EU Pay Transparency: Bedrijven kijken voorlopig kat uit de boom
Europa is bezig om nieuwe wetgeving in te voeren die grote bedrijven dwingt om transparanter te zijn over hun beloningspraktijken. Onderzoek van Korn Ferry laat zien dat bedrijven vooralsnog een afwachtende houding aannemen en eerst de impact van de EU-regelgeving goed willen beoordelen.
Transparantie rondom het beloningsbeleid van organisaties is steeds vaker de inzet van nieuwe regelgeving vanuit overheden, met name binnen gevestigde economieën zoals Europa. Beloningsverschillen vormen al jaren een heet hangijzer binnen het bedrijfsleven, de maatschappij en de politiek.
Nieuwe wet- en regelgeving moet de komende jaren uitkomst gaan bieden. De nieuwste EU-richtlijn inzake loontransparantie verplicht werkgevers om salarissen openbaar te maken, informatie te delen over hoe salarissen worden vastgesteld en salarisdetails te verstrekken aan sollicitanten.
De EU Pay Transparency Directive is sinds 7 juni 2023 van kracht. Vanaf die dag hebben lidstaten nog twee jaar de tijd om de richtlijn te vertalen naar nationale wetgeving. Vanaf juni 2025 zullen Europese bedrijven dus moeten voldoen aan de nieuwe regels.
De richtlijn is ontworpen vanuit het principe ‘gelijk loon voor gelijk werk’. De hoop is dat de regelgeving bijdraagt aan het dichten van hardnekkige loonkloven met betrekking tot onder meer geslacht en ras. Het betreft een ambitieus wetsvoorstel, maar de praktijk moet nog uitwijzen hoe grondig het wordt geïmplementeerd.
Volgens onderzoek van wereldwijd HR-adviesbureau Korn Ferry zijn bedrijven zich weliswaar bewust van wat er op hen afkomt, maar schakelen ze nog niet in de actiestand. Hoewel een grotere transparantie in het beloningsbeleid organisaties over het algemeen aanspreekt, leven de nodige vragen en bezorgdheid over hoe de naleving van de nieuwe regelgeving er in de praktijk uit zal komen te zien.
Zo laat 45% van de respondenten weten dat ze eerst willen zien hoe de regelgeving zich ontwikkelt, alvorens ze concrete acties ondernemen. Voor het onderzoek peilde Korn Ferry de meningen van meer dan 2.500 managers en HR-leiders wereldwijd.
“Als het gaat om het bevorderen van de inspanningen op het gebied van beloningstransparantie – of dit nu in overeenstemming met lokale regelgeving is of niet – nemen bedrijfsleiders voornamelijk een afwachtende houding in”, constateert Erik-Jan Vegers, partner bij Korn Ferry.
Wat betreft de concrete effecten van een grotere beloningstransparantie binnen de organisaties, is voor de meeste respondenten duidelijk welke voordelen dit voor hun organisatie zou kunnen hebben. Wanneer de kosten worden afgewogen tegen de baten, lijken de mogelijke voordelen voor organisaties zwaarder te wegen dan de kosten – zij het lichtelijk.
De meerderheid (82%) erkent de voordelen voor sollicitanten en huidige werknemers. Flink wat minder respondenten (42%) geloven dat meer transparantie een positieve invloed zal hebben op de financiële resultaten van de organisatie.
De meeste respondenten staan over het algemeen positief tegenover meer beloningstransparantie, zeker als het gaat om het dichten van de loonkloof op basis van geslacht, ras, etniciteit en andere factoren. Toch leven onder de respondenten ook enige zorgen.
Zo wordt opgemerkt dat de genomen maatregelen zouden kunnen zorgen voor een verstoring of afzwakking van de relatie tussen beloning en prestatie. Bovendien denkt een meerderheid van de respondenten dat de nieuwe EU-richtlijn ertoe kan leiden dat er minder onderhandeld zal kunnen worden over het salaris en andere arbeidsvoorwaarden.
Over de vraag of de nieuwe wetgeving zorgt voor meer verloop of dat salarissen eerder gelijkgetrokken zullen worden (ook al presteren sommige medewerkers beter), zijn de meningen onder de respondenten verdeeld.
Buiten de EU
Ook buiten de EU gebeurt er veel op het gebied van beloningswetgeving. Zo zijn recent beloningstransparantiewetten aangenomen in het Verenigd Koninkrijk en bestaan er eveneens nieuwe regels in verschillende Amerikaanse staten. In New York gelden bijvoorbeeld al langere tijd regels die bedrijven dwingen om duidelijker te zijn over de salarissen die ze aan werknemers betalen.
De Nordics-regio (Noorwegen, Zweden, Denemarken, Finland en IJsland) blinkt de laatste jaren uit in inspanningen voor meer loongelijkheid. De druk op bedrijven om loonkloven te dichten kwam daar in eerste instantie vanuit de vakbonden, later volgde wetgeving vanuit de overheid.