kan de belastingdienst nog enigszins grip houden op dit officieuze circuit? 

Duidelijk is dat de politiek en rechtspraak op dit moment nog geen eenduidige visie op de deeleconomie hebben kunnen formuleren. Voor veel ‘oude’ instituten is de transitie van consument naar producent verwarrend. Dat blijkt wel uit het politieke gesteggel rondom Airbnb en taxidienst Uber. Centraal in het publieke debat staat de vraag of de initiatieven verboden moeten worden of de vrije loop moeten krijgen. Belangrijker is echter de vraag of onze politieke en juridische instituten hier überhaupt toe in staat zijn. Er lijkt namelijk een onoverbrugbaar gat te ontstaan tussen het decentrale karakter van de deeleconomie en de gecentraliseerde overheid. Wordt het niet eens tijd om na te denken over de manier waarop overheden lessen kunnen trekken uit het peer-to-peer succes?

Tom van Blommestein

Inmiddels wordt druk gespeculeerd over een dergelijke overheid. Hoe zou die kunnen functioneren? Wat zou er wél en wat zou er niet moeten worden gereguleerd? Zouden we bijvoorbeeld kunnen denken aan crowd-sourced rechtspraak? Vast staat dat publieke organen uitgedaagd worden antwoorden te vinden op de urgente vraagstukken voortkomende uit onder andere de deeleconomie. Hoe zij tot die antwoorden gaan komen en óf ze tot die antwoorden gaan komen zal van grote invloed zijn op de samenleving als geheel.

Een artikel van Tom van Blommestein, consultant bij studenten consultancybureau Young Advisory Group.