Eurogroup: Slimme allocatie kans voor energiesector

23 juli 2014 Consultancy.nl

Door de groeiende populariteit van zonnepanelen, micro- WKK’s, elektrische auto’s en warmtepompen, staat de energiesector voor nieuwe uitdagingen. Want het zijn stuk-voor-stuk ontwikkelingen die leiden tot een grotere fluctuatie in vraag en aanbod. Dit vraagt om nieuwe oplossingen, zoals ‘slimme allocatie’. Bij slimme allocatie wordt de energievraag van een consument direct(!) teruggekoppeld naar de producent, waardoor vraag en aanbod gemakkelijker in balans te houden is. Maar wat voor mogelijkheden biedt slimme allocatie nog meer? Voor wie? En wat staat deze mogelijkheden in de weg?

SLIMMER OMGAAN MET FLUCTUATIES
Door decentrale energieopwekking via zon­nepanelen en micro-WKK’s zal een grotere fluctuatie van vraag en aanbod ontstaan. Bovendien zullen energie-intensieve elek­trische auto’s en warmtepompen zorgen voor grotere piekvraag, waarbij het de vraag is of de huidige netcapaciteit toereikend zal zijn. Traditionele producenten zijn op deze fluctuaties (nog) niet ingesteld en investeringen in capaciteit van het netwerk zijn kostbaar. Hierdoor is er een slimmer net­werk nodig, met meer real-time inzicht in vraag en aanbod.  

Voor real-time inzicht spelen slimme meters een cruciale rol. De grootschalige uitrol hiervan start binnenkort: tussen 2015 en 2020 zullen de netbeheerders de oude analoge meters vervangen. De slimme meter zal de sector nieuwe mogelijkheden bieden. Het sector-brede programma Pantheon werkt al aan ver-beteringen hiervoor.

Een belangrijke pijler van Pantheon is het moderniseren van het reconciliatieproces, de verrekening van het daadwerkelijke verbruik met het vooraf verwachte ver­bruik (allocatie). Dit gebeurt bij de analoge meters pas (definitief) nadat consumen­ten meterstanden aanleveren, meestal eens per jaar. De slimme meter kan dit pro­ces echter verkorten tot op het kwartier. Als de waarden direct gebruikt worden voor allocatie, kan het reconciliatieproces op huishouden- of wijkniveau zelfs geheel verdwijnen. Slimme meters maken het makkelijker om het specifieke tijdstip van energieconsumptie te bepalen, waardoor nieuwe marktmogelijkheden ontstaan.

DE KANSEN VAN SLIMME ALLOCATIE
Door slimme allocatie kunnen leveran­ciers hun productaanbod diversifiëren. Bijvoorbeeld via time-of-use pricing, een tijdsafhankelijke prijstelling. Een simpele variant bestaat al in de vorm van Dag-en Nachtstroom via aparte bemetering. Via de slimme meter kan de prijs echter variëren per gekozen tijdsinterval (bijvoor­beeld per kwartier of per uur). Nieuwe pro­posities worden mogelijk, denk aan gratis verbruiksuren, een beproefd concept uit de telecomsector.  

Bovendien kan time-of-use pricing consu­menten stimuleren hun energieverbruik aan te passen, waardoor er een constantere totaalvraag ontstaat. Kamerleden Paulus Jansen (SP) en René Leegte (VVD) voor­spelden vorig jaar dat ‘kwartierbeprijzing’ de slimme meter een must-have zal maken voor consumenten. Pantheon maakte af­gelopen april bekend dat kwartierbeprijzing waarschijnlijk in 2016 werkelijkheid zal gaan worden.

Time of use pricing and Realtime pricing chart

Real-time pricing, dynamische prijsstel­ling op basis van kwantiteit, gaat een stap verder. Het tarief komt tot stand op basis van actuele vraag en aanbod. Dit biedt een mechanisme voor de afstemming van fluctuerende decentraal opgewekte elektriciteit op de vraag vanuit de markt. Real-time pricing creëert ook een funda­ment voor smart appliances: slimme (huis­houdelijke) apparaten die automatisch aan gaan wanneer dit het meest gunstig is. Daarnaast geeft real-time pricing ook lokale opslag een betere business case: gunstig ingekochte energie wordt ver­bruikt wanneer prijzen hoog zijn. Er wordt al geëxperimenteerd met dynamische prijsstelling in combinatie met smart ap­pliances en opslag in smart grid proeftui­nen als Powermatching City II in Hoogkerk, YESCON in Zwolle en ProSECco in onder andere Gorinchem & Heerhugowaard.

