Centric IT’er Klaartje Visser over de zeldzaamheid van vrouwen in de ICT
Vrouwen zijn nog altijd, ondanks alle inspanningen zoals diversiteitscampagnes en ‘vrouwen in tech’-initiatieven, een zeldzaamheid binnen het IT-domein. Volgens Klaartje visser, die al jaren werkzaam is bij ICT-dienstverlener Centric, is het tempo waarmee vrouwen hun intrede doen in de IT-sector veel te laag: “Neem een voorbeeld aan het Verenigd Koninkrijk of Scandinavië.”
Klaartje Visser begon haar carrière als software-engineer in de jaren negentig bij een klein softwarebedrijf, waar ze de eerste vrouwelijke engineer bleek te zijn. Terugblikkend op die tijd geeft Visser aan: “Toen verwachtte ik nog dat de verhouding vrouw/man snel gelijkgetrokken zou zijn... Als je in een club van zestien mensen de enige vrouw bent, dan is de verhouding toch wel een beetje zoek.”
Inmiddels, vele jaren later, erkent Visser dat zelfs in de huidige tijd en maatschappij, waar diversiteit alsmaar belangrijker is geworden, “een vrouwelijke ICT’er nog altijd een bijzonderheid is.” Toch enigszins verrassend, aangezien, zo legt ze uit, “IT een zeer boeiend vak is, waarbij uiteenlopende vaardigheden en talenten gewenst zijn.” Bovendien is er volgens haar “niets wat een vrouw niet kan” in deze sector. Ze vult aan: “En diversiteit in een team; maakt dat het werk niet veel leuker én succesvoller? Niet voor niets zijn sommige bedrijven nu gericht op zoek naar vrouwelijke ICT’ers.”
Diversiteit loont
Die conclusie van Visser wordt door diverse studies kracht bijgezet. Zo blijkt uit onderzoek dat meer diversiteit binnen organisaties niet alleen de bedrijfscultuur ten goede komt, maar ook de onder de streep de (financiële) prestaties van organisaties verbeteren of het innovatief vermogen kan verhogen. Zeker in de IT, waar een ‘war for talent’ woedt als gevolg van de enorme schaarste in geschikt IT-talent, kan een organisatie die beschikt over een divers team zich bovendien aantrekkelijker op de arbeidsmarkt profileren, en zo beter profiteren van de enorme vrouwelijke talentenpool.
Sinds kort maakt Visser, die in 2002 als software engineer en tester aan de slag ging bij Centric, deel uit van het Team Testing binnen Craft, een groei- en kennisdelingsprogramma voor IT'ers. In dit team zijn evenveel vrouwen als mannen vertegenwoordigd. Visser spreekt van een “unicum”. Ze legt uit hoe bij haar reeds de indruk leefde dat er in het testvak meer vrouwen werken dan in andere IT-vakgebieden: “Hebben we het hier dan over een fifty-fifty-verhouding? Bij lange na niet, maar de verdeling is wel beter.”
Als antwoord op de vraag waarom vrouwen zich eerder tot het testvak aangetrokken voelen, heeft Visser een theorie. Volgens haar moeten testers niet alleen over technische inzichten beschikken en nauwkeurig en op detail werken. Ook moeten ze de grote lijnen in het oog kunnen houden en goed communiceren met teamgenoten en klanten. “Misschien vinden vrouwen testen daarom een aantrekkelijk vakgebied. Deze aspecten hebben mij in ieder geval over de streep getrokken voor het testvak te kiezen”, legt Visser uit.
IT een verplicht vak?
Volgens Visser zijn er in de IT-sector verschillende maatregelen nodig om meer vrouwen aan te trekken. Om te beginnen in het onderwijs. Visser wijst daarbij naar het buitenland: “Waarom is bijvoorbeeld programmeren of informatica niet al een verplicht vak op scholen, zoals in Engeland, waar de programmeerbare BBC micro:bit met succes geïntroduceerd is? Uit dit soort initiatieven zal vast blijken dat het niet alleen jongens zijn die goed kunnen programmeren. Misschien kunnen we dan makkelijker het beeld loslaten dat de ICT een mannenwereld is.”
Visser gelooft dat een hoger aandeel van vrouwen in de IT ook in Nederland mogelijk moet zijn, ditmaal wijzend naar de Scandinavische landen: “We zijn in ons land samen verantwoordelijk voor deze ouderwetse situatie. In veel Scandinavische landen bijvoorbeeld, is het percentage vrouwen in de ICT veel hoger dan bij ons. Hét bewijs dat het kan.” Los van de IT-sector staan Scandinavische landen er al jaren om bekend goede werkomgevingen voor vrouwen in te richten, met veel aandacht voor een gezonde work-life balance en diverse faciliteiten en regelingen voor bijvoorbeeld (aanstaande) moeders.
Om in Nederland het aantal vrouwen in de IT te verhogen, is het volgens Visser ook belangrijk dat vrouwen die reeds in de ICT werkzaam zijn, zich hard maken voor dit doel: “Ik zou het mooi vinden als wij ons als ICT’ers meer inzetten voor vrouwen in de ICT. Bij de opvoeding van onze dochters kunnen we al laten zien dat het vak uitdagend is en leuk voor iedereen. Als we daarnaast pleiten voor meer informatica- en programmeerlessen op scholen, komt het in de volgende generatie misschien wel goed met de female touch in de ICT.” Uiteindelijk valt of staat alles met het zetten van kleine stappen, erkent Visser. Daarin wil ze in elk geval zelf een voorbeeld zijn.
Lees ook: Diversiteit en MeToo stuwen aantal topvrouwen naar recordhoogte