BMC brengt knelpunten van maatschappelijk ondernemerschap in kaart
Vorige maand kondigde het kabinet verschillende maatregelen aan om sociaal ondernemers te versterken. Er komt een nieuwe rechtsvorm voor sociale bv’s en meer begeleiding vanuit de overheid op het gebied van wet- en regelgeving, kennisdeling en het verkrijgen van financiering. Een belangrijke pijler voor het nieuwe beleid is een onderzoek van BMC naar de knelpunten die sociaal ondernemers ervaren en mogelijke maatregelen om deze weg te nemen.
In de hedendaagse participatiesamenleving speelt sociaal ondernemerschap een almaar belangrijkere rol. Grote maatschappelijke uitdagingen op gebieden als klimaat, zorg en inclusie reiken verder dan de invloedssfeer van de overheid. Het is daarom essentieel dat ook vanuit de samenleving zelf actie wordt ondernomen, en steeds meer ondernemers pakken deze handschoen op. In het verlengde hiervan klonk de roep om betere ondersteuning voor deze groep sociaal ondernemers steeds luider, en daaraan wordt nu gehoor gegeven door het kabinet.
Om tot de nu vastgestelde maatregelen te komen heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat eerder twee opdrachten uitgezet bij KPMG en BMC.
Aan KPMG werd gevraagd om tot een formele definitie van het begrip ‘sociaal ondernemerschap’ te komen, en de behoefte naar een aparte rechtsvorm voor dit type ondernemers te onderzoeken. Dit heeft ertoe geleid dat de zogeheten ‘maatschappelijke bv’ – afgekort als BVm – zal worden geïntroduceerd. Zo kan het kaf – de ondernemingen die zich graag presenteren als sociaal maar vooral winst nastreven – worden gescheiden van het koren, oftewel de ondernemers die maatschappelijke doelen ook daadwerkelijk vooropstellen.
Obstakels uit de weg
BMC werd gevraagd om de obstakels in kaart te brengen waar deze ‘echte’ sociaal ondernemers tegenaanlopen bij de (uit)bouw van hun onderneming, en voorstellen te doen om deze uit de weg te ruimen.
De onderzoekers van BMC hebben verschillende knelpunten geïdentificeerd. Zo blijkt het vaak nog lastig om de maatschappelijke impact van sociale ondernemingen te meten, lopen veel ondernemingen aan tegen belemmerende wet- en regelgeving en worstelen veel ondernemers met hun financiering en opleidingsbehoefte.
Daarnaast geven de onderzoekers aan dat er iets moet worden gedaan aan de conceptuele verwarring rond sociaal ondernemerschap: “Iedereen hanteert verschillende begrippen en heeft andere definities. Die lijken wel op elkaar, maar door de bomen is nu soms het bos niet meer te zien.”
Hierbij wordt ook gewezen op het begrip ‘sociaal ondernemerschap’ zelf. Dit is afgeleid van het Engelse ‘social’, maar dat betekent in deze context ‘maatschappelijk’. “Het zou dus beter zijn over maatschappelijk ondernemerschap te spreken”, aldus BMC. Dit advies lijkt meteen ter harte genomen te zijn in benaming van de nieuwe rechtsvorm: de maatschappelijke bv.
Driesporenbeleid
Kijkend naar manieren om de knelpunten weg te nemen en zo maatschappelijk ondernemers beter te faciliteren en stimuleren, komt BMC met een “aanpak op basis van een drietal samenhangende sporen”.
“Financiering is voor alle ondernemers een uitdaging. Bij sociale ondernemingen is die uitdaging echter groter.”
Het eerste spoor betreft het meten van impact: “Versterk de beweging die ervoor zorgt dat alle stakeholders eenzelfde manier hanteren om naar het maatschappelijke rendement te kijken.” Hierbij kan volgens BMC gebruik worden gemaakt van het zogeheten ‘Impactpad’, een tool die eerder werd ontwikkeld in opdracht van drie ministeries om eenduidig impact te meten.
Het tweede spoor zet in op een versterking van de regionale samenwerking: “Er zijn nu vele partijen actief met maatschappelijke opgaven, sociaal ondernemerschap en maatschappelijk rendement. De samenwerking tussen deze partijen zou versterkt kunnen worden en doorgroeien tot een volwaardig, zelfstandig functionerend, gedistribueerd ecosysteem gericht op het beantwoorden van die maatschappelijke opgave.”
Het derde spoor, ten slotte, moet bestaande financieringsinstrumenten toegankelijk maken voor sociaal ondernemers: “Financiering is voor alle ondernemers een uitdaging. Bij sociale ondernemingen is die uitdaging echter groter, omdat zij naast continuïteit (wat normaliter de uitdaging van ondernemingen is) in eerste instantie vooral maatschappelijke rendement willen maken én dat ook moeten kunnen aantonen. Deze additionele complexiteit maakt sociaal ondernemers duurder, voor een gemiddelde financier ingewikkelder te doorgronden en dus ingewikkelder te financieren.”
Zoals uit het aangekondigde beleid is gebleken, heeft het kabinet de belangrijkste aanbevelingen van BMC overgenomen. De dienstverlening vanuit het Rijk op gebieden als wet- en regelgeving, financiering en de ontwikkeling van vaardigheden wordt verbeterd, het Impactpad wordt doorontwikkeld en er wordt een werkgroep ‘maatschappelijk ondernemerschap’ ingesteld om kennisdeling en netwerkvorming te versterken.