Dynamische prijsstelling geeft produ­cerende leveranciers en consumenten extra mogelijkheden om overschotten (duurzame) energie af te zetten. Echter, creëert dit een spanningsveld met de fysieke netwerkcapaciteit, met mogelijk netcongestie tot gevolg. Netbeheerders zouden ook kunnen profiteren van dyna­mische pricing; het geeft handvatten voor capaciteitsmanagement waardoor capa­citeitsinvesteringen voorkomen kunnen worden.

Netbeheerders kunnen verschillende prijsprikkels gebruiken om consumenten te stimuleren om minder te verbruiken en daarmee kritieke delen van het netwerk te ontlasten. Positieve prijsprikkels: con­sumenten worden betaald als zij geen of minder energie afnemen. Dit is vergelijk­baar met het noodvermogen van Tennet dat producenten en bedrijven vergoedt voor het tijdelijk afregelen of opvoeren van hun (productie)processen. Consu­menten leveren dan wel (tijdelijk) gemak en comfort in. Negatieve prijsprikkels zijn bijvoorbeeld het tijdelijk verhogen van transportkosten om consumenten te de­motiveren energie te verbruiken. Met als nadeel dat het de incentive kan verlagen om de netwerkcapaciteit uit te breiden. Deze optie heeft eigenlijk alleen de voor­keur als de gehele sector, inclusief de con­sument, hiermee goedkoper uit is dan met het uitbreiden van de netwerkcapaciteit. Hiervoor wordt ook geëxperimenteerd in de eerder genoemde proeftuinen YES­CON en ProSECco.

Samenvattend biedt slimme allocatie de energiesector veel nieuwe mogelijkheden. Experts binnen de sector verschillen van mening over de termijn waarop deze in­novaties gemeengoed worden. Is het een kwestie van jaren of decennia? Dat hang onder meer af van de bereidheid om te veranderen en hindernissen te slechten.

OBSTAKELS VOOR DE NIEUWE MOGELIJKHEDEN
Een belangrijk obstakel is de huidige op­bouw van de elektriciteitsprijs. Twee­derde van het tarief bestaat namelijk uit vaste belastingen, de leveringskosten zijn minder dan eenderde van het tarief. Als alleen de leveringskosten fluctueren bin­nen de nieuwe prijsstellingen, is de prikkel voor de consument om mee te bewegen met de kleine prijsschommelingen gering. Een business case voor de uitrol van benodigde systemen en infrastructuur is dan onhaalbaar.

Realtime pricing 2 chart

Pas als de belastingstructuren verande­ren, worden de nieuwe prijstellingen aan­trekkelijk. Denk aan een meebewegende belastingstructuur of een belastingkor­ting voor de afname van duurzame ener­gie. Een andere oplossing is het verhogen van de leveringskosten. Als bijvoorbeeld externe kosten, zoals CO2 uitstoot, op­genomen worden in de leveringskosten, neemt het aandeel leveringskosten in het totaaltarief toe. Ook dat vergroot de im­pact van variabele tarieven.

Het vaste capaciteitstarief van de netbe­heerders vormt ook een hindernis, voor­namelijk voor de ‘sturingsmogelijkheden’ van de netbeheerders zelf. Wanneer net­beheerders werken met prijsprikkels, zul­len hun vergoedingen moeten fluctueren, terwijl die nu vaststaat. Ook hier is een nieuwe tariefstructuur voor nodig.

Ook de salderingsregeling, waarmee producerende consumenten (prosumers) teruggeleverde elektriciteit volledig van hun verbruik mogen aftrekken, vormt een hindernis. Door saldering maakt het voor een consument niet uit of hij de opge­wekte energie zelf gebruikt, of terugle­vert. Nu levert de gemiddelde prosumer ongeveer 70 procent van zijn opwek direct terug, wat later verrekend wordt met verbruik op momenten zonder eigen opwek.

Dynamische tarieven geven dan een lager of onzekerder financieel ren­dement. In 2017 evalueert het Ministerie van Economische Zaken of en hoelang de salderingsregeling zal voortbestaan. De sector zelf verwacht dat de regeling in 2020 vervalt. Deze obstakels zijn vooral reguleringsvraagstukken, waarin de over­heid een doorslaggevende rol heeft. De sector en de overheid zullen de komende jaren regelmatig met elkaar in conclaaf moeten, zodat de wetgeving de komst van gewenste innovaties niet belemmert.

Emergence new market products

De grootste succesfactor blijft deelname van de belangrijkste stakeholder, de (produ­cerende) consument. Wil die wel met deze veranderingen mee? Slimme meters, slimme thermostaten en andere inhome-automation bieden de consument meer inzicht in zijn energiehuishouding en meer mogelijkheden om hierop te sturen. Zeker in combinatie met dynamische tarieven. Maar wil de consument wel aan zet zijn? Of wordt de consu­ment liever ’ontzorgd’ in zijn energieverbruik?   En dan de privacy-vraag: gaat de consument akkoord met de (persoonlijke) data-uit­wisseling die voor slimme allocatie nodig is? Dit zorgde bij wetgeving over de slimme meter al voor grote ophef en vertragingen. Privacy speelt dus een belangrijke rol bij de introductie en het gebruik van marktinnovaties.

WIE GAAT HET OPPAKKEN?
Waar hindernissen opduiken, ontstaat ook ruimte voor nieuwe oplossingen en partijen. Nieuwe, decentrale markttoetreders kunnen een belangrijke rol spelen. Een kansrijke groep is de meer dan 500, door burgers opgerichte , energiecollectieven en –coöpera­ties. Zij bundelen de krachten nu vooral om inkoopvoordelen voor energie, producten of andere diensten te realiseren of om gezamenlijk te participeren in wind- en zonprojecten. Vaak vanuit de idealen om (op papier) zelfvoorzienend te worden.

Zij zouden in de toekomst ook als aggregator een rol kunnen spelen: een ‘hub’ of markt­plaats waarin vraag en aanbod van deelnemers eerst real-time intern wordt afgestemd. Bij tekorten of overschotten handelt dit ‘’collectief’’ met andere collectieven, leveran­ciers of direct met producenten. Dit hoeft niet alleen om een (lokale) groep huishoudens te gaan. Denk ook aan portfolio’s van gekoppelde bedrijventerreinen of aan aggregators waarin opladende elektrische auto’s zijn gebundeld. In het geval van elektrische auto’s kan de laadcapaciteit ook (deels) gebruikt worden als collectieve opslag of buffer, waar­mee het netwerk ook decentraal kan worden gebalanceerd.

De huidige energiecollectieven hebben op het moment nog niet de ambitie uitgesproken voor het innemen van een dergelijke rol. Door de beperkte omvang is het de vraag of zij hiervoor de juiste expertise kunnen ontwikkelen. Een veelheid aan verschillende initia­tieven zorgt bovendien waarschijnlijk voor een wildgroei aan standaarden en protocol­len. Hierin zouden leveranciers of netbeheerders een faciliterende rol kunnen spelen. Maar wie gaat welke rol oppakken?

DE NETBEHEERDERS NEMEN HET INITIATIEF?
Nu nemen vooral de netbeheerders het initiatief. In elke smart grid proeftuin zit wel één van de drie grote netbeheerders (Stedin, Liander en Enexis). Leveranciers zijn juist ondervertegenwoordigd: Essent en Eneco zijn de enige leveranciers die in een aantal proeftuinen meedoen. Netbeheerders investeren nu al volop in kennisontwikkeling, ook vanwege hun zichtermijn voor nieuwe investeringen. Hiervoor moeten zij ruim 40 tot 50 jaar vooruit (kunnen) kijken. Zij hebben daardoor ruimere en stabielere ontwikkelings­budgetten dan leveranciers, waardoor ze een kennisvoorsprong hebben opgebouwd. Waaronder in knowhow voor nieuwe diensten die wellicht beter bij commerciële markt­partijen aansluiten. Als leveranciers straks niet achter het net willen vissen, moeten zij nu inzetten op innovatie. Onder andere door de mogelijkheden van slimme meters en slimme al­locatie naar hun eigen en nieuwe diensten te vertalen.

Slimme allocatie geeft de sector nieuwe handvatten om technologische ontwikkelingen in te passen, zoals decentrale opwek, elektrisch vervoer en lokale opslag. Het geeft ook ruimte aan (nieuwe) marktpartijen om meer innovatieve en onderscheidende producten te ontwikkelen. De mogelijkheden komen er, maar wie zal uiteindelijk de kansen pakken? 

Een artikel van Ruud Bouwhuis, Consultant bij Eurogroup Consulting, en Alexander van der Mark, Director bij Eurogroup Consulting en verantwoordelijk voor de Energie-praktijk binnen Nederland.